Rede van Zijne Excellentie
Or. S. L. Mansholt
Financieringsproblemen van de landbouw vergeleken
met bestaande kredietmogelijkheden en de taak van
de overheid.
Mijnheer di Voorzitter,
Mijnheer d< Commissaris van de koningin in de Provincie Utrecht,
Dames en Heren,
Ik heb met heel veel genoegen de uitnodiging aan
vaard om heden in Utrecht het nieuwe bankgebouw
van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank te
openen. Het gebeurt niet vaak, dat wij in de gelegen
heid zijn om een organisatie als deze in haar, wat ik
zou willen noemen, uiterlijke verschijningsvorm te
zien en te zien werken. Wij kunnen wel vaststellen,
dat de Bank, waarvan wij vandaag het nieuwe ge
bouw zullen openen, over het algemeen niet op de
voorgrond treedt.
Wij kunnen voorts vaststellen en zeker na de schets,
die zoëven is gegeven door de voorzitter van haar be
stuur, dat ontegenzeggelijk van de Coöperatieve Cen
trale Raiffeisen-Bank te Utrecht gezegd kan worden,
dat zij een van de sterke pijlers is, waarop de land
bouw is gebouwd.
Het is niet aan mij om op dit ogenblik op deze plaats
een uitvoerige indruk te geven van de omvang van
deze organisatie, maar ik geloof toch, dat het wel
goed is om nog even voor het voetlicht te halen de
grote betekenis van deze organisatie voor alles, wat
en voor iedereen, die met de landbouw heeft te maken.
Een groot aantal aangesloten banken, in totaal 727,
die op haar beurt 234.000 leden hebben, een miljoen
spaarders met een totaal tegoed van 1.600 miljoen
en bovendien 64.000 rekeninghouders met 275 mil
joen gedeponeerde gelden, dat zegt meer dan boek
delen. Vooral van grote betekenis is de ontwikkeling
van de organisatie als spaarinstituut en samen met
de organisatie van Eindhoven staat ze op het ogen
blik in Nederland als zodanig op de eerste plaats.
De belangrijkste plaats van de aangesloten banken,
nl. het verlenen van bedrijfskrediet aan leden en
natuurlijk daarnaast ook middellang en lang krediet,
heeft aan de organisatie een aanzienlijke uitbreiding
gegeven.
De bij de Centrale Bank te Utrecht aangesloten
banken, die momenteel in totaal J 350 miljoen aan
kredieten verleend hebben, hebben in de laatste jaren
vooral een bijzonder grote groei te zien gegeven
Kredietverlening na de oorlog
In het eerste na-oorlogse jaar, dat enigszins als nor
maal kan worden aangemerkt, werden in totaal
300 miljoen aan kredieten gegeven, welk bedrag
in de laatste 8 jaar is gestegen tot 850 miljoen.
Heel belangrijk voor de banken is het verstrekken
van kredieten aan individuele leden, maar ik geloof,
dat het daarnaast voor de totale ontwikkeling van de
landbouw in Nederland van bijzondere betekenis is,
dat ook juist tal van agrarische ondernemingen, die
betrokken zijn zowel bij de afzet van de produkten
als de aankoop en verwerking, in de financiering
worden bijgestaan. Ik denk aan een groot aantal aan-
en verkoopverenigingen, aan de zeer vele zuivel
fabrieken, veilingen, fokverenigingen, werktuigen
verenigingen, graan- en grasdrogerijen, enz.
Het zijn juist deze diverse verenigingen, die het de
Nederlandse landbouw hebben mogelijk gemaakt,
zich tot op dat peil te ontplooien, waarop zij zich op
het ogenblik bevindt. En daarnaast, en dat toont ook
weer de grote variëteit van werkzaamheden van de
Centrale Bank, schenkt zij aandacht aan de verzorging
met kredieten, speciaal rekening-courantkredieten,
van een aantal toporganisaties in de landbouw. Ik
geloof, dat wij wel mogen zeggen, dat de regelmatige
voorziening met die belangrijke hulpstoffen ik
denk aan kunstmest en aan de veevoederartikelen
voor onze landbouw niet mogelijk zou zijn geweest
indien niet ook door middel van de Centrale Bank
de financiering voor een belangrijk gedeelte werd
verzorgd. Als landbouwers denken wij daarover maar
al te licht. Maar indien wij zien de ontzaggelijke
127