et Borgstellingsfonds voor de Landbouw
met 1959 miljoen tot 5759 miljoen, waar
tegenover de gevestigde schuld steeg tot 11.3
miljard en de totale buitenlandse schuld daalde
van 2.05 tot 1.97 miljard.
Deze verbetering van de nationale schuldpo
sitie is alleszins indrukwekkend. In dit verband
mag niet onvermeld blijven, dat het budgetaire
kastekort in 1955 aanvankelijk op 750 a
900 miljoen geraamd, uiteindelijk slechts
534 miljoen bleek te bedragen, hetgeen vrij
wel geheel te danken was aan het verloop van
de belastingen en de overige middelen, waarbij
zich mede de invloed deed gelden van de ver
snelde inning der vennootschapsbelasting.
Het is wellicht nuttig eens de aandacht te ves
tigen op hetgeen de samenwerking van het
Borgstellingsfonds voor de Landbouw als
garantie enerzijds en de boerenleenbanken als
geldschieters anderzijds in luttele jaren tot
stand bracht.
Het onlangs verschenen jaarverslag van het
Borgstellingsfonds over 1955 vangt aan met de
mededeling, dat het aantal aanvragen zich nog
steeds in stijgende lijn beweegt, al valt deze
stijging uitsluitend te zoeken in de sector
akker- en weidebouw en geeft de sector tuin
bouw slechts een daling te constateren.
Ondanks de gunstige economische positie van
ons land, blijkt hieruit, dat men het, wanneer
het op investeren aankomt, niet zonder hulp
van het Borgstellingsfonds kan stellen, zij het
in de sector tuinbouw in mindere mate dan
in de sector akker- en weidebouw.
Dat de stijging uitsluitend gezocht moet wor
den in de sector akker- en weidebouw kan ver
klaard worden uit de omstandigheid, dat de
financieringsmogelijkheid in deze sector sterk
gepropageerd werd. maar ook uit het feit, dat
de besparing in deze sector als gevolg van de
gestegen exploitatiekosten en gelijkblijvende
of soms lagere prijzen ten opzichte van de voor
afgaande jaren geringer was.
Aantal aanvragen
In het verslagjaar werden 1639 aanvragen
goedgekeurd tot een totaal bedrag van
9.493.204.De splitsing van deze getallen
raar sectoren is als volgt:
Akker- en
weidebouw 919 aanvragen 4.973.171.
Tuinbouw 664 aanvragen 3.685.033.
Handel en
nijverheid 56 aanvragen 835.000,
Per 31 december 1955 waren er totaal 4061
garanties verleend tot een gezamenlijk
bedrag' van 25.232.663.—. De splitsing van
weidebouw 1846 aanvragen 9.405.167.
Tuinbouw 2159 aanvragen „14.992.496.
Handel en
nijverheid 56 aanvragen 835.000.
De verstrekking geschiedde via:
Coöp. Centr. Boerenleenbank te Eindhoven
2314 aanvragen 12.589.844.50
Coöj). Centr. Raiffeisen-Bank te Utrecht
1661 aanvragen 10.259.688.50
ander banken
86 aanvragen 2.383.130.
Dat het aantal aanvragen bij de Coöp. Centr.
Boerenleenbank te Eindhoven belangrijk hoger
is dan dat bij de Coöp. Centr. Railfeisen-Bank
te Utrecht, doch de bedragen tussen de beide
centrales niet zo sterk verschillen, moet zijn
oorzaak vinden in de uiteenlopende econo
mische en agrarische structuur van de werk
gebieden der beide centrales. De zuidelijke
provincies kennen beduidend meer kapitaal
arme kleinbedrijven in de landbouw dan de
noordelijke.
266
deze getallen naar sectoren is als volgt:
Akker- en