tot stand worden gebracht. Met behulp van de kredieten konden de boeren zich allerlei land bouwmachines en landbouwproduktiemiddelen aanschaffen, waardoor handel en nijverheid op hun beurt opbloeiden. Er ontstond een toene mende vraag naar arbeidskrachten in handel, industrie en landbouw, waardoor de werkloos heid daalde. En tenslotte werd bezitsvorming mogelijk gemaakt. Toch kan men niet verwachten, dat de positie van de boer met de komst van de ACCFA als bij toverslag ideaal geworden is. Daarvoor be hoeft de economische structuur van het land nog tal van ingrijpende maatregelen, welke misschien buiten het gezichtsveld van de ACCFA, maar toch binnen het kader van het landbouwontwikkelingsplan liggen. Onlangs liet de ACCFA een rapport samenstellen en publiceren, waaruit bleek, dat de landbouw vooral gediend zou zijn met invoering van maatregelen, die de import van buitenlandse produkten aan banden zou leggen. Vele import artikelen zou het land zelf kunnen produceren. Deed men dit, dan zou een nodeloze en kostbare deviezenverspilling worden voorkomen en de eigen produktie, die thans zoveel schade onder vindt van de buitenlandse concurrentie, niet alleen gesauveerd maar ook gestimuleerd wor den. Alleen al aan voedingsmiddelen als graan, zuivel, eieren werd vorig jaar reeds voor ruim 158 miljoen geïmporteerd. De textielimport beliep 171 miljoen pesos; die van tabak 20 mil joen pesos. Weliswaar neemt de eigen produktie de laatste jaren dank zij de invloed van de ACCFA toe, maar deze zou aanzienlijk hoger komen te liggen, wanneer de voorgestelde maatregelen doorgevoerd zouden worden. De Philippijnse landbouw heeft een grote achter stand in te halen. Twee voorbeelden. Canada 62,5 U.S.A 43,6 Italië 32 Argentinië 26 Frankrijk 23,7 Philippijnen 12,4 Hawaï 258 Java 256 Peru 200 Australië121 Porto Rico 117 Philippijnen 91 Een ander punt, dat in de landbouw bij de Philippijnen dringend aandacht behoeft, is de modernisering van het produktie-apparaat, Rijst, hennep en copra zijn er de meest gepro duceerde landbouwprodukten. Men zou er dus op dit gebied althans de invloed van de mo derne techniek verwachten. Men werkt er echter nog met de ouderwetse rijstmolen, die niet de helft verwerkt van de moderne rijst- 6 machine. Met de hennepbreker is het al precies eender gesteld. Wat de copracultuur betreft, zal eerst binnenkort een machine in de handel worden gebracht, waarmede men, met uitscha keling van coprabereiding, kokosolie uit verse jonge noten kan persen. Als bijzonderheid kan hierbij worden vermeld, dat het nieuwe procédé, naar verwacht wordt, een omwenteling in de kokosoliefabricage tengevolge zal kunnen heb ben. Het olierendement bedraagt bij de nieuwe bereidingswijze 50 °/o van het gewicht aan vruchtvlees. De helderwitte reukloze kokosolie is zonder meer bruikbaar voor de verdere toe passing bij de margarinefabricage en dergelijke. Bovendien verkrijgt men 40 tot kokosmeel te verwerken perskoek. De capaciteit van de nieuwe oliepers bedraagt 96.000 noten per dag. Dit is slechts een illustratie van hoe het is en hoe het kan. Zo is het ook met de andere cultures. Ook op het gebied van de nevenprodukten zijn de Phi lippijnen nog zeer achter. De bijprodukten worden er tegenwoordig nog rustig vernietigd zonder verwerkt te worden tot produkten. welke men thans moet invoeren. Om kort te gaan, men haalt er niet uit wat er in zit. Er wordt niet genoeg geproduceerd en geëxporteerd. In het algemeen zal de boer geen hogere prijzen voor zijn produkten kunnen be dingen dan de afnemer wil betalen. Wil hij later van zijn afnemer terugkopen, dan heeft hij zich neer te leggen bij de prijs, die de af nemer vaststelt. De boer is de enige man, die het risico draagt en de stroppen krijgt, die dus voortdurend in de schulden zit. Blijkens een onlangs ingesteld onderzoek schijnt er jaarlijks voor ongeveer vijfhonderd miljoen pesos in de zakken van de opkopers van landbouwproduk ten terecht te komen. Het landbouwontwikkelingsplan is ten dele ten uitvoer gebracht. Er is een landbouwkrediet- Organisatie gekomen, die de boeren uit de grijp armen van de woekeraars moet houden en hen in staat zal moeten stellen de meest noodzake lijke produktiemiddelen aan te schaffen. Er is een aan- en verkooporganisatie gekomen, die de agrarische producenten een behoorlijke winst zal moeten verzekeren en tot een hogere pro duktie zal moeten stimuleren. Maar van maat regelen, die de import van goederen, welke het land zelf kan voortbrengen, beperken, is nog niets te bespeuren. En toch zou dit alleszins gewenst zijn, temeer daar de invoerrechten voor de nodige importen benut zouden kunnen worden ter subsidiëring van de eigen produktie. Maar er is nog meer, waaraan bijzondere aan dacht dient te worden besteed, n.1. toepassing Graanopbrengst in eenheden per h a Suikeropbrengst in eenheden per ha

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1957 | | pagina 8