aansluiting strekkende wet zou in het Deense parlement een 5/6 meerderheid van stemmen moeten hebben. Dit wordt voorlopig niet mogelijk geacht. Dat zijn enige complicaties (lang niet alle overigens) van de vrijhandelszone en van het Deense vraagstuk, dat op zichzelf bezien (dus afgezien van het al of niet doorgaan van de vrijhandelszone) tot een oplossing moet worden gebracht. Regen, vorst en krediet September 1957 heeft een enorme hoeveel heid regen gebracht en heeft zich gekwalifi ceerd als de natste septembermaand in honderd jaar. Dit record is niet iets om trots op te zijn. Wederom wordt uit sommige delen van het land aanzienlijke schade aan weilanden en veldgewassen gemeld. Het is de derde maal in weinige jaren, dat de land bouw in ons land getroffen wordt door een overmatige regenval, die de weilanden opbe- gaanbaar maakt voor het vee, het graan laat bederven en de aardappelen doet vergaan in de grond. Er is in 1954 en 1956 aan de getroffen landbouwers steun verleend, door dien de gelegenheid is geopend tot het ver krijgen van een door het Rijk gewaarborgd krediet tegen gereduceerde rente. Tot dus verre zijn er geen tekenen, die erop wijzen, dat voor 1957 een dergelijke regeling in voorbereiding is. De suggestie van het Landbouwschap om aan de fruittelers, die getroffen zijn door de zware nachtvorst van 7 op 8 mei, de moge lijkheid tot een goedkoop en door de Staat gewaarborgd krediet te openen, heeft de regering niet overgenomen. De minister is van mening, dat nachtvorst een normaal bedrijfsrisico is; een bijzondere kredietmaat regel acht hij niet op zijn plaats. Wel is het Borgstellingsfonds voor de Landbouw bereid om garant te zijn voor kredieten (b.v. bij boerenleenbanken), op te nemen om liquidi teitsmoeilijkheden te overbruggen. Voor deze kredieten zal evenwel een normale rente moeten worden betaald. Er moet gespaard worden De jaarvergadering van het Internationale Monetaire Fonds, die in september te Washington is gehouden, heeft meer dan gewoonlijk in de belangstelling gestaan. Dat is verklaarbaar, omdat op het werkterrein van het Fonds, de bevordering van de stabi liteit van het ruilmiddel, in bijna alle landen spanningen van betekenis bestaan. Deze spanningen hebben reeds tot een valuta crisis en tot enige devaluaties aanleiding gegeven. In het jaarverslag- van het Internationale Monetaire Fonds wordt gezegd, dat de in flatoire ontwikkeling in de wereld, die bijna steeds gepaard gaat met tekorten op de be talingsbalans, veelal het gevolg is van natio nale inspanningen om cie economische ont wikkeling van het eigen land te forceren. De algemene zorg voor het bereiken van een grotere economische welvaart is lofwaardig, maar, aldus het verslag, als men de voor uitgang wil stimuleren, zijn er vooral posi tieve maatregelen nodig om het sparen aan te moedigen en bovendien moeten de be sparingen zo effectief mogelijk op de pro- duktie worden gericht. Een krachtige krediet- en fiscale politiek is van groot be lang, omdat de besparingen alleen worden geactiveerd door de zekerheid, dat mone taire stabiliteit de waarde van de bespaarde gelden beschermt. Deze passage uit het jaarverslag moet ons in Nederland wel aanspreken. De handels balans is nog steeds ongunstig. Een hoop gevend verschijnsel is, dat de achteruitgang in vergelijking met 1956 (ook een ongunstig jaar overigens) enigermate tot staan schijnt te zijn gekomen. In juli vertoonde de handelsbalans een opvallende verbetering. Met dat al is het tekort op de Nederlandse handelsbalans in de eerste acht maanden van dit jaar opgelopen tot 2986 miljoen gulden tegen 2162 miljoen in dezelfde periode van 1956. De bestedingsbeperking werkt maai zeer langzaam door. 225

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1957 | | pagina 7