deze zaken in de Kamer, die intussen verdere voortgang heeft. Diepe prijsval van eieren In het marktbericht van de Oostelijke Pluim veecoöperatie over de periode van 25 februari tot en met 2 maart lezen we, dat er van de zijde der Duitse importeurs vrijwel geen vraag kwam, omdat men daar te lande nog over voldoende voorraden beschikte om de importen voorlopig te kunnen uitstellen. In het binnenland en buitenland bleven de detailprijzen op meerdere plaatsen nog op een te hoog niveau gehandhaafd en was de consumptie niet groot genoeg om een snelle ruiming te bewerkstelligen. Zo brokkelden de prijzen steeds verder af. België kwam uit met een exportsubsidie van bijna 2 cent per ei. Ook de Franse overheid zou zo iets in de zin hebben. Zo heeft de toestand zich van kwaad tot erger ontwikkeld en werd in de tweede helft van de week een prijspeil bereikt, dat kort geleden nog totaal onmogelijk werd geacht en dat voor de na-oorlogse tijd ongekend laag moet worden ge noemd. Intussen is de handel met Duitsland en ook met Italië weer enigermate op gang ge komen en mag verbetering verwacht worden. De zachte winter heeft blijkbaar de produktie van eieren alom in West-Europa gunstig be- invloed. De gevolgen zijn niet mis. Prijzen van ruim 8 cent voor grote eieren zijn nog niet vol doende om de voederkosten goed te maken. Voor de bedrijven, die voor een belangrijk deel op de inkomsten uit de pluimeeveehouderij zijn aangewezen, is het een enorme tegenvaller, temeer daar ook de varkenshouderij niet bij zonder floreert. Deze gang van zaken, zo maar midden in het broedseizoen, kan wel eens van grote invloed zijn op de broederij en de opfok voor dit j aar. Slechtweerkredieten 1956 Er is een wetsontwerp ingediend tot wijziging van de begroting van landbouw. Deze wijziging houdt in, dat 275.000,wordt uitgetrokken voor rentesubsidie in verband met de finan cieringsregeling voor door wateroverlast ge troffen agrarische bedrijven. Dit onderwerp hebben we in het overzicht van februari reeds besproken. De overheid, aldus de toelichting tot het wetsontwerp, zal maatregelen moeten nemen om ernstige terugslag in de getroffen gebieden te voorkomen. Het standpunt wordt ingenomen, dat de geleden schade niet voor vergoeding in aanmerking komt. De hulpverlening is bedoeld als een ondersteuning om de voortzetting van het bedrijf te verzekeren. Zij moet daarom be perkt blijven tot die land- en tuinbouwers, die niet meer of niet geheel in staat kunnen worden geacht zich op eigen kracht de benodigde finan cieringsmiddelen te verschaffen. De minister is van mening, dat daarom een kredietregeling kan worden toegepast, die analoog is aan die, welke in 1954 bestond. Onder waarborg van de Staat kunnen door land- en tuinbouwers leningen worden aangegaan bij de normale kredietinstellingen. Hiervoor komen de bedrij ven in aanmerking, die meer dan 30 schade hebben. De hoogte van de te verstrekken kredieten zal moeten worden vastgesteld aan de hand van de financieringsbehoefte voor een normaal produktiejaar van het gehele bedrijf, de restopbrengst van de produktie 1956 en de liquiditeitspositie van het desbetreffende be drijf. Het te verstrekken krediet zal de geleden schade, in geld uitgedrukt, niet te boven mogen gaan. Ter verdere tegemoetkoming neemt de overheid van de te berekenen rente 1 Va °/o voor haar rekening. De aflossingstermijn is 10 jaar. De minister houdt er rekening mede, dat voor 25 a 30 miljoen krediet zal worden verstrekt. Bijzondere maatregelen overweegt de regering te nemen voor die bedrijven, die zowel in 1954 als in 1956 door wateroverlast zijn getroffen. Gedacht wordt aan een regeling, waarbij in de gevallen, waarin het Landbouwschap hulp a fonds perdu noodzakelijk acht, in plaats van een schenking van het Landbouwschap voor een dienovereenkomstig bedrag door de Staat ten behoeve van de betrokken kredietnemers de schuld ingevolge de kredietregeling 1954 aan de bank wordt gedelgd. Nadere voorstellen kunnen worden tegemoet gezien. Dit laatste is niet geheel duidelijk. Wat wordt bedoeld met ,,in plaats van een schenking van het Landbouwschap"? Moeten we dit soms zo opvatten, dat naast die schenking de regering tot schulddelging overgaat? De regeling is minder gunstig dan die voor 1954, toen 2 rentesubsidie werd gegeven bij een lagere stand van de debetrente. Kredietmogelijkheden in de middenstand en in de landbouw Mede in verband met punt 7 van de stellingen, door het kamerlid dr. A. Vondeling behandeld op een agrarisch congres te Tiel (zie Raiffeisen- Bode februari 1957, bldz. 34) laten wij hier volgen een passage uit de memorie van ant woord op het voorlopig verslag van de Tweede 53

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1957 | | pagina 7