aav De heer van der Borch bracht vervolgens dank aan de mede-comitéleden en aan degenen, die behulpzaam waren geweest, waarna hij overging tot de aan bieding van niet minder dan 35 bloemstukken namens de 35 ringen der- organisatie, welke stukken reeds in de bank waren geplaatst. Ten dele zijn deze uitgevoerd in de kleuren der provincies. Met een dankwoord aan de aangesloten banken besloot spreker zijn rede. Als laatste spreker trad naar voren de heer H. te Kolsté, die het woord voerde namens het personeel van de Centrale Bank. Hij bracht in herinnering hoe er geruime tijd geleden uit het midden van het personeel het initiatief naar voren was gekomen om op enigerlei wijze bij te dragen in de bouw van de Centrale Bank. Een commissie, waarin alle afdelingen van de bank in grote lijnen ver tegenwoordigd waren, ging daarna aan het werk om de plannen een bepaalde vorm te geven. Met groot succes werd een beroep gedaan op directie en perso neel tot het leveren van financiële bijdragen. In overleg met de heren archtitecten. werd de keuze van een geschenk toen bepaald op een permanente versiering van de leuning van de trap in de vestibule, aan de monumentale hoofdingang. De heer Te Kolsté zei hiervan het volgende: Bronzen gedenkplaat van Raiffeisen. Een der geschenken der aangesloten banken. Sier-balustnade als pensoneelsgeschenk Zou in deze trap reeds de functie en betekenis van directie en personeel in het grote geheel van het landbouwkredietwezen gesymboliseerd kunnen zijn, de balustradeversiering als zodanig zo stelden wij ons voor zou de levensgang van de mens moeten uitbeelden en in het bijzonder de geest en de sfeer moeten projecteren, waarin op de Raiffeisen-Bank wordt gewerkt. De opdracht om deze suggesties gestalte te geven werd verleend aan de edelsmid, de heer Willem Kloosterman uit Tilburg, die bij de uitvoering daar van volkomen vrij werd gelaten. Wij hebben de over tuiging, dat hij erin geslaagd is onze gedachten in kunstzinnige en begrijpelijke vorm te gieten. 130

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1957 | | pagina 12