aanzien van de kapitaalmarkt, zullen de stij gende belastingontvangsten in de eerstkomende maanden de schatkist zodanig verruimen, dat het Rijk het voorshands gemakkelijk zonder een nieuw beroep op de kapitaalmarkt zal kunnen stellen. De omvang van de thans voor de staats huishouding geraamde kastekorten is in elk ge val sterk meegevallen. Afgifte schatkistpapier gestaakt Terwijl in de laatste jaren het stopzetten van de afgifte van schatkistpapier als regel een voorteken is geweest van het ophanden zijn van een nieuwe staatslening, berust de stop zetting van de afgifte van schatkistpapier, waartoe in de afgelopen maand is overgegaan, zuiver op de reeds ingetreden en nog verder te verwachten verbetering in de schatkistpositie door de belastingontvangsten. De onthoudings politiek, die de Staat met betrekking tot de ka pitaalmarkt zoveel mogelijk wil volgen, vloeit echter vooral ook voort uit het inzicht, dat er van een belangrijke verruiming van de kapitaal voorziening in de naaste toekomst nauwelijks sprake zal kunnen zijn. Gemeenteleningen vaster Wat de marktpositie der in de laatste tijd uit gegeven 4V4% leningen van gemeenten en pro vincies aangaat, kan bij het afsluiten van de maand een verbetering worden vastgesteld, die zichtbaar is geworden in het verdwijnen of na genoeg verdwijnen van de aanvankelijke disa- gio's. Zelfs de koers van de lening 's-Graven- hage, die bijna steeds 991/2°/o is geweest, heeft inmiddels de paristand kunnen bereiken. Nu is de gemeente 's-Gravenhage een debitrice van zeer goede reputatie en was de niet-voltekening van de lening zuiver te wijten aan de omstan digheid, dat het leningsbedrag van 15 miljoen te groot was voor het opnemingsvermogen ten tijde van de emissie. Maar intussen konden de niet geplaatste stukken geheel of vrijwel geheel worden gesleten en is daaraan ongetwijfeld de verbeterde marktpositie te danken. Opmerke lijk is voorts, dat de jongste 4V4% lening van Zuid-Holland reeds een agio doet van ca. 2%, tegenover die van Gelderland ca D/2% en die van Noord-Holland 1/2%. Het blijkt derhalve duidelijk, hoe gunstig het voor de markt is geweest, dat de stroom van emissies is afgeëbd. Wanneer de emissiehuizen zich voorlopig enige terughoudendheid blijven opleggen en de koersstijging zich voortzet, zal deze laatste een aanwijzing vormen voor de mate, waarin de obligatiemarkt weer nieuwe plaatsingsruimte biedt. Een tegenwerkende factor is overigens voor de gemeenteleningen gelegen in het relatief hogere effectieve rendement der staatsfondsen, dat thans doorgaans op 4V4% of nog meer uitkomt, indien men althans de agiowinst, die bij aflos sing tegen pari wordt verkregen, meerekent (waarbij dan echter het belastingvoordeel, het welk de aflossingswinst oplevert als gevolg van het feit, dat deze vermogensaanwas niet onder de inkomstenbelasting valt, buiten beschouwing blijft). Dat de koersen van z.g. eeuwigdurende schuld veel minder sterk zijn gedaald dan die van de aflosbare leningen, waardoor de eerste slechts ca. 3V2% rendement afwerpen voor de kopers van thans, hangt samen met de bij de wet voor geschreven beleggingsaankopen, zoals voor per sonen die onder voogdij staan, alsook met aan kopen voor belastingbetaling, die nog (in sterk verminderde mate) voor de vermogensheffingen geschieden. Zo accepteert de fiscus zoals men weet de 2Va% Ned. Werk. Schuld tegen 83% terwijl de koers daarvan slechts ca. 72% be draagt. Kenmerkend voor de verzadiging van de obli gatiemarkt is de koersbeweging en de gang van zaken met de premieleningen. Hadden deze de vorige maand reeds een gevoelige daling onder gaan in verband met de uitgifte der tweede premielening Amsterdam 1956, die op de ho gere rentevoet van ca. 4V4% gebaseerd was en veel hogere prijzen biedt, de reprise van zulk een lening in de laatste week van de maand had tot gevolg, dat de rubriek der premiele ningen andermaal een veer moest laten. Toch is de belangstelling voor de jongste premie lening van Amsterdam ten zeerste meegevallen. Het bestuur van de Coöperatieve Boeren leenbank Rouveen roept sollicitanten op voor de per 1 april 1957 vacant komende functie van kassier. Datum van indienst treding 1 januari 1957. Vereisten: M.U.L.O. en praktijkdiploma boekhouden. Woning beschikbaar. Salariëring en pen sionering overeenkomstig de richtlijnen van de Centrale Bank. Sollicitaties te richten aan de voorzitter van het bestuur, de heer H. Krale, B 98 te Rouveen, vóór 1 november 1956. 275

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1956 | | pagina 21