We bepalen ons dus voorlopig tot de jeug
dige spaarder. In vergelijking tot de voor
oorlogse situatie wordt de mogelijkheid om
te sparen veel groter geacht. Vele jongeren
hebben een eigen regelmatig inkomen. Toch
wordt er weinig gespaard, hoewel vele jon
geren een eigen boekje hebben, dat meestal
in de schooltijd werd uitgereikt. Uit beschik
bare gegevens wordt het gemiddelde spaar
saldo van de 16- tot 24-jarigen geschat op
5 van het netto jaarloon.
Voor de 20- tot 24-jarigen wordt dit ge
middeld saldo op 10 van het netto jaar
loon geschat. In deze leeftijdsgroep is de in
vloed merkbaar van het sparen voor een
komend huwelijk. De feitelijke spaarcapaci-
teit wordt vooral voor de groep van 16- tot
24-jarigen minstens tweemaal zo hoog ge
schat. Mede uit overwegingen van ideële
aard (karaktervorming) tracht men dus langs
wettelijke weg de laatstgenoemde groep te
beïnvloeden.
Een premiestelsel heeft daarbij de voorkeur
hoewel ook enkele nadelen worden onder
scheiden. Het is namelijk niet uitgesloten,
dat enige beleggingsverschuivingen plaats
vinden naar de premierekeningen van de
sparende jeugd.
Dit tast echter de opvoedkundige strekking
van de wet niet aan, terwijl ook de lage
premie en de lange looptijd van de spaar-
overeenkomsten weinig profijt bieden voor
een verschuiven van belegging.
In de memorie van toelichting wordt uit
drukkelijk vastgesteld, dat de spaarregeling
met premie van het Rijk gemakkelijk aan
gepast kan worden aan resp. aangevuld
kan worden door bestaande spaarregelin
gen van bedrijven.
De leeftijd van 15 tot rn met 20 jaar is de
meest gunstige geacht voor de nieuwe rege
ling, omdat men daardoor een aansluiting
heeft op het schoolsparen. Immers een groot
aantal schoolkinderen wordt gedurende de
schooljaren tot regelmatig sparen gebracht,
terwijl juist na de schooltijd het spaarboekje
veelal blijft rusten.
De voorgestelde spaarperiode van ten minste
6 jaar kan in een enkel geval na drie jaar
zonder premieverlies worden beëindigd, in
dien namelijk de spaarder voor huwelijks
doeleinden over zijn saldo wenst te be
schikken.
In alle andere gevallen heeft voortijdige
beschikking premieverlies tot gevolg. Wel
kan de spaarder éénmaal per jaar van zijn
rekening opnemen, doch niet meer dan in
hetzelfde jaar werd ingelegd.
Het totaal ingelegde bedrag moet tenminste
evenveel malen het bedrag van 30,be
lopen als het aantal jaren, dat de rekening
uitstaat,
Voorts wordt er geen premie vergoed over
inlagen, die in het laatste jaar zijn ingelegd,
noch over inlagen, die m het vorige kalen
derjaar hebben plaats gevonden, voor zover
deze vallen binnen een termijn van drie
maanden, voorafgaande aan het tijdstip van
opneming van het tegoed.
Nemen we als voorbeeld een overeenkomst
die op 1 februari eindigt, dan wordt dus
geen premie vergoed over de inlagen, die
gedaan zijn in de maanden november,
december en januari, die er aan voorafgaan.
Hebben we te doen met een overeenkomst,
die b.v. op 31 augustus afloopt, dan wordt
er geen premie vergoed over de stortingen,
die gedaan zijn in de maanden januari tot
en met augustus van datzelfde jaar.
Hierdoor zal het niet mogelijk zijn door een
enkele grote storting in het laatste jaar recht
op premie te verkrijgen. Kan de spaarder na
zes jaar zijn overeenkomst beëindigen, des
gewenst kan hij nog drie jaar doorspare
met recht op premie.
Als uitvoerende instellingen worden ge
noemd alle spaarinsteliingen, de R.P.S. en
de boerenleenbanken, ingeschreven in het
register der kredietinstellingen.
Van overheidswege zal toezicht worden uit
geoefend op de uitvoering van de jeugd-
spaarwet, o.a. door het instellen van een
centraal register.
Dit register bevat alle persoonlijke gegevens
van de spaarder, opdat hiermede dubbele
inschrijvingen kunnen worden voorkomen.
Uiteraard zullen overeenkomsten, formulie-
Te veel verteerd, te weinig gespaard
Aanpassing school en bedrijf
Enkele voorwaarden
Hierdoor is het mogelijk een eventuele
achterstand in te lopen, alsmede tijdelijk op
te nemen (één maal per jaar).
Centraal register
227