antwoord
genoemd) is in het oog van menigeen altijd een
instelling geweest van een rustige bedaagdheid.
De ambtelijke sfeer liet geen enkele twijfel aan
de betrouwbaarheid en de R.P.S. heeft aldus
haar eigen typische plaats in ons land inge
nomen.
Aan die bedaagdheid van de R.P.S. is min of
meer een eind gekomen met de „Spaarwet"
van 18 juli 1947. Sindsdien heeft zij zich met
jeugdig elan op de spaarmarkt geworpen en,
gezien de cijfers die men publiceert, niet zonder
succes. Wij nemen daartoe het prima verzorgde
jubileumnummer van „Spaarcommentaar" in
handen. Het voorlichtingsblad, dat op zichzelf
al een geheel nieuwe stap voor de oude R.P.S.
betekende.
Het bonte leven van de 75-jarige wordt in dit
blad samengevat in een aantal kernachtige
artikelen.
Uit het artikel, dat de 7 propagandajaren van
de R.P.S. beschrijft, vernemen wij, dat thans op
4081 scholen het schoolsparen is ingevoerd met
397.000 deelnemende schoolkinderen. Daar
naast heeft men het groepssparen voor de
jeugd, doch ook voor ouderen en wel in totaal
met 8856 groepen.
Het bedrijfssparen heeft zich minder goed ont
wikkeld, doch niettemin zijn er ruim 2.000 be
drijven, waar het sparen in het bedrijf wordt
toegepast. Ook andere methoden werden met
goed resultaat gebruikt, waardoor de ont-
wikkelingscijfers van de laatste tijd beduidend
werden verbeterd. We hebben dan ook de in
druk dat de 75-jarige zich met onverminderde
energie van haar taak zal kwijten.
Goede oplossing- Jn juni-nummer van ons
blad, werd een „juridische
puzzle" vermeld, voortvloeien
de uit de ontvreemding van melkgelden.
De melkfabriek te O. bericht ons thans, dat
er geen sprake is van een puzzle. De verzeke
ring nam alle schade op zich.
Bestemming van spaargeld
Vraag: Dooor een cliënt werd voor elk zijner
di ie kleinkinderen een bedrag gestort op een
spaarboekje, zonder dat er een bepaling werd
bijgemaakt.
Doordat de vader van de kinderen (zoon van
cliënt) tevoren was overleden, wordt thans
door de moeder en de voogd (de moeder is
geen voogdes), aanspraak gemaakt op de ge
noemde spaarsaldi.
Cliënt verzoekt ons echter of het mogelijk is
nu achteraf nog een bepaling op de spaar
rekening te vermelden, dat de gelden eerst
beschikbaar komen bij meerderjarigheid der
kleinkinderen.
De boekjes zijn en blijven in het bezit van
cliënt, zodat er ons inziens nimmer door een
ander van kan worden opgenomen. Gaarne
zouden wij van u vernemen of een dergelijke
aantekening nodig is en dan ook enige
waarde heeft?
Antivoord: Wanneer iemand een bedrag bij de
spaarbank der boerenleenbank ten name van
een ander stort, heeft die ander recht op
afgifte van dit bedrag, ook al is hij niet in
het bezit van het spaarbankboekje. Het
spaarreglement schrijft n.1. voor, dat terug
betaling kan worden gevorderd door de in
legger of diens wettelijke vertegenwoordiger
(art. 10). Als inlegger wordt ook beschouwd
degene op wiens naam een bedrag op een
spaarbankboekje wordt gestort (art. 4).
In het onderhavige geval zoudt u derhalve
gehouden zijn aan de voogd te betalen, ook
als deze niet in het bezit van het boekje is.
Normaliter plegen echter de banken uitbe
taling aan de inlegger, die niet het boekje
kan overleggen, te weigeren, indien bekend
is waar dat boekje zich bevindt, d.w.z. wan
neer het boekje niet is verloren gegaan. Deze
gewoonte wordt in het onderhavige geval
nog gesteund door de overweging dat de
grootvader, door de boekjes onder zich te
houden, geacht kan worden te kennen te
hebben gegeven dat uitbetaling niet dan met
zijn toestemming zal mogen geschieden.
Een nadere aantekening in de spaarbank
boekjes heeft echter ons inziens weinig zin.
190