de goede verstandhouding, welke gedurende zo
vele jaren had bestaan tussen dit college en de
heer Hooft Graafland, die nimmer een verga
dering van de raad van toezicht had behoeven
te verzuimen en die het college altijd op voor
treffelijke wijze had bijgestaan.
De voorzitter van het huldigingscomité
Namens het huldigingscomité uit de boerenleen
banken sprak de voorzitter, de heer F. W. Baron
Van der Borch tot Verwolde, die namens alle
aangesloten banken de buitengewone ver
diensten van de heer Hooft Graafland wilde
eren door deze en mevrouw Hooft Graafland
een buitenlandse reis aan te bieden.
Deze aanbieding geschiedde op originele wijze,
door de heer Hooft Graafland een portemon-
naie te offreren, waarin een cheque was
ingevouwen.
Spr. hoopte, dat de heer Hooft Graafland op
zijn reis veel genoegen zou mogen hebben en dat
de gedachten nog wel eens naar de aangesloten
banken zouden gaan. „Uw taak was een andere
dan die van de heer Visser; U had minder con
tact met de lokale banken, maar U hebt voor
de dubbeltjes gezorgd
Met deze woorden eindigde de voorzitter van
het huldigingscomité zijn toespraak.
De voorzitter van het bestuur van Eindhoven
Daarna betrad de heer A. N. Fleskens, voor
zitter van het bestuur der Coöp. Centrale
Boerenleenbank te Eindhoven, het spreek
gestoelte.
Na uiting te hebben gegeven aan zijn erkente
lijkheid voor de ontvangen uitnodiging dit
afscheid bij te wonen, zeide de heer Fleskens
het een voorrecht te achten de heer Hooft
Graafland gedurende een lange reeks van jaren
tot zijn goede kennissen te hebben mogen
rekenen.
Zeer in het bijzonder stelde de heer Fleskens
dan in het licht hoe de Centrale Banken in de
loop der jaren dichter bij elkaar zijn gekomen
en hoe tussen hen een vertrouwelijke sfeer is
ontstaan. Als bewijs daarvoor herinnerde spr.
aan de vele bijeenkomsten en conferenties tussen
de beide instellingen en aan de gezamenlijke
oprichting van het Gemeenschappelijk Bank
kantoor in 's-Gravenhage, door middel van
welke laatste instelling de twee grootbanken op
het gebied van het landbouwkrediet als één
grote eenheid naar buiten treden.
Dit resultaat is mede en naar de mening van
de heer Fleskens zelfs vooral te danken geweest
aan de hulp en de medewerking van de heer
Hooft Graafland, die deze samenwerking had
trachten te bereiken in het geven en in het ver
wachten van vertrouwen. „Daarmede hebt U
het landbouwkrediet gediend en zo mogelijk
nog hoger opgevoerd.''
Spr. brengt de heer Hooft Graafland hiervoor
hulde, niet alleen namens zich persoonlijk, maar
mede namens bestuur, raad van toezicht en
directie van de Centrale Bank te Eindhoven,
namens de leiding van het Gemeenschappelijk
Bankkantoor en namens het bestuur en directie
van het Algemeen Plattelands Molestverzeke-
ringsfonds.
Na gereleveerd te hebben, dat naar zijn mening
mevrouw Hooft Graafland zeer veel had bij
gedragen aan het succes van het werk van de
scheidende functionaris, bood de heer Fleskens
de heer Hooft Graafland een lamp voor diens
huis aan en een uitgezochte collectie rozen
voor diens tuin.
Ir. J. S. Keyser
Als collega van de heengaande directeur sprak
vervolgens de heer Ir. J. S. Keyser, die het niet
gemakkelijk vond bij een gelegenheid als deze
het afscheid van een oudere collega een
passend woord te vinden. Toch wilde spr.
trachten iets van de persoonlijke gevoelens van
de kleine kring van naaste medewerkers onder
woorden te brengen.
De heer Keyser schetst dan in het kort hoe de
samenwerking in een college, dat men directie
noemt, een -eenvoudige zaak lijkt, maar dit in
werkelijkheid niet is, omdat taken en verant
woordelijkheden nimmer ten volle zijn te
scheiden, men over eikaars werk moet praten
en oordelen, zonder in eikaars verantwoorde
lijkheden te treden, terwijl de bevoegdheden en
verantwoordelijkheden van een vrij groot aan
tal colleges in het oog moeten worden gehouden.
Echter mocht spr. constateren, dat de samen
werking in de directie van de Centrale Bank
voortreffelijk is geweest, in belangrijke mate
ook door de grote loyaliteit, openhartigheid,
eerlijkheid en humor van de heer Hooft
Graafland.
Inzonderheid memoreerde spr. hoe de schei
dende functionaris bij allerlei gebeurtenissen,
vreugdevolle of droevige, goede en milde
woorden heeft gesproken, waarmede hij velen
heeft verheugd, anderen in moeilijke ogen
blikken gesterkt.
Ten aanzien van het zaken doen merkte spr. op,
dat de heer Hooft Graafland daarin een voor
beeld heeft gegeven van goede en hoogstaande
zakenmoraal.
235