vormen van afwijkende zekerheden, welke door
de boerenleenbanken worden geaccepteerd en
op de afdeling G van het Onderling Waar
borgfonds. In 1955 kwamen er 737 verzoeken
om dispensatie wegens kredieten met afwijkende
zekerheid bij de Centrale Bank binnen, die alle
werden ingewilligd. Ook kunnen het Borg
stellingsfonds voor de Landbouw en de in
verschillende provincies bestaande Waarborg-
instituten voor de tuinbouw een nuttige functie
vervullen. Tevens ligt het in het voornemen om
bij de in voorbereiding zijnde statutenwijziging
de mogelijkheid te openen »zan blanco krediet
verlening tot kleine bedragen gedacht wordt
aan 3.000,per persoon hetgeen verant
woord wordt geacht nu de gezamenlijke reserves
van de boerenleenbanken ongeveer 75 mil
joen belopen.
„Er zijn", aldus de heer Minderhoud, „verschil
lende tekenen, die er op wijzen, dat er in de
toekomst een veel grotere vraag naar krediet
zal komen dan nu het geval is. Hij wees hierbij
o.m. op de voortschrijdende mechanisatie der
landbouwbedrijven en de hoge belastingen,
die kapitaalvorming bemoeilijken. Zonder de
liquiditeit der organisatie in gevaar te brengen,
kan er thans nog 250 miljoen op lange of
400 miljoen op korte termijn worden uitgezet.
Voorlopig is er dus nog wel geld. Maar als de
verwachtingen juist blijken, zal dit in de toe
komst ook hard nodig zijn. Bovendien ziet het
er, als de voortekenen niet bedriegen, voor de
winstgevendheid van land- en tuinbouw in de
naaste toekomst niet zo rooskleurig uit. Worden
de bedrijfsuitkomsten schraler, dan wordt het
voor de boerenleenbanken uitkijken. Juist dan
is het van zeer veel belang, dat de banken be
halve over bekwame bestuurders, ook beschikken
over kassiers, die voor hun taak zijn berekend.
Hun beloning zal daarop gebaseerd moeten
zijn." De voorzitter deed een beroep op de ban
ken de adviezen van de Centrale Bank, gegeven
op grond van het salarisrapport 1955, op te
volgen. Ook het rapport betreffende de pen
sioenregeling, dat binnenkort zal verschijnen,
beval de voorzitter warm in de aandacht van
de boerenleenbanken aan.
„Ten slotte", aldus de voorzitter, „staat de Cen
trale Bank voor het feit, dat zij binnenkort twee
bekende figuren zal moeten missen wegens de
voor hun functie gestelde leeftijdsgrenzen."
Allereerst richtte hij zich hierbij tot de heer
Hooft Graafland, die wegens het bereiken van
de 65-jarige leeftijd tegen 1 september a.s.,
ontslag als directeur heeft gevraagd, hetgeen
hem onder dankbetuiging voor het belangrijke
werk. dat hij voor de Centrale Bank heeft ver
richt, gaarne eervol wordt verleend. Daar de
heer Hooit Graafland de wens te kennen heeft
gegeven, dat zijn afscheid in beperkte kring zal
plaats vinden, hoopt de heer Minderhoud hem
bij die gelegenheid nog nader te kunnen toe
spreken. Hij wilde echter niet nalaten ook in
deze laatste algemene vergadering, welke de
heer Hooit Graafland als directeur medemaakt,
te memoreren, dat deze functionaris in een
periode van 34 jaar zijn stempel op de Centrale
Bank heeft gedrukt. Hij is er in geslaagd om
ondanks een diepe crisis en ondanks een
wereldoorlog de Centrale Bank steeds te be
hoeden voor ernstige verliezen en te bewerk
stelligen, dat zij steeds in staat is geweest om
de lokale banken behoorlijke vergoedingen voor
spaargelden en deposito's te verlenen, terwijl
daarnaast de Centrale Bank de gelegenheid
heeft gehad om redelijke reserves te vormen.
Daarbij heeft de heer Hooft Graafland door
zijn vlotte en joviale omgang het allen, die
met hem in aanraking kwamen, hetzij binnen
de Centrale Bank of daarbuiten, uiterst gemak
kelijk gemaakt hun belangen te bepleiten.
Dit heeft een goede en vlotte gang van zaken
sterk bevorderd. De hele organisatie gaat door
het heengaan van de heer Hooft Graafland een
goede vriend verliezen, aan wie vooral de Cen
trale Bank grote verplichtingen heeft.
De rekening en verantwoording over 1955 wer
den daarna goedgekeurd, terwijl het voorstel
ten opzichte van de gemaakte winst werd aan
vaard.
Algemene Vergadering Onderling Waarborgfonds
Na schorsing van de algemene vergadering van
de Centrale Bank werd die van het Onderling
Waarborgfonds geopend. De notulen van de
vorige vergadering werden goedgekeurd en vast
gesteld. De rekening en verantwoording over
1955 werd eveneens goedgekeurd, waarna de ver
gadering werd gesloten en werd overgegaan tot
Voortzetting van de algemene vergadering van
de Centrale Bank.
Met overgrote meerderheid werd de heer J. L.
Hoogland herkozen tot lid van het bestuur van
de Centrale Bank. In de vacature, ontstaan door
het aftreden van de heer D. W. Lindenbergh,
werd de heer Jac. Lindenbergh te 's-Heer
Arendskerke gekozen in de raad van toezicht,
terwijl de heren G. J. Wilms, H. A. Wind en
J. Jensema J.Dzn., die aan de beurt van af
treden waren, tot leden van deze raad werden
herkozen. De vergadering hechtte haar goed
keuring aan het voorstel om de vacature van
plaatsvervangend lid van het bestuur, ontstaan
151