minister te moeten vernemen, dat de be
talingsbalans in de eerste twee maanden van
dit jaar een tekort heeft gelaten van 200
miljoen tegen slechts 10 miljoen in de over
eenkomstige periode van het vorige jaar.
Ook de positie van de handelsbalans is ten
opzichte van het vorige jaar nog verder
achteruitgegaan. De eerste vier maanden van
1957 gaven n.1. een invoeroverschot te zien
van 1480 miljoen tegen in invoersaldo van
ruim 900 miljoen in de eerste vier maanden
van 1956. Naar verhouding tot de uitvoer is
de invoer derhalve te sterk gestegen, waar
door de positie van de betalingsbalans intus
sen nog ongunstiger moet zijn geworden. In
de maand mei is de deviezenpositie van de
Nederlandsche Bank echter niet belangrijk
gewijzigd, hetgeen voor een deel wellicht zijn
oorzaak vindt in toevloeiing van kapitaal uit
het buitenland uit anderen hoofde, met name
voor betaling van aankopen van effecten
(Koninklijke vooral!) op de Amsterdamse
beurs.
Stuivertje wisselen
Van de kant van de kapitaalbeweging met
het buitenland ondervindt de binnenlandse
geldmarkt tot dusverre geen merkbare ver
ruiming. De bodem van de schatkist is in
tussen weer een paar maal geheel zichtbaar
geweest, zodat een beroep op het krediet van
de Nederlandsche Bank moest worden ge
daan. Volgens de laatste weekstaat, die in
mei is gepubliceerd, was het Rijk voor bijna
100 miljoen aan de circulatiebank ver
schuldigd. Geen wonder dan ook, dat de
belastingadministraties alles op haren en
snaren zetten, om de voorlopige belasting
aanslagen 1957 zo snel mogelijk de deur uit
te krijgen. Maar zolang het binnenlandse
geldreservoir niet ruimer wordt, kan een ver
betering van de schatkistpositie slechts door
een toeneming van de kapitaalschaarste in de
particuliere sector tot stand komen. Er wordt
immers louter van stuivertje gewisseld, zon
der dat er stuivertjes bijkomen.
De kredietverstrekking door de banken aan
het bedrijfsleven is in totaal in de eerste
maanden van 1957 nauwelijks toegenomen en
de betalingen, die door het Rijk zijn verricht
waarvoor o.a. kon worden geput uit
f 150 miljoen tegenwaardegelden, die van de
bijzondere naar de vrije rekening van het Rijk
bij de Nederlandsche Bank werden overge
boekt hebben de positie van het bankwezen
zodanig verruimd, dat in de loop van mei de
bij de circulatiebank opgenomen voorschotten
geheel konden worden afgelost en boven de
verplichte dekking nog een vrij ruime marge
bij de Nederlandsche Bank kon worden aan
gehouden. De schatkist heeft zich anderzijds
gehaast, telkens wanneer er oud schatkist
papier moest worden afgelost, daartegenover
middelen aan te trekken door afgifte van
nieuw schatkistpapier, waarvoor de hoogst
mogelijke rentevergoeding werd betaald, n.1.
een disconto van 3'Vnl of juist 7™ °/o be
neden het officiële disconto van de Neder
landsche Bank. Dit laatste is altijd de
grens, omdat anders eventueel herbelening
bij de circulatiebank zonder offer door de
banken zou kunnen geschieden, althans voor
zover de Nederlandsche Bank daaraan geen
halt zou toeroepen. Gelijkstelling van schat
kistdisconto en officieel disconto zou enerzijds
het bankwezen geheel voor het risico van een
toenemende verkrapping vrijwaren het
geen natuurlijk nooit de bedoeling kan zijn
en anderzijds de monetaire rem van het
officiële disconto illusoir maken.
139