J/roniek uit eigen kring aandelijkse momentopnamen Reeds bij vroegere gelegenheden werd door ons aan de boerenleenbanken ontraden kantoor benodigdheden te kopen van onbekende per sonen, die de banken afgaan en trachten papier, potloden en verdere benodigdheden te slijten. In sommige gevallen zal achteraf blijken, dat de kwaliteit van het geleverde niet aan de daar aan te stellen eisen voldoet, terwijl het in het geheel niet is uitgesloten, intensieve medeleven van de boerenleenbank functionarissen met de gehele coöperatieve kredietorganisatie. Het verheugt ons dan ook, dat wij in deze ver gaderingen de gelegenheid hadden nauwer contact te leggen tussen genoemde functionaris sen en de Centrale Bank en wij vertrouwen, dat de gevoerde besprekingen en uiteenzettingen dat men voor hetzelfde arti- kei bij de bonafide handel echter doorgaans niet moge lijk zijn. Nu de ringvergaderingen die aan de algemene vergadering van de Cen trale Bank vooraf plegen te gaan, weer tot het verleden behoren, stellen wij er prijs op een terugblik te werpen op deze vergaderingen. In het algemeen werden de ringvergaderingen, waarbij ook een vertegenwoordiger van de Centrale Bank aanwezig was ten einde waar nodig van advies en voorlichting te dienen, zeer goed bezocht. De uiteenzettingen betreffende de gang van zaken bij de Centrale Bank in het afgelopen jaar werden met aandacht gevolgd. Uit de door de afgevaardigden gestelde vragen, die niet alléén de gang van zaken bij de Cen trale Bank betroffen, doch ook vaak betrekking hadden op kwesties van algemeen organisato rische aard, bleek wederom zeer duidelijk het over allerlei zaken, die aan de orde kwamen, verhelderend hebben gewerkt. Eén opmerking moet ons echter van het hart. Bij de gehouden ringvergaderingen merkten wij, dat lang niet alle afgevaardigden het door de Centrale Bank toegezonden jaarverslag hadden medegebracht. Het lijkt ons zeer moeilijk, zo niet ondoenlijk om zonder dit verslag vóór zich te hebben de uit eenzettingen betreffende de stand van zaken en de bereikte resultaten bij de Centrale Bank te volgen. Aangezien de ringvergadering naar onze mening tevens als een „werkvergadering" moet worden beschouwd, zouden wij voor een volgend jaar de afgevaardigden, die de ringver gaderingen zullen bezoeken, warm willen aan bevelen het jaarverslag mede te nemen ten einde de besprekingen beter te kunnen volgen. De landbouw in mineur In Economisch-Statistische Berichten van 2 mei jl. geeft deWageningse hoogleraar prof.Horring een overzicht van de toestand in de landbouw. Hij wijst erop, dat al langer dan een jaar klach ten worden gehoord over de minder florissante gang van zaken in de landbouw. Meestal blijkt echter, dat men geen concrete voorstelling heeft van het beloop. Prof. Horring doet nu een greep uit de talrijke gegevens en geeft daarmede een duidelijk beeld van de ontwikkeling van de netto-inkomsten in de landbouw. De conclusie is ongeveer als volgt. De ongeveer gelijkblijvende totale geldop- brengsten per ha gaan gepaard met een sterke stijging van de kosten; dit betreft zowel de ar beidskosten als de niet-arbeidskosten. Dit is de oorzaak van de teruggang der gezinsinkomens en van de nog sterkere daling van de netto overschotten. Als we ons houden aan de verge lijking van het gezinsinkomen en het gemiddelde van de jaren 1949/501952/53 op 100 stellen, dan blijkt dit indexcijfer voor de akkerbouw bedrijven op de zeeklei in 1951/52 117 te zijn en in 1954/55 59. Voor de veenkoloniën zijn de overeenkomstige cijfers 123 en 57, voor de 147

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1956 | | pagina 5