inancieel
overzicht
Vraag: Kan aan een cliënt der bank een voor
schot of krediet worden verstrekt, nog vóór
dat deze het ledenregister heeft getekend?
Antwoord: Hoewel de statuten van onze banken
over de wijze, waarop het lidmaatschap moet
worden aangevraagd, geen bepalingen bevat
ten, is het raadzaam - hoewel niet strikt nood
zakelijk - dat zulks geschiedt door middel
van een schriftelijke aanvraag. Indien degene,
aan wie het voorschot moet worden verstrekt,
aldus schriftelijk het lidmaatschap heeft aan
gevraagd en het bestuur besloten heeft de
aanvraag in te willigen, dan is deze als lid
toegelaten. Er is geen bezwaar tegen, wan
neer hij pas later tot het tekenen van het
ledenregister overgaat. Deze verklaring dient
gedateerd te worden op de dag, waarop zij is
gesteld, en dus niet op de dag waarop het
bestuursbesluit tot toelating is genomen. De
schriftelijke aanvrage van het lidmaatschap
dient, ingeval het voorschot of krediet is ver
strekt vóórdat het ledenregister is getekend,
ook na dat tijdstip te worden bewaard, opdat
steeds aangetoond kan worden, dat de be
trokkene reeds lid was op het moment, dat
het voorschot of krediet werd verstrekt.
Indien het lidmaatschap niet schriftelijk is
aangevraagd, dient het verstrekken van voor
schotten of kredieten aan de betreffende
persoon alvorens deze het ledenregister ge
tekend heeft, ontraden te worden.
Het besluit tot toelating dient in de bestuurs-
notulen te worden vermeld.
Aanhoudende kapitaalschaarste
In de afgelopen maand heeft de kapitaal-
schaarste zich nog sterker doen gevoelen dan
reeds in de voorafgaande maanden het geval
was. De aanwijzingen hiervoor liggen voor het
grijpen. In de eerste plaats kan verwezen wor-
dien naar onze maandelijkse koerstabel, waaruit
men kan aflezen, dat de koersen der staats
fondsen ditmaal over het geheel genomen
sterker zijn gedaald dan in enige voorafgaande
maand van het lopende jaar.
Met de daling op de obligatiemarkt is gepaard
gegaan een ongekend hevige inzinking op de
aandelenmarkt. Voor een deel vond deze onge
twijfeld haar oorsprong in de internationale
politieke verwikkelingen. Maar daarnaast moet
toch ook de daling op de aandelenmarkt in
samenhang met de heersende kapitaalschaarste
worden gezien, zij het ook, dat deze in de hand
wordt gewerkt door de politieke toestand. De
geneigdheid tot het kopen van effecten is sterk
verminderd tengevolge van de onzekerheid, die
op internationaal politiek gebied bestaat. Deze
onzekerheid heeft ook de vooruitzichten voor
de economsiche ontwikkeling in de naaste toe
komst vertroebeld en de terughoudendheid, die
daaruit is voortgevloeid, heeft ertoe geleid,
dat het aanbod op de aandelenmarkt bijwijlen
slechts ten koste van aanzienlijke koersverliezen
kon worden opgenomen.
De rentetoestand speelt hierbij eveneens een
belangrijke rol. In de eerste plaats vormt de
hoogte van de rentevoet een maatstaf voor de
waardering van aandelen en zullen de aan
delenkoersen des te lager zijn, naarmate de
rente hoger is. En in de tweede plaats heeft de
stijging van de rentevoet, resp. de koersdaling
op de obligatiemarkt, tot gevolg, dat de obli
gatiemarkt concurrentie aandoet aan de aan
delenmarkt. Zulks zal des te meer het geval zijn
naarmate de rente hoger wordt.
Behalve op de beurs is de kapitaalschaarste
aan de dag getreden in de positie van het bank
wezen bij de Nederlandsche Bank, evenzeer als
in de aanhoudende deviezenverliezen. Deze
laatste hebben in november rond 200 miljoen
belopen, terwijl in totaal sedert februari 1956
reeds voor 750 miljoen aan deviezen door de
circulatiebank moest worden afgestaan. Het zal
duidelijk zijn, dat laatstbedoelde overmakingen
naar het buitenland ten koste gaan van het
binnenlandse geldreservoir, hetwelk zowel de
bankbiljettenomloop als de tegoeden op reke
ning van cliënten bij banken en giro-instellin
gen omvat.
Positie bankwezen
Door de aanhoudende inkrimping van de
binnenlandse liquiditeiten blijft de positie van
het bankwezen moeilijk. Dit weerspiegelt zich
317