Coöperatiedag
Salaris- en pensioenadviezen
Nog herhaaldelijk blijkt, dat door de besturen
van de aangesloten banken verwacht wordt, dat
de Centrale Bank ongevraagd advies zal ver
strekken betreffende de salaris- en pensioen
regeling.
Dit is evenwel niet het geval; adviezen worden
alleen gegeven op aanvraag.
De besturen van die banken, die nog geen
advies vroegen voor de salarisregeling van hun
kassier, worden verzocht dit alsnog te doen.
GOEDE BELANGSTELLING VOOR
Het is een goede gewoonte van het Instituut
voor Landbouwcoöperatie in Groningen om de
jaarlijkse algemene vergadering aan te vullen
met een openbaar gedeelte, waardoor terecht
gesproken kan worden van een Groningse
coöperatiedag. Wij hebben het genoegen gehad
deze coöperatiedag te mogen bijwonen, welke
geopend werd door de voorzitter van het in
stituut, de heer G. R. Meijer.
Deze gaf in zijn openingswoord een korte
samenvatting van de huidige agrarische pro
blemen, mede in verband met de coöperatie.
De daarop volgende vergaderingspunten om
vatten de gebruikelijke handelingen, waarna
tenslotte een inleiding werd gehouden door de
heer K. J. Vrijling te Abcoude.
Deze inleiding was getiteld: „Hoe ziet de
buitenstaander de landbouwcoöperatie?", welke
titel de spreker uitnemende mogelijkheden gaf
om de landbouwcoöperatie onder de loupe te
nemen zonder echter de pretentie te hebben van
een deskundig oordeel.
De heer Vrijling is als landbouwredacteur
echter geen onbekende op het door hem bespro
ken gebied. Het was niet zijn opzet om ideële
beschouwingen te geven over de coöperatie,
doch eerder om enkele facetten onder ogen
te zien.
Het is zijn persoonlijke ervaring, dat tal van
coöperaties zeer deskundig en uitstekend wor
den geleid. Men gaat zuinig om met boerengeld,
doch in bepaalde coöperatieve activiteiten is
men niet altijd zuinig met boerengeld.
Het is b.v. heel normaal, dat coöperaties in
dezelfde provincie of dezelfde streek als con
currenten van elkander optreden in plaats van
samen te werken. Ook op de buitenlandse markt
is er niet altijd sprake van eenheid. Het is dan
ook wel begrijpelijk, dat de buitenstaander zich
afvraagt, hoe zit dat?
GEWESTELIJKE BIJEENKOMST
Ook andere vragen dringen zich bij de buiten
staander naar voren b.v.: werken de om over
heidshulp vragende coöperaties wel rationeel?
Hebben zij hun winsten uitgekeerd of hebben zij
deze bestemd voor verbetering of research?
Hebben zij hun afzet wel voldoende gecoördi
neerd? Bestaat er voldoende samenwerking om
tot betere bedrijfsresultaten te komen?
Spreker gaf aldus een snelle opvolging van
vragen weer, die hij zelf niet van een antwoord
wilde voorzien. In verband hiermede sneed hij
het Groninger zuivelprobleem aan en merkte
o.a. op, dat de Domo reeds gepenetreerd was in
de Groningse consumptiemelkvoorziening.
Spreker vroeg zich af of de Groningse coöpe
raties wel voldoende bij de tijd zijn en of de
Groningse boer in zijn coöperatie wel zakelijk
genoeg was. Daarbij kon als stelling worden
geponeerd, dat coöperaties, die voorgaande
vragen oproepen, niet geheel aan hun functie
voldoen.
Een ander punt van bespreking was de publieke
opinie, die ook voor de landbouwcoöperatie van
het grootste belang is. Spreker constateerde
echter bij de landbouw te weinig gevoel voor
realiteit ten aanzien van de publieke opinie.
Blijkbaar heeft men in de kringen van de Z.H.I.
andere inzichten op het gebied van de publieke
opinie en de publiciteit. Er kan althans gecon
stateerd worden, dat „De Plattelandspost"
momenteel als het best geredigeerde landbouw
blad is te beschouwen, waarbij het volgens spr.
zijn anti-coöperatieve koers geheel vaarwel
heeft gezegd.
Een volgend facet, dat onder ogen werd gezien,
betrof de kaderopleiding. Spreker gaf in dit
verband enig inzicht in de opleiding van jonge
boerenzoons in Zweden en Denemarken. Er is
b.v. in Zweden een uitstekende coöperatie-
school met internaat en in Denemarken worden
20