wegen scheiden behandeling zijn gekomen, zo te ordenen, dat zij a la minute kunnen worden opgediept uit het omvangrijke archief. Dit was één van zijn vele verdiensten. Maar bovenal zullen wij hem missen als mens. Niet alleen zijn naaste medewerkers, doch het gehele personeel van de Centrale Bank. Het was vrijwel een vanzelfsprekendheid, dat hij als een der eersten tot lid van de Onderne mingsraad werd gekozen. Ook daar vervulde hij zijn taak met de toewijding en bekwaamheid, waarmee hij elke zaak, die hem werd toever trouwd, behartigde. De praktische uitvoering van het „Zomerhuis jesproject" was bij hem in uitstekende handen. Rn de vele nummers van het personeelsblad „Trefpunt", waarvan hij lange tijd het redac teurschap soms geheel alleen bekleedde, leveren even zo vele bewijzen van zijn journa listieke gaven en zijn heldere, met milde humor doortrokken stijl. Het in onbegrijpelijk, dat dit alles een einde heeft genomen, doch wij hebben het te aan vaarden. Hij ruste in vrede. Afscheid van de organisatie Wederom moest de Centrale Bank afscheid nemen van een harer directeuren, ditmaal van de heer Jhr. Mr. W. C. Hooft Graafland, die in augustus 1956 de 65-jarige leeftijd had bereikt en dientengevolge op grond van de bestaande bepalingen zijn functie bij de Centrale Bank op 31 augustus 1956 zag eindigen. Op deze stralende zomerdag, één van de weinige in dit jaar, vond het officiële afscheid plaats in het bekende „Esplanade" te Utrecht. Tot dit afscheid hadden zich zeer velen opge maakt. Van de zijde der Centrale Bank waren allereerst aanwezig de leden van bestuur en raad van toezicht. Verder de leden van de directie en verschillende hoofdambtenaren, allen met hun dames. Tenslotte was het perso neel vertegenwoordigd door de leden van de Ondernemingsraad. Ook de leden van de raad van toezicht van de Coöp. Grondkapitaalbank voor de Landbouw gaven „acte de présence". Van de zijde der boerenleenbanken waren de vertegenwoordigers van de ringen van boeren leenbanken uit het gehele land aanwezig, als mede de leden van het uit de organisatie ge vormde huldigingscomité. Het oud-lid van het bestuur, de heer Baron Z. Th. J. F. Baron Van Dorth tot Medler, de oud-leden van de raad van toezicht, de heren D. W. Lindenbergh en C. S. van Beuningen, de oud-directeur de heer Th. J. Visser en de oud-secretaris van het bestuur, de heer mr. W. H. Verloop (de beide laatsten vergezeld van hun dames) gaven door hun aanwezigheid eveneens van hun belangstelling blijk. Bij dit officiële afscheid van de organisatie waren ook afgevaardigden van bestuur en directie van de zusterinstelling, de Coöp. Cen trale Boerenleenbank te Eindhoven, aanwezig, evenals van bestuur en directie van het Alge meen Plattelands Molestverzekeringfonds, in welks bestuur de heer Hooft Graafland ge durende vele jaren zitting had. Tenslotte moge niet onvermeld blijven de aan wezigheid van de heer Joh. de Veer, oud-lid van het huldigingscomité. Dit gezelschap was het, dat te ongeveer kwart voor drie de heer en mevrouw Hooft Graafland, vergezeld door enkele familieleden en binnen geleid door een commissie van ontvangst uit het personeel, in zijn midden ontving. De leiding van de bijeenkomst berustte bij de voorzitter van het bestuur, de heer Prof. Dr. G. Minderhoud. De voorzitter van het bestuur Deze heette namens bestuur en raad van toe zicht de aanwezigen welkom en sprak er zijn vreugde over uit, dat zo velen waren gekomen om aanwezig te zijn bij het afscheid van de heer Hooft Graafland. Zeer in het bijzonder werd een welkom toegeroepen aan de heer en mevrouw Hooft Graafland, aan mevrouw Quintus-Kool en aan de andere familieleden. De heer Minderhoud begon met de stand van zaken bij de Centrale Bank in 1922, het jaar, waarin de heer Hooft Graafland in dienst van de Centrale Bank trad, te vergelijken met die in 1956, het jaar van aftreding. Spr. constateerde dat bij deze vergelijking diverse verschillen ter- 233

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1956 | | pagina 7