zocht worden in de rente van uitzettingen in
eigen kring.
De gemiddelde rente-opbrengst van debetsaldi
in rekening-courant was in
1954 1955 minder
4,6 4,47% 0,13%
van hypotheken en
voorschotten was deze 4,04%, 3,90%, 0,13%
de gemiddelde spaargeldrente bleef gelijk,
n.1. 2,41%
de gemiddelde rente voor deposito's daalde van
0,81 tot 0,79
Op welke wijze is nu de meerdere winst ad
265.000,ontstaan
Ik noemde u reeds de stijging in
de rentewinst ad 884.000,
de post provisie en diverse
baten steeg met 301.000,
tot 2.444.000,—.
Deze stijging is een werkelijk winstpunt, immers
de provisie dekt thans plm. 25 van de on
kosten. n.1. 884.000,301.000,
1.185.000,—
Stijging onkosten en diverse
uitgaven 920.000,
Saldo meer 265.000.
Lasten
De onkosten stegen met J 870.000,tot
9.600.000,—.
Dit is ten opzichte van 1954 een stijging van
rond 10
Een belangrijk onderdeel hiervan is de post
„salarissen", die met 450.000 steeg tot
f 4.500.000.en de post „sociale lasten", die
100.000,hoger was en plm. 1.100.000,
beliep.
De 6 %-loonronde van 1 oktober 1954 heeft
hier onder meer een rol gespeeld, alsmede de
gestegen bedrijfsomvang.
Een opmerkelijk onderdeel van de onkosten is
de post „jubileumkosten" ad 125.000,
Een passende herdenking van jubilea bevat on
getwijfeld een stuk propaganda. Ik durf dan
ook van deze post geen kwaad te zeggen.
Alweer gemeten aan het gemiddeld balans
totaal tonen de netto-onkosten (verminderd met
provisie en diverse baten) relatief een lichte
teruggang, n.1. van 0,502 tot 0,494
Zoals bekend, wordt in onze begrotingsadviezen
gerekend met een winstnorm van Va van het
balanstotaal.
Wij hebben nu de bedragen der gezamenlijke
verlies- en winstrekeningen van alle boeren
leenbanken omgezet in procenten van het ge
middelde balanstotaal en kregen toen de vol
gende opstelling:
Rentewinst bijna 0,9
Onkosten 0,639
Provisie 0,145 bijna 0,5
Winst 0,4
Dit is dus plm. 0,07 boven de winstnorm, of
in geld uitgedrukt 1.170.000,—waaronder
400.000,gereserveerd voor de afdelingen B
en C van het Onderling Waarborgfonds.
Beschouwt men deze reservering als kosten, dan
daalt het overschot tot 770.000,
Hoewel op zich zelf niet onbevredigend, heb ik
reeds opgemerkt, dat vele banken de winstnorm
niet halen, er is zelfs sprake van een opmerke
lijke stijging van laatstbedoelde groep.
Niet aan de winstnorm voldeden n.1. in 1953:
27 van de banken
in 1954: 29
en in 1955: 38
Voor enkele provincies waren deze cijfers als
volgt:
hoger Groningen 71
Friesland 58
lager Gelderland 21
Z.-Holland 25
Zeeland 25
Mijnheer de voorzitter, dames en heren,
Ik wil u niet verder meenemen in het labyrint
van afleidingen en conclusies. Dat is voor u
uiteraard moeilijk te volgen.
Interessant zijn nog enkele zgn. indexcijfers,
waarbij 1953 op 100 is gesteld en de hierna vol
gende getallen dus aantonen tot welke hoogte
in van 1953 de betreffende posten stegen.
onkosten121
afschrijvingen 126
salarissen 124
sociale lasten 128
provisie 145
winst 113
Als ik ten slotte nog even terug kom op de ge
maakte winst ad 6.779.000,
dan moet er op gewezen wor
den, dat van dit bedrag voor
vennootschapsbelasting is ge
reserveerd 1.310.000,
blijft 5.469.000,—
De reserves per 31 december
bedroegen 71.200.000,
zodat mag worden aangeno
men, dat inclusief de winsten
van de boerenleenbanken
handelsverenigingen en van
161