aandelijk.se momentopnamen Het spel en de knikkers Bij de behandeling van de nota inzake beperking van bestedingen in de Tweede Kamer is meteen het kernpunt van de landbouwpolitiek behan deld. Men zal dit bij de behandeling van de landbouwbegroting nog wel eens dunnetjes over doen aan de hand van de zeer uitvoerige uit eenzettingen, die de minister in de memorie van antwoord heeft gegeven. Maar, de eigenlijke strijd zal dan toch wel gestreden zijn. Voor het debat begon heeft het Landbouwschap in een nota aan de leden der Tweede Kamer zijn stand punt uiteengezet. Deze nota heeft in de Kamer veel weerklank gevonden. De bezwaren van het Landbouwschap tegen de plannen der regering betreffen, voor zover dat de landarbeidersionen en de beloning van de boer voor handenarbeid en ondernemersfunctie aangaat, meer het spel dan de knikkers. In de nota wordt het bijzonder teleurstellend ge noemd, dat de regering zich heeft onthouden van een positieve uitspraak over de relatieve gelijkstelling van de beloning van de landarbeid met die van gelijkwaardige arbeid in het overige bedrijfsleven ten plattelande. Verder gaat het Landbouwschap er geenszins mede akkoord, dat bij de kostprijsberekeningen in het vervolg zal worden uitgegaan van een beloning van de boer voor bedrijfsleiding en handenarbeid tezamen. Op grond van de onderscheidene overwegingen acht men een afzonderlijke waardering van de functies van de boer als handarbeider en als bedrijfsleider noodzakelijk. de regering meent aan de deblokkering voor waarden te moeten verbinden aangaande de besteding van de gelden, welke voorwaarden dan de sanering van niet-levensvatbare be drijven zouden beogen. Een van de eigenaardigste kanten van het blokkeringsplan is, dat blokkering uitsluitend betrekking zal hebben op produkten, waarvoor minimumgarantieprijzen, gerealiseerd met be hulp van toeslagen, gelden, in casu melk, rogge en op lichte gronden geteelde haver. Dit zou betekenen, dat voor de weide-, gemengde en veenkoloniale bedrijven de eigenaarslasten ge blokkeerd zullen worden. Het betreft, aldus het Landbouwschap, juist de bedrijfstypen, waarop de liquiditeitspositie in de laatste jaren veel te wensen overlaat en het onderhoud der gebou wen dientengevolge dikwijls achterwege is ge bleven. De vrees wordt verder uitgesproken, dat de blokkering een grote administratieve romp slomp met zich zal voeren. In de Tweede Kamer Het Kamerdebat heeft in grote lijnen opge leverd, dat de zeer onbevredigende toestand, waarin de landbouw verkeert, duidelijk is ge steld en dat dit niet is aangevochten. Er is vrij veel verzet gerezen tegen de voorgenomen blok kering en tegen de bestedingscontrole van de 50 miljoen, maar het is niet duidelijk gewor den of een meerderheid in de Kamer dit wil uitvechten. De verhoging van de melkprijs met 10 cent, waarvan 6 cent wegens stijging der produktiekosten en 4 cent wegens afschaffing van het rijkssubsidie, vond zeer weinig waar dering. Over dit laatste punt heeft de regering zich ijlings beraden. Het resultaat is geweest, dat bij de beantwoording van de sprekers door minister Hofstra kon worden medegedeeld, dat het niet meer dan 6 cent zal worden en dat we daarom enige belastingverhoging zullen moeten aanvaarden. Minister Mansholt heeft z'n eindje vastgehouden en in eerste aanleg althans niet toegegeven aan de verlangens, die van agra rische zijde (zie de punten van het Landbouw schap) naar voren zijn gebracht. Hij heeft daarbij een verduidelijking gegeven van zijn politiek ten aanzien van de kleine bedrijven, die door sommige afgevaardigden nogal critisch beoordeeld was. Tot zover de behandeling van Bij het derde punt van de verlangens van het Landbouwschap, de eigenaarslasten, gaat het echter om aanzienlijk meer dan het spel alleen. Op goede gronden was voor deze post 200 mil joen gevraagd, de regering gaat niet verder dan 50 miljoen en acht het dan nog niet gewenst om hiervoor aanstonds dekking te zoeken, maar verschuift de eventuele uitbetaling ervan tot op z'n vroegst 1 januari 1959. O]) vrijwel alle pun ten van dit onderdeel is het Landbouwschap het oneens met de regering. Het heeft een andere opvatting over de hoogte van de in rekening te brengen rente en afschrijving, over de grondrente (een zeer gecompliceerde zaak) en ten slotte over de voorgenomen blokkering, die men in het geheel niet kan slikken. Ten enenmale onaanvaarbaar wordt het geacht, dat 52

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1957 | | pagina 6