inancieel overzicht Onze vraag is thans of door ons kan worden volstaan met aan de borgen te berichten, dat zij van hun verplichtingen zijn ontslagen. Aritwoord: Het ontslag uit de gegeven borg stelling behoeft volgens art. 27 letter f de goedkeuring van de raad van toezicht, indien voor het verstrekken van het voorschot of krediet in lopende rekening de toestemming van die raad is nodig geweest en voorts, in gevolge art. 28 letter e de goedkeuring van de Centrale Bank, indien voor het verlenen van het voorschot of het krediet de toestem ming dier bank vereist is geweest. Aan de borgen kan bij brief, ondertekend namens het bestuur door twee bestuursleden, van het ont slag mededeling worden gedaan. Dit schrijven moet worden gezegeld met 0,15 en kan luiden: ,,De ondergetekende de Coöp. Boerenleen bank X verklaart, dat zij aan U ontslag heeft verleend uit alle verplichtingen, welke voor U voortvloeien uit de door U te haren be hoeve gestelde borgtocht voor een aan verstrekt blijkend uit de akte van verleden devoor de te gevestigde notaris De ondergetekende verklaart uit hoofde van opgemelde borgtocht niets meer te vorderen te hebben." Overlijden van mede-kredietnemer Vraag: In 1955 verleenden wij een krediet hypotheek aan twee kredietnemers. Een van hen is nu overleden. Kan de overgebleven kredietnemer nu zonder meer van het bestaande krediet blijven ge bruikmaken? Antwoord: Ons inziens is het gewenst de kredietverhouding opnieuw te regelen, waar door dus ook opnieuw hypotheek gesteld moet worden. Het krediet is aan beide kredietnemers gezamenlijk verstrekt, zodat bij wegvallen van een der kredietnemers, de kredietverhouding geacht moet worden een einde te hebben genomen. Minder juist lijkt het ons vol te houden, dat het krediet ten op zichte van de ene beëindigd zou zijn en niet ten opzichte van de andere kredietnemer. Bovendien kan men er op wijzen dat, zou het krediet doorlopen, verhaal op de erfgenamen van de overleden kredietnemer uitgesloten is. Dit betreft weliswaar de onderlinge verhou ding, maar gezien de verstrekking van het krediet aan de kredietnemers tezamen, is dit dermate een element van de kredietverhou ding, dat bij verbreking dezer verhouding het krediet gestaakt moet worden. Ten overvloede wijzen wij u er op, dat de nieuwe algemene hypotheekvoorwaarden met zoveel woorden in een geval als het onderhavige, beëindiging van het krediet gebieden. De enige juiste, althans veilige, oplossing is derhalve het krediet te beëindigen en met de overgeblevene de zaak opnieuw te regelen. Formulier 59 Vraag: Is formulier 59 óók zegelvrij als daar bij de reden van betaling wordt vermeld? Antwoord: Ons antwoord op deze vraag luidt bevestigend. Noemden wij de vorige maal de op de staats- fondsenmarkt in de maand april ingetreden koersverliezen sensationeel, die van de afge lopen maand doen daar weinig voor onder. Ook nu is het weer raak geweest, zoals een vluchtige blik op de maandelijkse koerstabel leert. En daarbij dient men dan bovendien nog in aan merking te nemen, dat op de laatste twee dagen van de maand de weerstand is toegenomen en een licht herstel kon intreden. Dat herstel heeft voor de lening 1956 ongeveer een half punt bedragen, waardoor op de laatste dag van de maand een koerspeil kon worden bereikt van 96. Dat was derhalve nog altijd drie punten beneden emissieprijs. Bij een stand van 95,07 zou het rendement juist 4 hebben bedragen, thans kon het op ca 3% °/o worden gesteld. Er zijn echter nog veel grotere verliezen in de afgelopen maand voorgekomen, zoals bij de 168

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1956 | | pagina 26