<°^oespraak van de heer Hendriksen deze raad aan te wijzen als lid van de raad van toezicht van de Grondkapitaalbank. Bij de behandeling van de rekening en verant woording over het 28e boekjaar werd mede gedeeld, dat zeven nieuwe leningen in de loop van 1955 werden verstrekt, terwijl werd over gegaan tot de uitgifte van 4 obligatie-leningen, elk groot 1.000.000, De vergadering verenigde zich met het voorstel van het bestuur om van de over het boekjaar behaalde winst ad 46.846,26 een dividend uit te keren van 4 en het daarna overblijvende bedrag ad 38.430,26 toe te voegen aan de reserve; deze zal daardoor stijgen tot een bedrag van 438.886,86. De heer J. L. Hoogland werd met algemene stemmen herkozen als lid van het bestuur, de heren H. H. M. Peters en R. Wichers Hzn. werden herkozen als lid van de raad van toe zicht. Het voorstel om in de vacature D. W. Lindenbergh plaatsvervangend lid van het bestuur aan te wijzen degene, die door de raad van toezicht van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank in de eerstvolgende vergade ring van die raad uit die raad in zijn plaats zal worden aangewezen als lid van de raad van toezicht van de Grondkapitaalbank, vond in stemming van de vergadering; de heer N. J. H. Raat werd als plaatsvervangend lid van het bestuur herkozen. Het voorstel tot wijziging van het aan de leden van de raad van toezicht toe te kennen vacatie geld en dit te brengen op 50,per vergade ring, werd eveneens door de vergadering aangenomen. Mededelingen waren er niet te doen; bij de be handeling van de rondvraag sprak de heer Lindenbergh woorden van dank voor het in hem gestelde vertrouwen tijdens zijn lidmaat schap en voorzitterschap van de raad van toe zicht. Hij wilde, alvorens zijn functie neer te leggen, ook de heer Hooft Graafland danken voor hetgeen deze in de loop der jaren voor hem is geweest. Vervolgens krijgt de heer Hoof; Graafland, die wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd zijn functie binnen kort zal neerleggen, gelegenheid woorden van afscheid tot de algemene vergadering te richten. De heer Hooft Graafland maakt met een enkel woord ervan gewag, dat dit afscheid hem moeilijk valt, wanneer men bedenkt, dat hij heeft mogen medewerken aan de oprichting van de Grondkapitaalbank en dat in de loop dei- jaren ook op dit terrein verschillende moeilijk heden waren te overwinnen, mede in verband met het feit, dat het van belang was, dat met het oog op het liquiditeitsvraagstuk vreemd geld buiten de boerenleenbanken om werd aange trokken. Na de oorlog bleek de Grondkapitaal - bank een krachtiger positie te kunnen veroveren en hij verheugt zich over de gang van zaken, zoals deze zich thans voordoet. Hij wenst alle aanwezigen het allerbeste toe, daarbij tevens de hoop uitsprekende, dat ook de Grondkapitaal bank in de loop der jaren aan het gestelde doel zal mogen beantwoorden. De voorzitter sluit hierna de vergadering en dankt de aanwezigen voor de getoonde belang stelling. Mijnheer de voorzitter, dames en heren, Er is veel veranderd sedert 100 jaar geleden Raiffeisen de eerste boerenleenbanken in het leven riep met de bedoeling de braakliggende overtollige gelden van de plattelanders een veilige belegging te geven en daaruit op voor zichtige wijze aan de boeren, wier bedrijf nog nauwelijks het stadium der gesloten familiehuis houding verlaten had, kleine voorschotten op billijke voorwaarden te verschaffen. Lange tijd hebben ook in onze organisatie de aangesloten banken 't karakter gehad van eenvoudige spaar en voorschotbanken, waarvan het bestuur in staat 154 was de gang van zaken volledig te volgen en die voor de kassier geen dagtaak vergden. Het aantal banken, dat nog dit eenvoudige karakter bezit, was reeds voor de oorlog sterk aan het verminderen, na de oorlog is deze ontwikkeling in een versneld tempo verder gegaan. De geld- sanering heeft daarop grote invloed uitge oefend. Wel zijn verreweg het grootste deel onzer ban ken nog eenmansbanken, maar hun karakter is grondig veranderd. De meeste banken zijn thans dagelijks geopend. Zij zijn bezig uit te groeien tot dorpsbanken, die voor hun leden en cliënten (Zie voor vervolg fiag. 1~>7

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1956 | | pagina 12