migratie
en
stellers hebben dan ook vooral de laatste cate
gorie van belangstellenden voor ogen gehad en
geven in deze publikatie een analytische be
schrijving van het ontstaan en de ontwikkeling
van de coöperatie hier te lande, zonder de bui
tenlandse lezer daarbij te vermoeien met de
namen van de vele coöperatieve organisaties,die
in ons land bestaan. Voorts wordt slechts hier
en daar met een enkel cijfer de betekenis van
de coöperatie die, zoals bekend, in diverse
sectoren zeer groot is aangegeven.
Gezien de belangrijke plaats, die de landbouw
coöperatie inneemt, is in hoofdstuk I, de inlei
ding, in het kort de bijzondere structuur en de
betekenis van de Nederlandse landbouw ge
schetst. In de daarop volgende hoofdstukken
wordt achtereenvolgens voor de diverse soorten
van coöperatie kredietcoöperaties (boeren
leenbanken), aankoopcoöperaties, afzetcoöpera-
ties, verwerkingscoöperaties, verbruikscoöpera
ties en andere vormen van coöperatie, zoals
dienstverleningscoöperaties en onderlinge ver
zekeringsmaatschappijen nagegaan onder
welke omstandigheden zij zijn ontstaan, welke
moeilijkheden bij hun oprichting moesten wor
den overwonnen en hoe de verdere ontwikke
ling is verlopen.
Hierna wordt in een aantal hoofdstukken aan
dacht geschonken aan de diverse problemen, die
zich binnen de coöperatieve vereniging en bin
nen het samenstel van coöperaties, dat wordt
gevormd door de plaatselijke coöperaties en hun
centrale organisaties, voordoen.
In het hoofdstuk „Management' wordt de ar
beidsverdeling tussen de diverse organen van
de coöperatieve vereniging (algemene vergade
ring, raad van toezicht, bestuur, directie) be
sproken. In het hoofdstuk „Organisation" wordt
de vraag behandeld of aan enkelvoudige
(„specialiseddan wel aan meervoudige
(„multipurpose") coöperaties de voorkeur moet
worden gegeven, worden de problemen bespro
ken met betrekking tot verkeer met niet-leden,
vrije toe- en uittreding tot de coöperatie en ver
plichting tot het gebruik maken van de coöpe
ratie en wordt ten slotte een beschouwing gewijd
aan de verhouding tussen de plaatselijke coöpe
raties en hun toporganisaties. In het hoofdstuk
„Financing the co-operatives" wordt een schets
gegeven van de wijze, waarop de eerste coöpe
raties zijn gefinancierd en van de financiering
zoals deze zich in een later stadium heeft ont
wikkeld. Hierbij wordt aandacht besteed aan
de diverse vormen van aansprakelijkheid, aan
de rol van het aandelenkapitaal, aan de bete
kenis van eigen kapitaalvorming en aan de
ledenrekening.
Uit het hoofdstuk „The co-operative movement
In het slothoofdstuk „Conclusions" worden o.a.
de voorwaarden aangegeven, die bepalend zijn
geweest voor de ontwikkeling van de coöperatie
hier te lande en die in het algemeen moeten
zijn vervuld, wil er sprake kunnen zijn van een
vrije en onafhankelijke ontplooiing van de
coöperatieve activiteit. Hiermee willen de sa
menstellers overigens niet zeggen dat er elders
en zij denken hierbij in het bijzonder aan
onderontwikkelde landen niet een taak voor
de overheid op het gebied van de coöperatie
ligt'
Dit boekje kan ongetwijfeld bijdragen tot een
beter begrip, in het bijzonder bij vertegenwoor
digers van onderontwikkelde landen, omtrent
de coöperatie in Europa en met name in ons
land. Het kan als zodanig als een waardevolle
bijdrage in het kader van de technische hulp
verlening worden beschouwd.
Door de heer mr. J. A. U. M. van Grevenstein,
directeur van de Nederlandse Emigratiedienst,
werd onlangs in de rubriek „Nederland en de
wereld'' een radiolezing gehouden over de emi
gratie naar de Verenigde Staten van Amerika.
Aan de tekst van deze lezing ontlenen wij het
navolgende:
Bij de jaarwisseling 19561957 werd het bij
zondere emigratie-programma naar de Ver
enigde Staten van Amerika, vastgelegd in de
and the government" blijkt duidelijk de be
perkte taak, die de overheid in ons land zich
ten aanzien van de coöperatie die zich prak
tisch geheel zonder overheidshulp heeft ont
wikkeld heeft gesteld. In het kader van dit
hoofdstuk worden o.a. enige beschouwingen ge
wijd aan de coöperatiewet.
71