Maandelijkse momentopnamen
Prijsregeling voedergranen
Met het prijsbeleid 1957 is het thans zo ge
steld, dat voor de produkten tarwe, suiker
en melk de producenten reeds geruime tijd
weten waaraan zij toe zijn. Voor fabrieks- en
consumptieaardappelen, voedergranen en
varkens bestaan echter nog onzekerheden van
groter of kleiner belang. Wat de voeder
granen betreft is het niet zo zeer de hoogte
van de garantieprijs 26,voor gerst en
22,80 voor haver van de klei) dan wel de
wijze, waarop deze garantieprijzen geëffec
tueerd dienen te worden. Van regeringszijde
is men geneigd de oplossing te zoeken in een
niet al te zachtzinnige toepassing van mono
polieheffingen. Het Landbouwschap is aan
vankelijk met dit denkbeeld niet gelukkig
geweest, omdat de belangen van de vee
houderij, die compensatie voor verhoogde
voederkosten zal moeten hebben, in het ge
drang dreigen te komen. Het Landbouwschap
geeft er zich rekenschap van, dat die compen
satie moeilijk te bewerkstelligen is. Het heeft
een regeling bepleit van lage monopolie
heffingen, gecombineerd met geldelijke toe
slagen aan de producenten, indien dit nodig
is om aan de garantieprijs te komen. En dan
moet de veehouderij ook voor de prijsver
hogende invloed der lage monopolieheffingen
nog schadeloos gesteld worden. Het gesprek
over de voedergranen loopt nu al verschei
dene maanden. Verwacht mag worden, dat
er eerlang een belissing komt. Het is wel
duidelijk, dat de krappe positie van de schat
kist en het pessimisme rondom de rijksbegro
ting de regering niet enthousiast zal doen zijn
voor het verlenen van aanmerkelijke toe
slagen. Het zou niet behoeven te verwonderen
als de beslissing zou vallen in de richting van
hoge monopolieheffingen.
Garantieprijzen varkens
Ook over een garantieprijs voor de varkens
wordt reeds geruime tijd beraadslaagd. De
moeilijkheden, die hier aan de orde zijn,
roepen beelden uit de dertiger jaren op. Ge
lukkig niet wat de prijzen betreft. De grote
varkenscrisis van 1931 diende zich aan met
prijzen van 8 a 9 cent per pond levend ge
wicht en een varkensstapel van 3Va miljoen
stuks. We hebben nu een ongeveer even grote
varkensstapel, maar de prijzen, hoewel niet
schitterend, bedragen toch nog het tienvou
dige van de afbraakprijzen van toen.
De toestand in het gemengde bedrijf is echter
niet zo rooskleurig, dat fluctuaties in de
varkensprijzen (de huidige garantie betreft
alleen de zeer beperkte hoeveelheid bacon-
varkens) gemakkelijk kunnen worden ge
dragen. De boeren hebben een behoorlijke
verdienste uit de varkenshouderij dringend
nodig om te komen tot een redelijk te achten
inkomen. Er wordt daarom gezocht naar een
garantieregeling voor alle varkens. Maar er
komt direct een groot vraagstuk opdagen.
Hoe wordt voorkomen, dat de varkensvlees-
produktie zich uitbreidt tot boven het niveau,
dat geacht kan worden te passen bij de af
zetmogelijkheden in binnen- en buitenland
(3V2 a 4 miljoen slachtvarkens per jaar)?
Hoewel er nog wel stemmen opgaan, die zeg
gen, dat de produktie geregeld kan worden
door vast te stellen hoeveel varkens ieder
bedrijf mag mesten, is toch de opinie, dat zo
danige regelingen, die in de dertiger jaren
konden worden doorgevoerd, thans niet
mogelijk zijn, overheersend. Zonder een
regeling kan het echter ook niet. Een prijs
garantie voor varkens zonder meer zal tot ge
volg kunnen hebben, dat de produktie de
beperkte afzetmogelijkheden gaat overschrij
den en dat is moeilijk te verantwoorden. Hoe
moet men het dan wel doen? Men zou kunnen
denken aan een garantieprijs, die aan de lage
kant is, zodat de prijs als zodanig geen prik
kel tot uitbreiding van de varkensstapel
inhoudt. Om de varkenshouders toch aan hun
148