Vraag en antwoord
Tot welke bedragen moet een hypothecair
onderpand tegen brand verzekerd zijnDient
de hypotheekhouder te eisen, dat een her-
bouwverzekering gesloten wordt
Een brandverzekering, evenals iedere scha
deverzekering, kan in het algemeen nimmer
geschieden tot een hoger bedrag dan de volle
waarde der verzekerde goederen. Voor de
brandverzekering is daarbij beslissend de
waarde, die de goederen juist vóór de brand
hadden. Verzekering tot een hoger bedrag
is in zoverre nietig. Hierop kent de wet
slechts één uitzondering, n.1. indien de ver
zekerde tot herbouw verplicht is. Bij schade
door brand kan in dat geval een groter be
drag door de verzekeraar worden uitgekeerd
dan de werkelijke waarde, nl. de herbouw
waarde. Dit laatste bedrag dient uitsluitend
voor herbouw te worden gebruikt. In de
praktijk kan men de verzekering van de her
bouwwaarde in verschillende vormen aan
treffen. Zo komt de bepaling voor, dat in
dien de verzekerde niet mocht willen her
bouwen, hij vergoeding van de verkoop
waarde zal ontvangen. Daarbij pleegt de
praktijk zich niet strikt aan de wettelijke
voorschriften te houden, met name niet aan
de bepaling, dat ten hoogste driekwart van
de herbouwwaarde verzekerd mag worden.
Naast een te hoge verzekering kan ook een
te lage verzekering voorkomen. Verzekering
tot minder dan de volle waarde is uiteraard
toegestaan, maar beloopt de verzekerde som
b.v. slechts 50 van de waarde, dan wordt
bij totaal verlies ook slechts 50 vergoed.
Om aan dit bezwaar van gedeeltelijke ver
goeding tegemoet te komen, kan men het
zgn. „premier-risque"-beding opnemen. Dit
beding houdt in, dat, al is de verzekerde som
lager dan de waarde, alle schade voor 100 °/o
wordt vergoed, doch alleen met de verze
kerde som als maximum.
Welke eisen moet nu de bank ten aanzien
van de grootte der verzekerde bedragen
stellen?
De algemene voorwaarden bepalen, dat de
hypotheekgever verplicht is het gebouwde
tegen brandschade ten genoege van de bank
te verzekeren. Naar onze mening dient een
bank steeds genoegen te nemen met een ver
zekering, welke een uitkering waarborgt, ge
lijk aan de volle waarde van het verzekerde.
In het algemeen zal men dus niet kunnen
eisen, dat de hypotheekgever een herbouw-
verzekering sluit. Voor de bank is toch
slechts van belang of er voldoende zeker
heid bestaat, dat haar vordering wordt vol
daan. Deze zekerheid zal aanwezig zijn,
indien het gebouwde onderpand voor de volle
waarde is verzekerd. Mogelijk is uiteraard,
dat deze zekerheid zelfs reeds bestaat, indien
het gebouwde onderpand niet voor de volle
waarde is verzekerd. Dit zal van de over
waarde van het onderpand afhangen.
Herbouw van een door brand verwoest pand
betreft niet het directe belang van de bank.
Want dit directe belang is slechts of het
risico van brand voldoende gedekt is, zodat
de bank haar vordering eventueel op de ver
zekeringspenningen kan verhalen. Het is dan
ook niet zo, dat de bank „wel verplicht" is
om voor de eventuele nieuwbouw een nieuwe
hypothecaire lening te verstrekken. Nieuw
bouw is immers een zaak, die in het stadium,
waarin het voorschot verstrekt wordt, de
bank als zodanig niet aangaat.
Of voor eventuele nieuwbouw na brand een
nieuw voorschot verleend moet worden, zal
alsdan afzonderlijk motten worden bezien.
Verzekering
hypothecaire onderpanden
Vraag:
Antwoord:
234