De heer Schreuder gaf op dit laatste punt een toelichting, waaraan wij het volgende ont lenen: Na de rede van de heer Schreuder werden de voorstellen tot statutenwijziging met alge mene stemmen aanvaard. Met de rondvraag was de vergadering hier mede praktisch ten einde en de voorzitter kon aan het slot zijn dank en voldoening uit spreken over deze welgeslaagde bijeenkomst. het tijdstip, de bedragen en de voorwaarden van elke uitgifte bepaalt. Ten derde behelsde het voorstel art. 49 te doen ver vallen, in welk artikel in de instelling van een finan ciële commissie werd voorzien. Tenslotte waren er voorstellen gedaan tot wijziging van de kapitaals- en aansprakelijkheidsstructuur van de Centrale Bank. Volgens de thans geldende be paling van art. 8 lid 2 bedraagt de totale aanspra kelijkheid van de leden van de Centrale Bank het viervoud van het geplaatste aandelenkapitaal. De voorgestelde wijzigingen van de artikelen 51 en 18 hebben ten doel de kapitaals- en aansprakelijkheids structuur in dier voege te wijzigen, dat het geplaatste kapitaal wordt verdubbeld en volgestort en dat de aansprakelijkheid wordt teruggebracht tot anderhalf maal het geplaatste kapitaal. Hiermede wordt een versterking van de solvabiliteitspositie van de Cen trale Bank beoogd. Het geplaatste kapitaal van de Centrale Bank bedraagt tlhans 8.316.000 gulden, waarvan 6.272.000 gulden is gestort. De heer Mr. Schreuder bespreekt de statutenwijziging Bij het bestuur is de vraag gerezen of de vermogens positie van de Centrale Bank nog in overeenstemming kan worden geacht met de aard en de omvang Van het bedrijf van de Centrale Bank. Men heeft tweeërlei maatstaf nodig om deze vraag te beantwoorden. De eerste maatstaf betreft de wijze, waarop het ver mogen wordt berekend en de tweede betreft de waar dering van de risico's. Volgens afspraak met de Nederlandsche Bank zullen, voor het onderzoeken van de vermogenspositie van een bankinstelling de bezittingen zoveel mogelijk moeten worden gewaardeerd naar de juiste waarde, die aan die bezittingen kan worden toegekend op het ogenblik van waardering. De heer Schreuder gaf enige voorbeelden (de post effecten en de post vaste goederen en meubilair), aan de hand waarvan men kan zien, dat de waardering van deze posten op de balans kan afwijken van de waardering, welke men daaraan geeft voor de solvabiliteitsberekening. Ter berekening van die solvabiliteitspositie mogen de twee Centrales van boerenleenbanken het eigen ver mogen nog vermeerderen met het bedrag der aan sprakelijkheid van de leden, echter tot een maximum van het tweevoud van het geplaatste kapitaal. Waardering van de risico's Wat de waardering van de risico's betreft bestaan er ook bepaalde afspraken met de Nederlandsche Bank, die hierop neerkomen, dat sommige soorten van bezittingen geacht worden risicoloos te zijn, dat aan andere bezittingen een risico wordt toegekend van 10 ®/o en aan weder andere van 20 °/o. De afspraak met de Nederlandsche Bank ten aanzien van de solvabiliteit luidt nu, dat een bankinstelling juist over voldoende eigen vermogen beschikt, wan neer dat vermogen gelijk is aan de som van de risico's op de bezittingen. In verband met deze formulering en uit hoofde van de gedurende de laatste jaren sterk gestegen omvang van de zaken der Centrale Bank, heeft het bestuur het onderhavige voorstel ten aan zien van de kapitaals- en aansprakelijkheidsstructuur gedaan. Het bestuur achtte het niet nodig over te gaan tot een verhoging van het totale belang van de leden bij de Centrale Bank in de vorm van een verhoging van het kapitaal bij gelijkblijvende aansprakelijkheid. Het kapitaal wordt volgens het voorstel vermeerderd onder gelijktijdige vermindering van de aansprake lijkheid. De leden moeten als het ware een gedeelte van de aansprakelijkheid op tafel leggen in de vorm van kapitaalstortingen. Volstorting van het geplaatste kapitaal van iedere bankinstelling verdient om redenen van psychologische aard de voorkeur boven gedeel telijke storting. Krachtens de thans geldende statuten kan het geplaatste kapitaal van de Centrale Bank formeel dalen tot minimaal twee miljoen in verband met een daling van de balanstotalen van de leden. Het gedane voorstel zal een stabieler karakter geven aan de kapitaaldeelname van de boerenleenbanken in de Centrale Bank. Tenslotte wordt voorgesteld de te vergoeden rente op het gestorte kapitaal van jaar tot jaar vast te stellen op grond van de overweging, dat de uit de bedrijfsresultaten voortvloeiende mogelijkheden tot rentevergoeding zich niet onder alle omstandigheden laten voorspellen. 161

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1957 | | pagina 19