De Coöperatieve Boerenleenbank
„Zuid-Scharwoude" heeft te koop:
Lips-brandkast p 100
Goedgekeurd door het Onderling
Waarborgfonds.
Provinciaal instituut neemt taak van het
Waarborginstituut voor de Veenstreek over
Het jaarverslag van het W.I. voor de Veen-
streek vermeldt hierover o.m. het volgende:
Met de afsluiting van het jaar 1956 werden in feite
ook de werkzaamheden van het Waarborginstituut
voor de Veenstreek grotendeels beëindigd. In de loop
van het verslagjaar namen de provinciale Waarborg-
instituten van Noord- en Zuid-Holland namelijk de
taak van de eerstgenoemde stichting over, mede waar
door het bij het Veense instituut behandelde aantal
aanvragen dit jaar slechts enkele tientallen bedroeg.
Het werkterrein van het instituut omvatte aan het
einde van 1956 nog slechts de gemeenten Mijdrecht,
Vinkeveen-Waverveen en Wilnis. Zodra het Waar
borginstituut voor de provincie Utrecht gaat optreden,
zal het instituut ook in deze gemeenten zijn taak
overdragen.
Het een en ander houdt niet in, dat de provinciale
instellingen thans tevens de reeds verleende borg
stellingen overnemen; zoals in het vorige jaarverslag
werd aangegeven ligt het in de bedoeling, dat het
Waarborginstituut voor de Veenstreek hiervoor aan
sprakelijk blijft en derhalve voorshands blijft bestaan.
Met de in 1956 nog toegewezen borgstellingen heeft
het bedrag aan verleende borgstellingen juist de
2 miljoen gulden overschreden. Hiermede zijn in
totaal bijna 300 verbeteringen tot stand gekomen in
iets meer dan 200 bedrijven. Dit betekent, dat het
Waarborginstituut aan 2025 °/o van de Veense
tuinbouwers medewerking heeft verleend bij hun
streven naar intensivering en modernisering van hun
bedrijven.
Borgstellingen
Gedurende de zes jaren van het bestaan van het
Waarborginstituut zijn in totaal 544 aanvragen be
handeld. Hiervan werden er 261 afgewezen en inge
trokken (48 °/o) en 283 toegewezen (52 °/o). Hel
goedgekeurde bedrag bedroeg op 31 december 1956
2.034.993 gulden. Bij de vaststelling van dit bedrag
is geen rekening gehouden met inmiddels gepleegde
aflossingen, zodat de feitelijke garantie van het in
stituut kleiner zal zijn dan 85 °/o van dat bedrag.
Zodra de banken opgaven hebben verstrekt over de
saldi der voorschotten zal in een afzonderlijk bericht
een overzicht worden gegeven van de omvang der af
lossingen en van de nog uitstaande bedragen.
Een inzicht van de per jaar behandelde aanvragen
geeft de thans volgende tabel:
Behandelde aanvragen
Behandeld Afgewezen Toegewezen
Aantal
Aantal
Aantal
Bedrag
1951
172
118
54
382.380,—
1952
45
19
26
181.027,—
1953
98
24
74
393.401,—
1954
118
48
70
601.635,—
1955
65
28
37
264.100,—
1956
46
24
22
212.450.—
Totaal
544
261
283
2.034.993,—
Bijna de helft van het aantal aanvragen werd in
Ter Aar behandeld; een derde werd voorgelegd aan
de commissie te Alkemade, terwijl in Uithoorn de
rest werd beoordeeld. De meeste voorstellen hadden
betrekking op het aanbrengen van glas in de een of
andere vorm. Het glasareaal in de Veenstreek is in
zes jaar tijds toegenomen van 77 ha tot 109 ha. Ca.
30 °/o van deze uitbreiding is gefinancierd met
leningen, waarvoor het Waarborginstituut mede
garant was.
Van de bedrijven waaraan medewerking werd ver
leend, behaalde vóór het aanbrengen van de ge
vraagde verbetering 79 °/o een bruto-bedrijfsopbrengst
van minder dan 10.000,per jaar. In 15 °/o
der gevallen varieerde de jaarlijkse opbrengst van
10.000,tot 15.000,terwijl slechts 6 °/o een
omzet van meer dan 15.000,per jaar bereikte.
Het zijn dus vooral de kleinere bedrijven geweest,
welke door het Waarborginstituut werden geholpen.
Veilingomzet met 20 per jaar toegenomen
Tijdens de periode van de actieve werkzaamheid van
het Waarborginstituut voor de Veenstreek is er in
dit tuinbouwgebied zeer veel gebeurd. Het is moeilijk
aan te geven, welk aandeel het instituut heeft gehad
in de ontwikkeling van dit centrum in deze jaren.
Verschillende andere factoren, men denke slechts aan
de invloed van de gunstige conjunctuur, hebben daar
bij tevens een rol gespeeld.
Het is evenwel opvallend, dat er een duidelijk ver
schil bestaat tussen de ontwikkeling van de veiling-
omzetten in de Veenstreek en die van geheel Neder
land. Beziet men de toeneming van de veilingomzet
van groenten èn bloemen in de periode 1950 t/m 1956,
dan blijkt voor het gehele land de toeneming ten
opzichte van 1950 gemiddeld 11 a 12 °/o per jaar te
hebben bedragen. In de Veenstreek geeft het dien
overeenkomstige cijfer een stijging van ruim 20 °/o
per jaar aan, hetgeen dus betekent, dat de stijging
daar bijna tweemaal zo groot is geweest als in de
gezamenlijke andere tuinbouwgebieden.
Dit schept het vermoeden dat, naast de krachten, die
overal hebben gewerkt, zich in de Veenstreek een
extra stimulans heeft voorgedaan. Hiertoe behoort
ongetwijfeld het optreden van het Waarborginstituut
voor de Veenstreek, dat zowel direct als indirect het
verbeteren van de bedrijven in dit centrum heeft
gestimuleerd.
Een ruime verdubbeling van de bruto-opbrensten
tijdens een periode van zes jaar, zegt op zichzelf nog
weinig over de toeneming van de netto-inkomsten
van de individuele tuinders. De indruk bestaat even
wel, dat vele tuinders, die vroeger in betrekkelijk
armoedige omstandigheden moesten leven, thans een
redelijk inkomen uit hun bedrijven verkrijgen.
Het verdient aanbeveling te gelegener tijd hiernaar
een onderzoek in te stellen. Vermoedelijk zal dan
blijken, dat de achterstand, die de Veenstreek vóór
1950 in vergelijking met andere tuinbouwgebieden
vertoonde, in vrij korte tijd grotendeels is ingehaald.
164