minder dan 5.000,6
5.000,— tot 10.000,— 10
10.000,— tot 15.000,— 3
15.000,en meer 4
Men wilde de volgende voorzieningen treffen:
12 gevallen voor de bouw of overname van een
warenhuis (gemiddeld 775 ramen).
6 gevallen voor het aankopen van platglas
(gemiddeld bijna 700 ramen).
2 gevallen voor het plaatsen van een waren-
huisonderbouw (gemiddeld 1500 ramen).
3 gevallen voor diverse voorzieningen (o.a.
motorvlet).
De redenen waarom geen borgstellingen wer
den verleend waren o.a.: het bedrijf is te zwaar
belast, de behaalde bedrijfsresultaten zijn on
voldoende, aanvrager heeft reeds een behoorlijk
inkomen, aanvrager loopt te hard van stapel,
gevraagde verandering past niet in het bedrijf,
geen voldoende betrouwbaarheid en/of vakbe
kwaamheid, het bedrijf is reeds voldoende met
glas toegerust en aanvrager moet de gewenste
voorzieningen kunnen financieren zonder mede
werking van het Waarborginstituut.
Conclusies:
1. Circa 40 der behaalde aanvragen is op
gegronde motieven afgewezen.
2. Circa de helft der afgewezen aanvragen
beschikte over een bedrijf, dat reeds over
een aardige glasopstand beschikte.
3. Circa 20 der ondernemers exploiteerde
een bedrijf, dat naar opbrengst tot de mid
delgrote bedrijven kon worden gerekend.
Samenvatting-
Het is uitermate moeilijk zonder meer te stellen,
wanneer een bedrijf niet en wanneer een bedrijf
wel voor een borgstelling van een waarborg
instituut in aanmerking komt. De rijke ge
varieerdheid van de Nederlandse tuinbouw
weerspiegelt zich namelijk ook in de bijna
60 gevallen, die in dit onderzoek waren betrok
ken. Elke aanvraag dient eigenlijk afzonderlijk
te worden bekeken en zelfs dan nog is het soms
moeilijk een beslissing te nemen omtrent het al
dan niet verlenen van een borgstelling.
Op zichzelf houdt dit al in, dat elke aanvrage
zeer serieus zal moeten worden beoordeeld; er
zal moeten worden gewikt en gewogen. Daarbij
hanteert men bij het Waarborginstituut voor
de Tuinbouw in Zuid-Holland blijkens het in
gestelde onderzoek de volgende „richtlijnen".
In beginsel kan elke vakbekwame en betrouw
bare tuinder worden geholpen, mits hij een
levensvatbaar bedrijf exploiteert. De praktijk
leert daarbij, dat in hoofdzaak pachters aan
vragen indienen. Van de in 1955 toegewezen
borgstellingen oefenden namelijk slechts 11
van de daarbij betrokken tuinders het bedrijf op
geheel eigen grond uit.
Is een bedrijf reeds behoorlijk met glas toege
rust, dan moeten er wel zeer speciale redenen
kunnen worden aangevoerd om voor de finan
ciering van een verdere glasuitbreiding voor
een borgstelling van het Waarborginstituut in
aanmerking te komen. Dit verklaart o.a. dat
circa 40 der behandelde aanvragen is af
gewezen.
Medewerking bij de financiering wordt in het
bijzonder verleend aan kleine bedrijven, die
over geen of uitsluitend platglas beschikken en
mede als gevolg daarvan, een (te) gering in
komen verkrijgen.
Het doel van een waarborginstituut is het ver
beteren van de tuinbouw. In Zuid-Holland kan
men hier gevoegelijk achterschrijven: in het
bijzonder voor kleine gepachte bedrijven, opdat
ook daar de produktiviteit en de rentabiliteit
kan worden vergroot, hetgeen resulteert in een
verbetering van het netto-inkomen.
Aangevraagd bedrag Aantal aanvragers
205