Nieuw gebouw van de Centrale Bank
in gebruik genomen
In de Utrechtse Westerkerk heerste een bijzondere sfeer toen het grote moment
naderde, dat de voorzitter van het bestuur der Centrale Bank het spreekge
stoelte zou beklimmen om de eerste officiële woorden uit te spreken, die tot
opening van het nieuwe gebouw van de Centrale Bank zouden leiden.
We schrijven donderdag 9 mei 1957 en bijna 700 genodigden zijn op deze
stralende middag naar het centrum van Utrecht gekomen om getuige te kunnen
zijn van het feit, dat het landbouwkredietwezen een nieuw en modern middel
punt heeft gevonden.
Zij zijn samengekomen in de Westerkerk, waar bovendien nog de 280 perso
neelsleden van de Centrale Bank een plaats konden vinden. De zon maakte met
brede stralenbundels de kerk tot een helder lichte ruimte. In aandachtige
stemming zetten de gasten zich tot luisteren, waarbij men zich op verzoek van
de voorzitter van applaus of andere bijval onthield.
Des te meer reden was er om zich in rust te bezinnen op de betekenis van deze
middag, waarbij een nieuwe mijlpaal werd geplaatst in de ontwikkeling van
onze organisatie en in die van de Centrale Bank.
In zijn openingsrede gaf de voorzitter van het bestuur met feiten en cijfers
gestalte aan deze gedachte.
Verslag van de officiële opening nul redevoeringen
van Prof. Dr. Ir. G. Minderhoud en Z E. Min. Dr.
S. L. Mansholt.
Gebeurtenis van landelijke betekenis
Openingsrede van Prol. Minderhoud
Woorden van welkom en waardering
Excellentie, Dames en Heren.
Eindelijk en ten langen leste is dan de dag aange
broken, die wij voor de opening van ons nieuwe ge
bouw hebben kunnen vaststellen.
Namens de raad van toezicht, het bestuur en de
directie heet ik U allen hartelijk welkom en gaarne
geef ik U de verzekering, dat wij het hogelijk waar
deren, dat U door in zo groten getale gevolg te geven
aan onze uitnodiging, op sprekende wijze blijk geelt
van uw belangstelling voor onze organisatie.
De aanwezigheid van tal van dames onder U ver
hoogt voor ons de luister van deze dag.
Dat wij in dit kerkgebouw kunnen samenkomen
danken wij aan de welwillendheid van de kerkeraad
van de Gereformeerde Kerk te Utrecht-West.
Zonder deze medewerking zou het zeer bezwaarlijk
zijn geweest U op passende wijze te ontvangen.
Gaarne geef ik de kerkeraad de verzekering, dat wij
de wijze, waarop hij ons terwille is geweest, op hoge
prijs stellen.
In verband met de wijding, die in een kerk behoort
123