Kredietverlening en beleggingen in eigen kring (exclusief debetsaldi in lopende rekening); overzicht van het aantal der in ieder jaar verstrekte posten en het daarmede gemoeide bedrag, van het in ieder jaar afgeloste bedrag en van het gemiddeld per post verstrekte bedrag in de jaren 19521956. A. Voorschotten aan natuurlijke personen, niet vallende onder hypotheken. Bedragen x 1 min. 1952 24,5 5.210 16,1 12,3 3.090,— 1953 28,3 6.718 18,6 11,4 2.770, 1954 35,5 7.870 24,7 14,1 3.140,— 1955 46,1 9.292 32,8 17,9 3.530,— 1956 61,0 8.571 34,6 21,4 4.040,— 1957 74,2 37.661 126,8 77,1 B. Hypothecaire leningen aan natuurlijke personen. 1952 170,0 6.726 44,9 19,1 6.680,— 1953 195,8 7.533 52,8 24,8 7.010, 1954 223,8 8.602 67,0 30,7 7.790,— 1955 260,1 9.545 84,4 38,2 8.840,— 1956 306,3 11.302 108,0 43,7 9.560,— 1957 370,6 43.708 357,1 156,5 C. Leningen aan rechtspersonen. 1952 53,0 322 10,7 5,5 33.230,— 1953 58,2 283 10,5 8,8 37.100, 1954 59,9 348 11,7 7,6 33.620,— 1955 64,0 496 21,3 7,4 42.940,— 1956 77,9 580 28.2 8,0 48.620,— 1957 98,1 2.029 82,4 37,3 Saldo Verstrekt Afge- bedrag b per I Gem. per post 1/1 aantal bedrag verstrekt 85

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1957 | | pagina 11