e rundertuberculose bedwongen Nederland heeft op 1 mei 1956 de tuberculose onder het rundvee bedwongen. Dit is een ge beurtenis van groot belang. Op deze dag is het vijfjarenplan, het sluitstuk van de t.b.c.-be strijding, met goed succes beëindigd. Dit feit heeft niet alleen betekenis voor de boeren, maar ook voor de consumenten. En zeker is dit resultaat van niet minder grote waarde voor de nationale welvaart. Aldus de aanvang van een door het Landbouw schap uitgegeven brochure, welke deze maand verscheen. Dat de rundveehouderij in Nederland van groot belang is voor de nationale welvaart blijkt wel uit de volgende cijfers: De runveestapel telt ongeveer 2.900.000 stuks, terwijl de anderhalf miljoen melkkoeien per jaar rond 5900 miljoen kg melk geven. Rekent men de melk tegen de waarde van de garantie prijs, dan is de totale waarde van de gehele melkplas meer dan \XU miljard. De totale export van produkten uit deze bedrijfstak be droeg meer dan 750 miljoen gulden in één jaar, dit is ruim 8% van de totale Nederlandse export. Meer eer men kon zeggen: „de tuberculose onder het rundvee in Nederland is bedwongenmoest een lange weg worden afgelegd. De brochure vertelt hierover dat reeds in het begin van de vorige eeuw een aantal onder zoekers de aandacht vestigde op het ver schijnsel, dat de tuberculose bij de mens en bij het rund in het ziektebeeld veel overeenkomst met elkaar tonen. In 1822 toonde Robert Koch aan, dat de ziekte in beide gevallen veroorzaakt wordt door de tuberkelbacterie. Koch toonde eveneens aan, dat de tuberculose een besmettelijke ziekte is. In 1892 ontwierp Bang in Denemarken een systeem, vooral gericht op de t.b.c.-bestrijding op de grote Deense boerderijen. In Duitsland werd een systeem ontwikkeld door Von Ostertag. In Nederland was het in het bijzonder prof. dr. D. A. de Jong te Leiden, hoogleraar in de vergelijkende pathologie, die zich bezig hield met de bestudering en de bestrijding van de tuberculose onder het rundvee. Een door een in 1898 benoemde staatscommissie opgesteld wetsontwerp op de tuberculose bestrijding ontmoette zoveel bezwaren, dat het nimmer wet is geworden. Eerst op 1 januari 1905 trad een koninklijk besluit in werking, dat de wettelijke basis gaf aan hulp van staatswege bij de bestrijding van de tuberculose onder het rundvee. Met ingang van 1 januari 1911 werd dit koninklijk besluit ingetrokken en vervangen door een nieuw koninklijk besluit, dat als nieuw element be vatte dat veefokkers, die lid van een fok- vereniging waren, voor hun dieren met klini sche tuberculose vergoeding konden krijgen en konden verzoeken hun beslag door of namens de districtsveearts te laten tuberculineren. Hiermede ging men dus in de richting van het systeem Bang. Intussen begon ook het particuliere initiatief zich te ontwikkelen: in Friesland zag men zelfs een eerste symptoom van georganiseerde be strijding. Onder de bezielende leiding van Jan Timmer te Kimswerd besloot in 1900 de leden vergadering van de zuivelfabriek melk te weigeren van rundveebeslagen waar geen onderzoek op tuberculose plaats vond. In 1913 begon het Friese Rundvee Stamboek zich te interesseren voor de bestrijding van de rundertuberculose, terwijl het in 1918 een vee arts aanstelde als hygiëne-consulent. Ver volgens werd contact gezocht met de Bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken in Friesland. Dit overleg leidde er toe, dat in 1919 als eerste provinciale dienst werd opgericht de Gezond heidsdienst voor Vee in Friesland. Deze gang van zaken boezemde de drie cen trale landbouworganisaties dusdanig belang in dat zij in 1924 uit hun midden een commissie benoemden, waaraan werd opgedragen de vraagstukken van de vrijwillige bestrijding van de t.b.c. onder ogen te zien. In 1927 achtte de directeur van de Veeartsenij- kundige Dienst, mede op grond van het door zo juist genoemde commissie uitgebrachte rapport en nadat daartoe in art. 47 van de Veewet de mogelijkheid geschapen was, de tijd gekomen aan de minister van Binnenlandse Zaken en Landbouw voor te stellen op de begroting voor 1928 een bedrag uit te trekken tot het wederom verlenen van steun aan de bestrijding van de tuberculose onder het rundvee. Dit voorstel werd door de Staten-Generaal zonder oppositie aangenomen. In 1928 kwam de algemene maat regel van bestuur tot stand, welke hiertoe noodzakelijk was. Deze hield in dat de steun 200

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1956 | | pagina 22