Refugee Relief Act, administratief beëindigd.
De uitvoering van deze immigratiewet, welke in
1953 tot stand kwam, is ook voor Nederland
van grote betekenis geweest. De resultaten, die
deze emigratie in de nabije toekomst zal blijken
op te leveren,zullen ongetwijfeld de toekomstige
migratiebetrekkingen tussen de U.S.A. en Ne
derland mede bepalen.
De uitvoering van de Refugee Relief Act is in
het algemeen gesproken, maar ook wat Neder
land betreft, geen eenvoudige zaak geweest. Dat
de toepassing van deze wet op de Nederlandse
omstandigheden op veel moeilijkheden zou
stuiten, was een ieder die kennis genomen had
van de inhoud van de wet, van de aanvang
af wel duidelijk. Deze wet immers bedoelde in
de eerste plaats een bijdrage te leveren tot de
oplossing van het vluchtelingenprobleem.
Hoewel de tweede wereldoorlog en de gevolgen
daarvan evenmin aan ons land onschuldig zijn
voorbijgegaan, kenden wij hier niet althans
niet op enige schaal het probleem der werke
lijk ontheemden. Wat dit betreft, leek het aan
vankelijk weinig voor de hand te liggen, dat
Nederland tot het aan ons land toegedachte
niveau van 17.000 visa van deze emigratie
mogelijkheid gebruik zou kunnen maken.
Inderdaad hadden de gevolgen van de tweede
wereldoorlog zich in ons land minder schrij
nend geconcentreerd in een bepaalde bevol
kingsgroep dan elders het geval was. Aan de
andere kant kan gesteld worden, dat geen enkele
bevolkingsgroep in Nederland aan de gevolgen
van de oorlog '40-'45 ontkwam. Het siert ons
volk, dat de gelijke verdeling van de na
oorlogse lasten het ontstaan van werkelijk
noodlijdende groepen heeft voorkomen.
Zo gezien leek het dan ook weinig rechtvaardig,
dat ons land slechts een gering gebruik van deze
extra emigratiemogelijkheid zou kunnen maken.
Van het begin af aan bestond bij degenen, die
met de uitvoering van deze wet waren belast,
de vaste wil, de Refugee Relief Act ook voor
Nederland tot een zo groot mogelijk succes
te maken. De moeilijkheden, die zich bij de uit
voering van deze wet voordeden, en die er toe
leidden, dat de eerste belangrijke resultaten
eerst konden worden geboekt toen het einde van
het programma voor de deur stond, waren dan
ook bepaald niet aan gebrek of medewerking
van Amerikaanse zijde te wijten. Deze moeilijk
heden sproten voort uit de tekst van de wet,
zoals deze door het Congres was aangenomen,
een tekst, die weinig paste op de Nederlandse
omstandigheden.
Bijna twee jaren waren er mee gemoeid, al-
72
vorens een geheel duidelijk beeld was verkregen
hoe deze wet voor Nederland moest worden
toegepast.
Dit betekende natuurlijk niet, dat de uitvoering
van dit speciale programma daarop geheel
moest blijven wachten. Nadat in het begin van
1954 overeenstemming was bereikt over de cate
gorieën Nederlanders, die in principe onder
deze wet zouden kunnen vallen, kon in mei 1954
de aanmelding voor deze bijzondere emigratie
worden opengesteld.
De toen nog heersende onzekerheid omtrent een
aantal vereisten, waaraan de aanvragers moesten
voldoen, alsmede het feit. dat voor iedere
adspirant-emigrant een door een Amerikaans
staatsburger getekende borgstelling moest wor
den verkregen, waren de oorzaken dat de toe
loop voor dit programma geruime tijd gering
was. Hierin kwam eerst in het laatste jaar, in
1956, een grondige wijziging.
Nadat de samenwerking met de Amerikaanse
maatschappelijke organisaties begon te resul
teren in het beschikbaar komen van grotere
aantallen borgstellingen het was toen reeds
in het voorjaar van 1956 stroomden de aan
meldingen binnen.
Toen op 1 september 1956 de mogelijkheid tot
aanmelding definitief moest worden afgesloten,
hadden zich, sinds de openstelling van de aan
meldingen op 15 mei 1954, bijna 29.000 per
sonen voor dit programma laten registreren.
Van deze 29.000 aanmeldingen werd in de
weinige beschikbare maanden van 1956 bijna de
helft geregistreerd. Deze concentratie in 1956
veroorzaakte vele administratieve problemen.
In de maand maart 1956, dus in 2V2 jaar tijd,
waren nog geen 2.000 visa van de beschikbare
17.000 verstrekt, zodat het op 31 december be
reikte resultaat van 15.600 visa op zijn minst
opmerkelijk genoemd mag worden.
Dit is slechts mogelijk geweest door grote mede
werking en inspanning van Amerikaanse zijde.
In de eerste plaats van het State Department,
dat de mogelijkheden schiep, dat deze wet kon
worden uitgevoerd en van het personeel van de
Amerikaanse Ambassade en het Consultaat-
Generaal hier te lande, dat met de uitvoering
van deze wet was belast.
In de tweede plaats werd dit resultaat mogelijk
door de onmisbare medewerking van de Ameri
kaanse maatschappelijke organisaties, de zoge
naamde voluntary agencies, die officieel bij de
uitvoering van deze wet waren ingeschakeld.
Alle inspanningen zouden tevergeefs zijn ge
weest, indien deze laatsten niet in staat zouden
zijn geweest de benodigde borgstellingen