waarborginstituut voor de tuinbouw in de provincie Noord-Brabant. Men krijgt langs deze weg een reeks van provinciale instellingen, waarin overheid en agrarisch bedrijfsleven samenwerken om garanties te kunnen verstrekken voor inves teringskredieten in de tuinbouw. Dit dient dan te worden gezien als aanvulling op de mogelijkheden, die het Borgstellings fonds voor de Landbouw geeft. Tuinders, die belang hebben bij de werkzaamheden van deze waarborginstituten, doen er goed aan tijdig inlichtingen te vragen bij de eigen boerenleenbank. Waar de brandkast In Groningerland goed genoeg voor was maakt menige boer derij een rijke en welvaiende indruk en van menige boer wordt gefluisterd, dat hij een flinke duit in de brandkast heeft. Het is voorgekomen, dat een inbreker zicb liet verleiden een nachtelijk bezoek te bren gen aan zo n boerderij om de inhoud van de brandkast nader te onderzoeken. Hij heeft er geruime tijd over gedaan om binnen te komen, doch zijn enige vangst was een paar pakken beschuit. Toen de boerin de volgende ochtend de ravage aantrof, moest zij wel even lachen. De brandkast was immers een overbodig meubel en werd als droge bergplaats alleen voor beschuit gebruikt. Het geld liet men liever bij de boerenleenbank. Ook daar is in braak mogelijk, doch de kasten en kluizen kunnen een krachtige aanval weerstaan en bovendien is de inhoud verzekerd. Lof der spaarzaamheid De weg naar welstand ligt hoofdzakelijk in twee woorden opgesloten: ARBEID EN SPAARZAAMHEID. Benjamin Franklin (1706-1790). Financieel overzicht Hoge obligatierendementen ln overeenstemming met de onthoudings politiek, die de centrale overheid op de obligatiemarkt volgt en voor de gemeenten en provincies e.d. door de handhaving van het rentegamma bewerkstelligt, blijft de activiteit in de niet risicodragende sector van de kapitaalmarkt gering. Dat geldt in de eerste plaats voor de omvang van transacties, die hier tot stand komen, maar evenzeer voor de emissiebedrijvigheid, die van zo geringe betekenis is geworden, dat zij nauwelijks nog aanspraak op die benaming kan maken. Het ziet er ook niet naar uit, dat zich op korte termijn een belangrijke opleving zal voordoen. De grote beleggers en beleggende instellin gen gevoelen er weinig voor op een verlies gevend koerspeil te verkopen, terwijl het feit, dat het rendement, hetwelk leningen, die men thans ter beurze kan kopen, aanzienlijk hogere rendementen afwerpen dan het rentegamma toestaat, de mogelijkheid voor nieuwe emis sies van lang lopende leningen door de lagere publiekrechtelijke organen in feite heeft afgesneden. Want het renteplafond voor nieuwe emissies moge dan al zijn ge fixeerd, de koersen van de genoteerde oudere leningen trekken zich daarvan uiteraard weinig aan. Wij hebben hierbij dus het oog niet alleen op het zuivere couponrendement, dat wordt berekend door na te gaan hoeveel procent rente de couponrente per jaar op de aankoop prijs, die men thans bij verwerving ter beurze zou moeten betalen, uitmaakt, maar het ren dement, dat men verkrijgt door bij het be doelde couponrendement op te tellen de gemiddelde aflossingswinst, die per jaar wordt verkregen. Het gaat daarbij dus om het z.g. disagio, dat een belastingvrij inkomen 166

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1957 | | pagina 24