continueerden. Een en ander heeft dus tot een
soort oververzadiging geleid, die zich weer
spiegelt in de thans algemeen aan de dag
tredende schaarste enhet proces van de
rentestijging nog versterkt. Want waar anders,
indien die middelen door de vóórfinancierings-
operaties niet zouden zijn gebonden, wel kapi
talen voor nieuwe leningen beschikbaar zouden
zijn geweest, moet men het nu zonder deze mid
delen stellen en wordt de termijn, die moet ver
lopen, voor de grote beleggende instellingen
weer over hun uit verzekeringspremies en
anderszins toevloeiende gelden regelmatig zul
len kunnen beschikken, evenveel opgeschoven
als de aflossingstermijn van de vóórfinancierin
gen strekt.
In eerste aanleg hebben bedoelde transacties het
middelenaanbod schijnbaar verruimd, omdat
korte gelden, die zich bij de banken bevonden,
tijdelijk voor langdurige belegging konden
worden aangewend. In de tweede fase zien wij
het tegenovergestelde, n.1. de automatische ver
lenging van de periode van kapitaalschaarste.
Zonder die hele methodiek van de vóórfinan
ciering zou de rente in het eerstbedoelde stadium
wellicht niet zo sterk hebben kunnen dalen als
door de toenmalige kunstmatige verruiming van
het kapitaalreservoir is geschied en zou thans
de rentestijging wellicht minder geaccentueerd
zijn. Het verloop van de rentestand zou dus ge
leidelijker zijn geweest.
Wat nu de feitelijke gang van zaken in de afge
lopen maand betreft, willen wij er allereerst
nog even op wijzen, dat belangrijke steun aan
de markt wordt verleend door de dagelijkse
aankopen van ruim f 200.000,waartoe de
schatkist krachtens de leningsvoorwaarden voor
de 3/31/2 °/n staatslening 1947 verplicht is, zo
lang deze beneden 97 noteert. Het resultaat
is geweest een koersherstel voor dit fonds van
ongeveer één punt gedurende de afgelopen
maand. De 31/2 %-lening 19.76 is echter verder
afgegleden tot ca. 94 °/o, dit is vijf punten be
neden de emissieprijs, voor enkele maanden tijd
een ongetwijfeld zeer aanzienlijk verlies
Geld- en discontomarkt
Nog duidelijker dan in de koersvorming op de
staatsfondsenmarkt is de rentestijging op de
geld- en discontomarkt aan de dag getreden.
Konden wij de vorige maal melding maken van
een aanzienlijke verhoging van het disconto
voor kort lopend schatkistpapier, inmiddels is
daar nogmaals een half procent bijgekomen. Het
Rijk is namelijk ten tweede male overgegaan tot
de verkoop van kort lopende schatkistpromessen
bij inschrijving, alleen met dit verschil, dat in
216
tegenstelling tot de vorige maal geen bedrag
werd genoemd, dat de schatkist beslist wilde
plaatsen. Het resultaat van die inschrijving, die
op 17 juni werd gehouden, is geweest, dat ruim
f 40 miljoen driemaandspromessen op basis van
3 rente per jaar werden toegewezen, terwijl
de vorige maal 21/2 voor driemaands- en
25/s voor halfjaarspapier was betaald.
Het disconto, waartegen deze promessen zijn
toegewezen, is even hoog als het officiële wissel
disconto van De Nederlandsche Bank. Daarbij
dient echter in het oog te worden gehouden, dat
het onder de huidige omstandigheden meest
effectieve tarief van De Nederlandsche Bank, te
weten de rente voor voorschotten en beleningen,
een half procent hoger is en 3V2 °/o bedraagt.
Nederland heeft, vergeleken met de meeste
andere landen nog altijd een betrekkelijk lage
rentestand en dat vormt een aanmoediging om
voor korte tijd gelden in het buitenland uit te
zetten. Daar kan men nu 4V4 a 4V2 bedingen
voor vorderingen met een looptijd van slechts
drie maanden.
De deviezenvoorraad, waarover de banken
zelve beschikken, onttrekt zich evenwel aan de
waarneming. Voor zover hieruit wordt geput
voor uitzettingen in het buitenland tot het
maken van rentewinst, wordt de deviezenpositie
van De Nederlandsche Bank zelve daardoor
uiteraard niet beïnvloed. Zouden de uitzettin
gen op korte termijn in het buitenland een te
zware belasting voor de betalingsbalans gaan
vormen, dan zou dit aanleiding kunnen zijn voor
een verdere discontoverhoging of de hantering
van de andere wapenen, waarover De Neder
landsche Bank beschikt tot beperking van de
liquiditeiten.
De schatkistpositie
Ten slotte nog een enkel woord omtrent de
positie van de schatkist. Deze heeft op 25 juli j.1.
maar net voldoende middelen beschikbaar ge
had om de driemaandelijkse betaling aan de
gemeenten van omtrent f 230 miljoen te kunnen
voldoen, maar niet dan nadat op geheimzinnige
wijze 100 miljoen door plaatsing van schat
kistpapier bij onbekende geldgevers was ver
kregen. Deze geheimgehouden geldbron heeft
het Rijk dus met „de hakken over de sloot "doen
komen. De spanning blijft er dus inzitten en
alleen van de kant van de belastingontvangsten
kan er verlichting komen. Maar naarmate die
toenemen, wordt de positie van de particuliere
banken weer krapper. En daarin zal eerst ver
andering kunnen komen, wanneer de betalings
balans weer een overschot gaat vertonen en er