aandelijkse momentopnamen
Te veel regen
De weersomstandigheden laten zich in de eerste
week van augustus wat gunstiger aanzien dan in
de maand juli het geval is geweest. Deze maand
heeft zoveel regen gebracht, dat op sommige
plaatsen van ons land een schade aan akker
bouwgewassen is toegebracht, welke voor die van
1954 niet onderdoet. Het is heel jammer, dat
het oogstrisico zich zo scherp doet gevoelen in
een jaar, waarin afzet en prijzen van enkele
belangrijke produkten al zorgen genoeg geven.
Voor de melkveehouderij is het een zeer na
delige omstandigheid, dat de hooioogst sterk
heeft geleden in kwantiteit en kwaliteit. Dat
belooft een dure staltijd te worden. De voor
zitter van het Landbouwschap, die de getroffen
gebieden heeft bezocht, heeft tegenover de pers
verklaard, dat het weer nodig zou zijn de
mogelijkheid van bijzondere kredietverlening te
openen (de regeling 1954 hield rentesubsidie
van de overheid in), en heeft verder de ge
dachte gelanceerd van een algemeen agrarisch
rampenfonds. Hij achtte de stichting van zo n
fonds de overweging waard, omdat de garantie-
politiek van de overheid heel krap geacht moet
worden en er zeker niet op berekend is iets
grotere dan normale risico's op te vangen.
Benelux
Bijzonder ontevreden is men in tuinderskringen
over het stopzetten in het midden van juli van
de tomatenexport naar België. Dat stopzetten
geschiedt van Belgische zijde op grond van de
bepalingen van het Beneluxlandbouwprotocol
van 1947, dat een minimumprijzenclausule be
vat. De minimumprijzen zijn naar Nederlandse
opvattingen aan de zeer hoge kant. Op de
vragen van een Kamerlid heeft de minister ge
antwoord, dat het niet gelukt is met de Belgische
regering tot een vergelijk te komen over het
niveau der minimumprijzen. Er is een werk
groep ingesteld om de zaak verder te bestuderen,
doch ondertussen worden prijzen, waarbeneden
de invoer niet langer plaats vindt, eenzijdig
door de Belgen vastgesteld.
Het orgaan van het Centraal Bureau van de
Tuinbouwveilingen stelt de vraag waarom de
arbitrageclausule van het landbouwprotocol niet
wordt toegepast. Er is immers reeds lang over
eengekomen, dat, indien de regeringen het niet
212
eens kunnen worden, een arbitrageregeling van
toepassing wordt. Tot nu toe is het er niet van
gekomen deze regeling uit te werken en in prak
tijk te brengen. Van Belgische zijde wordt er
bitter weinig voor gevoeld het heft uit handen
te geven. Onze regering is wat lankmoedig en
wil door eenzijdig optreden tegen de Belgische
invoer in ons land (voor zover dat in verband
met de liberalisatieverplichtingen in O.E.E.C.-
verband althans mogelijk is) niet de Benelux-
sfeer verstoren.
Onze tuinders zijn daarvoor niet zo bang. Hun
orgaan zegt „Er is maar één oplossing. Het
landbouwprotocol moet verdwijnen en dient
vervangen te worden door een andere regeling,
die ons niet overlevert aan de willekeur van
onze Beneluxpartner."
Pijnlijke operatie
Prof. Thurlings heeft onlangs tijdens de Land-
bouwweek, die ieder jaar in Wageningen wordt
gehouden, voor enige opschudding gezorgd door
o.m. het volgende te stellen:
Door de zuigkracht van de industrie en het
stedelijke levensmilieu zullen de landarbeiders
schaars en duur worden. Het is niet ondenkbaar,
dat er in de toekomst een evenwichtssituatie
ontstaat, waarin het loon van de landarbeider
boven dat van de stedelijke werkkrachten komt
te liggen.
Een tegenwicht tegen te dure arbeidskracht zou
gevonden kunnen worden in andere produktie-
methodes en in het aanvatten van andere
produkties. Daarin zou tevens een oplossing
gevonden kunnen worden voor de dreiging der
agrarische overproduktie. In de gezinsbedrijven
is van een spontane overgang naar andere be
drijfstakken nog maar weinig te bespeuren. Wèl
treedt daar steeds sterker aan de dag het ver
langen naar een levensstandaard, die overeen
komt met die van andere min ot meer
vergelijkbare bevolkingsgroepen. Het bedrijfs-
type en de wijze van werken zijn echter afge
stemd op een lagere waarde van de arbeid dan
waarop men thans aanspraak maakt. Daarom
moet onder ogen worden gezien welke verande
ringen zich in de bedrijfsstructuur en het
bedrijfstype moeten voltrekken. Hierbij gaf de
inleider te kennen, dat zijn gedachten gaan in
de richting van grotere bedrijven en dat hij