Het is goed steeds weer met deze werkelijkheid rekening te houden. In het verleden is Nederlandse vestiging in andere landen dikwijls gepaard gegaan met overplaatsing van eigen kerken. Dit was het geval in de Verenigde Staten van Amerika sinds de 17e eeuw, dit vond plaats in Zuid-Afrika en op Ceylon en dit proces her haalde zich na de tweede wereldoorlog in Canada, Australië en Nieuw-Zeeland. Een verklaring hiervoor moet men m.i. zoeken in de Calvinistische inslag van de Nederlandse protestanten en in een dikwijls sterker bewust beleven van het godsdienstig belijden dan on der andere volken aanwezig is. Toen de emigratie in 1947 inzette, bestonden er kerken van Hollandse origine in de Verenigde Staten (the Reformed en Chr. Reformed Church), in Zuid-Afrika (de zgn. Nederduits Geref. kerken, de Hervormde kerk en Die Geref. kerk) en in rechtstreeks verband met Nederland, enkele kerken in Argentinië en Brazilië. Het lag dus voor de hand, dat de Nederlanders van reformatorische belijdenis zich bij die ker ken aansloten. Werd in Canada aanvankelijk de hoop gekoes terd op de uitbouw van één protestantse kerk, waarbij de leden der verschillende Nederlandse kerken, voor zover van positieve opvatting, zich zouden aansluiten, de praktijk is een andere geworden en thans heeft men ook daar een zuivere copie van het Nederlands kerkelijk leven. In beide gevallen, die als nieuwe emigratie- gebieden optraden, n.1. Australië en Nieuw- Zeeland, was de situatie verschillend. Hier waren vertegenwoordigd al de Engelse kerk types, waarvan de Presbyteriaanse in belijdenis en opbouw de meeste overeenkomst vertoont met de Hervormde kerk en de Gereformeerde kerken. Deze kerk, voornamelijk van Schotse oorsprong, is evenzeer als de Nederlandse ker ken, vrucht van de Hervorming. De in 1646 opgestelde Westminster-confessie draagt wel haar eigensoortig kenmerk, maar verschilt in wezen weinig van de door de Synode van Dordrecht in 1618 aanvaarde leerregels. De Synode der Hervormde Kerk zocht van be gin af aan samenwerking met deze kerk in beide genoemde landen, terwijl de Gereformeerde kerken met het oog op de naar haar mening onvoldoende handhaving van deze confessie, het algemeen voorkomend Arminianisme en Universalisme, aanvankelijk contact zochten met de Free Presbyterian Church, maar spoedig daarna de totstandkoming van de Reformed Church bevorderden en predikanten daarnaar uitzonden. Ook de Geref. kerk onderhoudende art. 31, richtte eigen kerken op in Australië en in Canada. De Nederlandse emigrant wordt dus, voor zovei hij kerkelijk meelevend is, reeds bij zijn aan vankelijke voorbereiding, maar sterker na aan komst in het land zijner vestiging voor een wel zeer ruime keuze gesteld Hij heeft de volle vrijheid om zich aan te sluiten bij een kerk, die hem het meeste aantrekt, hij heeft ook het recht om eventueel te veranderen. In verreweg de meeste gevallen zal hij of zij rekening houden met het advies, hem of haar in Nederland vanwege eigen kerkelijke in stantie verstrekt. Maar men rekent buiten de waard, althans buiten het zelfstandigheidsbesef van vele Ne derlanders, als men meent, dat de praktijk altijd volgens de code: Hier Hervormd dus. hier Gereformeerd dusverloopt. De uitzonderingen, die de regel bevestigen, zijn nogal talrijk. Bepaalde secten oefenen een niet geringe aan trekkingskracht uit en de enorme uitgestrekt heden in landen als Canada en Australië, maken het soms gewenst het gastlidmaatschap te aanvaarden in een der plaatselijke kerken. Toch blijkt uit de groei van de Chr. Reformed Church in Canada van ongeveer 3000 zielen in 1946 tot ruim 40.000 in 1956, en een uitbreiding van de Reformed Church tot meer dan vijf en twintig gemeenten, dat de Nederlandse belij dende protestanten de band met de kerk in de emigratielanden blijven vasthouden. Daarnevens is er zeker ook nog een belangrijk aantal, dat zich bij de United Church en de Presbyterian Church aansluit. Wij kennen niet het aantal R.K.-geestelijken, dat in de verschillende landen onder en voor onze landgenoten werkzaam is, doch uit de ver schillende protestantse kerken zijn reeds meer dan tachtig predikanten ten volle geëmigreerd, om zich in elk opzicht in te zetten voor het geestelijk en materieel welzijn van hen, die zich in een der landen vestigden. Wat is hiervan de zin en de betekenis? Naar onze mening in hoofdzaak tweeërlei. Wie de betekenis van het schriftuurlijk gefun deerd geloof voor het leven aanvaardt en ver staat, zal ongetwijfeld de kracht onderkennen, die daarin schuilt voor het gaan van de veelal moeizame weg van de emigrant. Prof. Lucas legt in zijn Dutch Immigrant Me- moirs and related writings, daar sterk de na druk op. 284

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1956 | | pagina 30