e Belgische banken in 1955
In zijn grondige studie over de emigratie onder
leiding van Ds. van Raalte en anderen naar
Michigan, gedurende het begin van de tweede
helft der vorige eeuw, wijst hij erop, dat het
economisch motief bij deze mensen, die ont
bering, armoede, ziekte en dood trotseerden,
niet doorslaggevend was.
In het complex van overwegingen speelde het
verlangen naar een grotere vrijheid, ook op
geestelijk gebied, wel de beheersende rol.
Een tweede punt van gewicht is de plaats, die
ingenomen wordt in het nieuwe land. Men heeft
hiervoor allerlei wetenschappelijke benamingen
als integratie, assimilatie, absorptie etc.
Niet overal geeft men daaraan dezelfde be
tekenis.
Doch de bedoeling is duidelijk.
Het gaat erom, dat de emigrant zich thuis gaat
gevoelen, dat hij deel gaat uitmaken van het
volk, dat hij meelevend burger wordt en zich
inzet tot verhoging van het geestelijk welzijn
en materiële welvaart van het land, dat zijn
land is geworden.
Ook hier kan men zich op de historici beroepen,
die verklaren, dat zij, die met hun overtuiging
ernst maken, een goede entree en een reëel
succes verwierven. De aanpassing bij het ge
wone leven van elke dag is al moeilijk, laat
staan de kerkelijke aanpassing, waar enerzijds
een merkwaardig verschil in visie wordt ge
vonden en Nederlanders, ook Nederlandse
kerkmensen, geen jabroers zijn.
De kerk, d .w.z. de Anglo-Saksische kerk, is in
vele opzichten een bundeling van piëtistische
mensen, die met grote vrijmoedigheid getuigen
van hun geloof in Jezus Christus, het sociale
verkeer groeperen rondom hun kerk, barmhar
tigheid bewijzen, maar verder de wereld de
wereld laten.
Het grootste deel van de Nederlandse kerk
mensen is anders opgevoed.
Zij betreden het brede terrein van het leven,
zij zien het christendom meer universeel en
komen daardoor uiteraard gemakkelijker in
botsing met bestaande toestanden. Dit maakt de
kerkelijke aanpassing niet eenvoudiger. Veel
hangt hier af van de wijsheid en verdraagzaam
heid, die van twee kanten betoond moet worden.
Als de volken van de ontvangende landen oog
er voor hebben, hoe het leven ook gediend
wordt door een verscheidenheid van inzicht en
de pols van het kerkelijk leven sneller gaat
slaan bij een gezonde wederzijdse activiteit, zal
men de nieuwelingen ook in dit opzicht ver
dragen en het gemeenschappelijk doel in het
oog houden.
Als de Nederlandse emigranten en vooral ook
de Nederlandse kerkmensen de voorzichtigheid
betrachten en begrip hebben voor andere om
standigheden en tradities en hun oordeel op
schorten, totdat zij in staat zijn en dat is niet
na een jaar, nog minder na één maand of één
week zich een rechtmatig inzicht eigen te
maken, zullen zij minder aanstoot geven.
Waar de kerken tevens een actief aandeel
nemen in de sponsering en een goede nazorg
uitoefenen, zal de aanpassing soepeler verlopen.
In die zin profiteren beide, onze emigrerende
landgenoten in de eerste plaats, doch in de long
run ook de ontvangende volken.
Die aanpassing toch mag men slechts geslaagd
achten, als de geestelijke kracht in het totaal
der volksgemeenschap versterkt wordt, als het
Evangelie richtsnoer voor individu en volk
wordt.
De algemene omstandigheden, waarin de Bel
gische banken in 1955 haar activiteit ontwik
kelden, werden gekenmerkt door een verdere
expansie van de medio 1954 ingezette hoogcon
junctuur, evenals door de afwezigheid van mo
netaire conjunctuurremmende overheidsmaatre
gelen, waarvan de banken de weerslag onder
vinden.
Het bankbedrijf vond de basis van zijn ontwik
keling in de gevoelige uitbreiding van de eco
nomische activiteit.
Deviezenreserves
De goud- en deviezenreserves van de Nationale
Bank stegen over het jaar 1955 met fr. 5,6 mil
jard, na in 1954 een vermindering van fr. 1,8
miljard te hebben ondergaan. Het was hoofd
zakelijk deze toevloeiing van goud en deviezen
waarvan een deel kapitaalinvoer voor reke
ning van de overheid die de basis was van
de monetaire expansie. Deze laatste bedroeg
4,9% en was geringer dan voor de meeste kwan
titatieve indexcijfers. Alhoewel de gestegen om-
3)
285