vier afdelingen met elk weer onderafdelingen.
De afdeling secretariaat bestaat uit de onder
afdelingen planning, uitvoering, coöperatie en
landbouw. De tweede afdeling is onderverdeeld
in kas, administratie, boekhouding, accountancy,
voorlichting en controle. De juridische afdeling
staat onder leiding van twee door de Staat be
noemde ambtenaren, wier functies overeen
komen met die van de staande en zittende
magistratuur ten onzent. De vierde afdeling
omvat de regionale en provinciale bureaus. Een
regionaal bureau is een centrale van twee of
drie provinciale bureaus. Een provinciaal bureau
bestrijkt minstens zeven plaatselijke instellingen,
de hieronder vermelde FaCoMa's. De ACCFA
telt ruim 400 man personeel en heeft haar
hoofdkantoor in Manilla. Medio 1954 beschikte
zij over ruim 47 miljoen pesos kapitaal. Hier
van was 10 miljoen pesos gevoteerd door de
Staat, 32 miljoen pesos aangetrokken door uit
gifte van kort papier (1-5 jaar), ruim 1 miljoen
pesos geleend geld en bijna 4 miljoen eigen
middelen. Per dezelfde datum had de ACCFA
voor ruim 32,5 miljoen pesos krediet aan de
boeren uitstaan en bovendien nog ruim 11 mil
joen in de tabakscultuur geïnvesteerd. Op
31 maart 1956 bleek de ACCFA aan de boeren
reeds 68,3 miljoen pesos krediet verstrekt te
hebben.
Bij de verlening van kredieten maakt de
ACCFA sterk gebruik van de diensten van de
Farmers Coöperative Marketing Associations
(FaCoMa's). Dit zijn plaatselijke instellingen,
die zich in de eerste plaats bezig houden met
de aan- en verkoop van landbouwprodukten
(suiker, copra, rijst, koren, aardappelen, zout,
groenten, tabak, vis) en van landbouwproduk-
tiemiddelen (meststoffen, zaaizaad, werktuigen,
machines). Zij ressorteren onder de Central
Cooperative Exchange Inc.
De ACCFA verstrekt deze FaCoMa's zo nodig
ook krediet, voornamelijk „facility loans", die
men bedrijfskredieten zou kunnen noemen, en
merchandising loans", die bestemd zijn voor
de bouw van opslagplaatsen, aanschaf van
landbouwwerktuigen, aankoop van landbouw-
benodigdheden en dergelijke.
Aan de boeren geeft de ACCFA uitsluitend
oogstkredieten en kredieten ter verbetering van
het bedrijf en bovendien „commodity loans",
die naar Amerikaans voorbeeld dienen om de
boer een redelijke prijs voor zijn produkten te
verzekeren, die hij bij overproduktie in daartoe
aangewezen opslagplaatsen ten verkoop kan
laten opslaan.
Wil een boer voor een krediet in aanmerking
komen, dan dient hij dit wel bijtijds te doen,
want tussen het tijdstip van het indienen van
de aanvraag en het verkrijgen van het krediet
verlopen minstens twee maanden. De aanvraag
passeert liefst elf instanties. In het begin ligt
het zwaartepunt van de beoordeling van de
aanvrage, die in zesvoud moet worden inge
diend, bij de plaatselijke commissie en de
FaCoMa, om dan via de hiërarchieke weg van
de provinciale en regionale bureaus met hun
diverse commissies uiteindelijk bij het bestuur
van de ACCFA in Manilla terecht te komen.
Als voorwaaarde voor het indienen van een
aanvraag om een krediet wordt gesteld, dat de
boer lid wordt van de FaCoMa, waaronder hij
ressorteert. Daartoe zal hij een inleggeld moeten
betalen van tenminste 10 pesos. Voorts zal hij
met de FaCoMa een overeenkomst moeten aan
gaan, waarbij hij zich verbindt al de produkten
van zijn bedrijf aan deze te leveren en te ver
kopen. En tenslotte wordt van hem verlangd,
dat hij enig begrip heeft van het doel en de
werking van zijn FaCoMa.
De aanvrage zelf is voor driekwart een rapport
over de economische positie van het bedrijf en
het gezin van de boer. Omstandig moet opge
geven worden, hoe de pachtverhouding is en
welke bepalingen het pachtcontract bevat.
(Hieruit en uit het feit, dat er geen hypothe
caire kredieten worden verstrekt, zou men kun
nen afleiden, dat men op de Philippijnen alleen
pachtboeren kent, te meer daar de landbouw er
een sterk feodaal karakter draagt). Voorts moet
de boer opgeven, hoe groot zijn bedrijf is, hoe
veel grond hij hiervan exploiteert, hoeveel het
jaarlijks opbrengt en wat hij er zelf van mag
houden. Dan zal hij antwoord moeten geven op
de vraag, hoeveel zijn gezin jaarlijks nodig
heeft en wat het vooral aan rijst consumeert. Hij
zal opgave moeten doen van wat hij thans en
in de toekomst aan schulden heeft te betalen.
Ook alle andere bronnen van inkomsten anders
dan uit de landbouw zal hij dienen te vermelden.
Tenslotte moet hij volledige opgave doen van
zijn dode en levende inventaris.
Op het verstrekken van onjuiste inlichtingen
zijn straffen gesteld. De verstrekte inlichtingen
worden op hun juistheid en betrouwbaarheid
getoetst.
Ondanks de luttele jaren van haar bestaan is
de invloed van de ACCFA reeds goed merk
baar. De woeker verdween. De boer kon de uit
gespaarde woekerrente opzij leggen. Tot genoe
gen van producent en consument werden de
landbouwprijzen wat stabieler. Met behulp van
landbouwkredieten konden meststoffen worden
aangekocht, de bestrijding van de plantenziek
ten ter hand genomen en andere intensiveringen
t
5