meenten en provincies in acht dient te worden
genomen heeft bereikt.
Rente-anomalie
Een dergelijk gering verschil, als na de jongste
discontoverhoging is ontstaan tussen de rente
van de geldmarkt enerzijds en die van de kapi
taalmarkt anderzijds, kan zich bij een levendige
emissiebedrijvigheid moeilijk duurzaam hand
haven. Onder zulke omstandigheden worden
immers middelen, die voor investering op
langere termijn noodzakelijk zijn, op korte ter
mijn uitgezet, waardoor het afsluiten van lang
lopende leningen wordt belemmerd. Het lijkt
daarom gerechtvaardigd te veronderstellen, dat
geleidelijk weer een grotere afstand tussen de
rentetarieven van de geldmarkt en die van de
kapitaalmarkt zal ontstaan. Dat is op twee
manieren denkbaar, n.1. óf door een verdere
stijging van de rentevoet voor lang lopende
leningen, óf door daling van het disconto, voor
afgegaan of gevolgd door een daling van de
rentenoteringen in de open markt. Een disconto
verlaging heeft echter thans tot voorwaarde een
zodanige verbetering in de zichtbare positie van
de betalingsbalans, dat de deviezenverliezen
voor een deviezentoevloeiing plaats maken,
anders gezegd, het tekort op de betalingsbalans
in een overschot verkeert. Zoals wij echter heb
ben gezien moet in dit verband grote invloed
worden toegekend aan de rentestand in het
buitenland, die op het huidige niveau geen
lagere rentetarieven in Nederland toelaat.
Het is overigens bekend, dat men in de kringen
van het levensverzekeringbedrijf meer prijs
stelt op een verlenging van de termijn, binnen
welke vervroegde aflossing op leningen is uit
gesloten, dan op een nog hogere rentevoet. Bij
de jongste 4Vi gemeente-leningen bedraagt
deze termijn (na afloop waarvan de gemeenten
dus eventueel als het hun meezit tot omzetting
in een lager rentetype kunnen overgaan) tien
jaar, maar de levensverzekeringmijen zien die
termijn liever tot 15 of 20 jaar verlengd, dan
dat die termijn gehandhaafd zou blijven op
tien jaar, maar de rentevoet b.v. tot 41/2 zou
worden verhoogd. Het spreekt vanzelf, dat een
en ander nauw samenhangt met de aard van de
levensverzekeringspolissen en de rentegrond
slag, waarop de levensverzekeringspremies ge
baseerd zijn. Intussen heeft minister Hofstra
reeds verklaard het rentegamma te willen
handhaven en een verdere stijging van de rente
niet voor te staan.
De discontoverhoging is voor de emissiehuizen
aanleiding geweest, de verschillende 4V4
300
gemeente- en provinciale leningen, die tot een
totaalbedrag van 29 miljoen op stapel waren
gezet, terug te nemen. Men wilde begrijpelijker
wijze eerst eens aanzien hoe de weerslag van de
discontoverhoging op de koersvorming ter
beurze zou zijn, alsook afwachten of misschien
door de centrale overheid de maxima van het
rentegamma zouden worden verhoogd, wat dus
voorlopig niet gebeuren zal.
Koersen en rendement
Tot dusverre is de reactie van de beurs ten
zeerste meegevallen. In onze maandelijkse
koerstabel ziet men, dat weliswaar de koersen
van de Staatsfondsen in oktober verder zijn ge
daald, maar de verliezen over het algemeen toch
geen grote afmeting hebben aangenomen. Van
een verdere stijging van het leningrendement in
overeenstemming met de grootte van de nieuwe
discontoverhoging is dientengevolge nog geen
sprake geweest. Ten dele vindt zulks wellicht
zijn verklaring in het voornemen van de Staat,
zich in de naaste toekomst mogelijk geheel van
de uitgifte van een nieuwe lening te onthouden.
Aanbod van betekenis kan er bovendien nauwe
lijks komen, omdat de Staatsleningen zich voor
het grootste gedeelte globaal om of nabij
drie kwart van de uitstaande bedragen in
handen van de institutionele beleggers bevin
den. Voor hen kan er geen aanleiding bestaan
tot verkoop over te gaan. Slechts is de vraag
van die zijde de laatste tijd zeer gering
geworden.
Een uitzonderlijk sterke daling geeft de 2V2 °/o
Nederlandse Werkelijke Schuld te zien van
72 tot 66 klaarblijkelijk door het weg
vallen van de vraag voor belastingbetaling. Bij
een koers van 66 °/o, zoals op de ultimo werd
genoteerd, komt het rendement van deze
eeuwigdurende schuld op nagenoeg 4Vé uit,
waartegenover enkele aflosbare leningen, zoals
de 3 Investeringscertificaten al iets meer dan
4V2 °/o renderen, dank zij de koerswinst bij af
lossing, die natuurlijk voor deze rendements
berekening meetelt. De gemiddelde looptijd van
laatstgenoemd fonds is nog slechts 6V2 jaar. In
het algemeen kan men trouwens vaststellen, dat
de rendementen van de leningen met de kortste
looptijden het gunstigste zijn. In het licht van de
thans op de geldmarkt geldende hoge rente
tarieven, waarop hierboven reeds de aandacht
werd gevestigd voor kasgeldleningen met
een looptijd van een jaar wordt reeds tot
4V2 rente bedongen, hetgeen mogelijk is, om
dat hierop het rentegamma niet van toepassing
is is dit een logische ontwikkeling.