in de noodzakelijkheid voor de banken, om nog
bij de Nederlandsche Bank debet te staan.
Weliswaar is de desbetreffende debetrekening
niet meer zo hoog als korte tijd geleden, toen de
voorschotten van de circulatiebank aan het
bankwezen boven de 300 miljoen waren ge
stegen. Maar het blijft onbevredigend, dat de
laatste weekstaat van de afgelopen maand voor
bedoelde voorschotten nog een totaal van
139 miljoen te zien gaf, terwijl daarnaast nog
34V2 miljoen aan schatkistpapier bij de
Nederlandsche Bank was verdisconteerd. En
wel des te meer, daar het percentage voor de
renteloze dekking, welke het bankwezen bij de
circulatiebank verplicht is aan te houden,
onlangs van 9 tot 7 °/o (der aan de bank toe
vertrouwde middelen) is verlaagd, hetgeen
neerkwam op een liquiditeitsverruiming van
rond 100 miljoen.
Gering schatkisttegoed
Teleurstellend is voorts voor de vooruitzichten
van geld- en kapitaalmarkt, dat de aanzienlijke
belastingbetalingen, die in deze tijd van het jaar
plaats vinden, niet hebben kunnen verhinderen,
dat het tegoed van het Rijk zich op een zeer
laag niveau blijft bewegen en op 26 november
tot minder dan 157 miljoen was gedaald.
Men weet intussen, dat op korte termijn maat
regelen door de regering zullen worden ge
nomen tot beperking van de bestedingen, die
zal moeten worden bereikt door vermindering
van subsidies, verhoging van belastingen en
een rechtstreekse vermindering van de inves
teringen door de overheid zowel als door het
bedrijfsleven. (Dit laatste zal mede worden be
reikt door het toestaan van minder bouwver
gunningen.)
Met de beperking van de bestedingen wordt
beoogd: ten eerste de deviezenverliezen tot
staan te brengen en zo mogelijk het tekort op
de lopende rekening van de betalingsbalans
voor een overschot van ten minste 200 miljoen
te doen plaats maken; ten tweede de spanning
resp. de schaarste op de binnenlandse geld- en
kapitaalmarkt te doen verminderen en een zo
danige verruiming van de schatkistpositie te
verwezenlijken, dat het Rijk in 1957 geen beroep
op de kapitaalmarkt zal behoeven te doen.
Slaagt deze opzet, dan zal het gemakkelijker
gelukken de stijging van het rentepeil tot staan
te brengen, vooropgesteld, dat de rentestijging
zich in het buitenland niet in sterke mate voort
zet. Want in dat geval zou die hogere buiten
landse rente een zuiging op de Nederlandse
geldmarkt blijven uitoefenen en aldus ook hier
318
weer een aanpassing aan dat hogere niveau
noodzakelijk maken.
Discontovoet en rentegamma
In financiële kringen meende men in de afge
lopen maand de mogelijkheid van een verdere
discontoverhoging door de Nederlandsche Bank
zoals men weet is het officiële rentetarief van
de circulatiebank in oktober tot 33A °/o verhoogd
niet geheel te mogen uitsluiten. Daartegen
pleitte op zichzelf het voornemen van de rege
ring om het officiële rentegamma (het voorge
schreven renteplafond voor overheidsleningen)
te handhaven. Minister Hofstra heeft zich
althans in deze zin uitgelaten, al heeft hij
daarbij niet uitdrukkelijk verklaard, dat het
geldende renteplafond van 474 °/o onder alle
omstandigheden ongewijzigd zou blijven. Slechts
heeft hij de onwenselijkheid van een verdere
stijging in het licht gesteld op grond van de
overweging, dat dan de huren nog meer zouden
moeten stijgen.
Particuliere emissiebedrijvigheid
Het rentegamma vormt thans voor de gemeen
ten en de provincies een onoverkomelijke
hinderpaal voor het uitgeven van nieuwe
leningen op de obligatiemarkt, waartegenover
de emmissiebedrijvigheid van de zijde van het
bedrijfsleven in de risico mijdende sector van
de kapitaalmarkt inmiddels wel is hervat.
Eerst is Van der Giessen Zonen's Scheeps
werven N.V. overgegaan tot de uitgifte van
5 °/o rentende obligaties en vervolgens kwam
ook de Amstel Brouwerij met een 5 rentende
lening, waarvan de laatste boven verwachting
geslaagd is.
Onderhands zijn echter de laatste tijd veel
grotere voorfinancieringstransacties tot stand
gekomen, op een rentebasis van 51A °/o. O.a. zal
in de jaren 1959/62 een bedrag van 250 mil
joen door grote levensverzekeringmijen en
particuliere pensioenfondsen ten behoeve van
de uitbreiding van de tankvloot der Koninklijke
Shell Groep worden verstrekt. Voor deze
lening, die een looptijd van in totaal twintig-
jaar zal hebben, is de rentevoet vastgesteld op
43A Maar daarboven genieten de geldver-
schaffende instellingen en z.g. bereidstellings-
provisie (louter voor hun toezegging om in de
jaren 1959 e.v. bedoelde bedragen te verstrek
ken) en daardoor wordt het feitelijke rendement
ca. 57r
Op dezelfde basis is dezer dagen een lening
van omtrent 140 miljoen afgesloten met de
Export Financiering Maatschappij, waarvan de