Kassiers, die dit nalaten, schuiven vaak ook de bijwerking van andere onderdelen, zoals in de aanhef van dit artikel genoemd, op de lange baan. Dat zij daarvan zelf de meeste last ondervin den, is vanzelfsprekend. Hun controlemaatre gelen komen dan ook meestal als mosterd na de maaltijd. De jaarwisseling komt hun daardoor als een rijstebrijberg voor, wat wij ons in de gegeven omstandigheden levendig kunnen indenken. Sommige kassiers maken zich vrolijk over col lega's, die de maandstaat niet eerder naar de Centrale Bank zenden voordat behalve de mutatiestaten van de rekening-couranthouders ook die van spaarbank en voorschotten sluiten, alsook de grote specificatiestaat. Het bekende Hollandse gezegde „Wie het laatst lacht, lacht het best' is echter hier ook van toe passing. Immers de collega's met een sluitende administratie, op welke wijze deze dan ook ver kregen wordt, werken in het algemeen veel ge makkelijker dan die, welke vele zaken op het einde van het jaar laten aankomen. Kassiers, die voldoende tijd besteden aan de controle van hun administratie, plegen nooit voor te komen op de lijst van functionarissen, welke de maandstaat of de balans niet op tijd inleveren, juist omdat zij nooit voor veel tijd vermorsende verschillen komen te staan. Controlemaatregelen behoren op het juiste ogenblik toegepast te worden, op dezelfde wijze als een metselaar zijn waterpas bij de aanvang van zijn werk zal opstellen en niet na afloop. Summa summarum kan dus opgemerkt worden, dat kassiers, die hun taak op de juiste wijze verstaan, iedere gelegenheid aangrijpen om de administratie van de bank te vergelijken met andere gegevens. Als belangrijkste noemen wij: A. het na iedere zitting vergelijken van het boeksaldo met de contante middelen (H.H. kassiers: gebruik steeds uw kasopname boekje en deponeer het op een vaste plaats); B. het vergelijken van ieder aangeboden spaarbank-, voorschot- en lopende reke ningboekje met de individuele grootboek rekening; C. het dagelijks vergelijken van de kolommen Centrale Bank en Postgiro met de ont vangen dagafschriften; D. het wekelijks of maandelijks specificeren van het saldo van de rekening „Diverse Personen"; E. het dagelijks totaliseren van de laatste mutaties van de actieve grootboekkaarten en de aldus gevonden uitkomst vergelijken met het dagtotaal volgens de dagboeken. Het onder E genoemde controlesysteem vergt slechts enkele minuten per dag en werkt menselijkerwijs gesproken feilloos. In de Raiffeisen-Bode van october 1955 werd dit systeem uitvoerig besproken. Het is dan ook niet nodig, dat in de bijkolom men spaarbank en rekening-couranthouders van dagboek spaarbank, dagboek leenbank en giro- boek ieder bedrag afzonderlijk wordt vermeld. Volstaan kan worden met het dagtotaal. Daar door wordt het tellen van de bijkolommen sterk vereenvoudigd en kan de kassier direct aflezen of het totaal van de laatste posten volgens de grootboekkaarten sluit met de dagtotalen vol gens dag- en giroboeken. In de kolommen „Totaal" wordt vanzelfspre kend iedere storting of terugbetaling afzonder lijk vermeld. Bovenstaande controlemaatregelen gelden na tuurlijk voor alle kassiers, al zou het alleen maar zijn om bij een voorkomend verschil, op welk gebied dan ook, het bestuur der bank, als ook de inspectie ervan te overtuigen, dat alle controlemaatregelen zijn genomen om verschil len te voorkomen. 2 78

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1956 | | pagina 24