geeft de bank dan een creditering in het lopende rekeningboekje dan wel op het dag afschrift. Voorschotten dienen derhalve in de contante sfeer gehouden te worden, m.a.w. boeking zal uitsluitend mogen plaats vinden in het dagboek leenbank of in de kaskolom van het kasgiro- boek. Een gehele of gedeeltelijke terugstorting komt dan automatisch in de kaskolom aan de ontvangstzijde terecht (na het tekenen van een stortingsbewijs door de lopende rekeninghouder). Zoals bekend bestaan er in onze organisatie geen schuldbekentenissen, die zodanig geredi geerd zijn, dat zij onder verwijzing naar het bestaande voorschot een verhoging van dit voorschot (uiteraard onder dezelfde zekerheid) juridisch vastleggen. (Dit is b.v. wel het geval ten aanzien van een krediet in lopende rekening, dat verhoogd wordt en waarvoor formulier 151 wordt ge bruikt). Daarom moet er dan ook rekening mede wor den gehouden, dat indien een voorschot ad 3.000,tot 10.000,wordt verhoogd het bedrag ad 10.000,als een geheel nieuw voorschot wordt beschouwd en dus ook als zo danig geboekt. Hieruit volgt, dat het bestaande saldo ad 3.000,afgelost dient te worden. De schuldenaar ontvangt derhalve 10.000, en stort een bedrag ad 3.000,terug ter afdoening van de bestaande schuld (de schul denaar ontvangt een kwitering in het voor schotboekje en tekent een stortingsbewijs). Niet juist is dus om als nieuw voorschot te boeken een bedrag ad 7.000,bij het be staande saldo ad 3.000,Dit zou in strijd zijn met de redactie van de schuldbekentenis. Zoals bekend worden leningen aan rechtsper sonen geadministreerd in de groep lopende rekeninghouders (zakelijke rekeningen) en het plan bestaat ook niet om daarin verandering aan te brengen. Nu stelt men ons wel eens de vraag of er be zwaar tegen bestaat om voor het administreren van leningen aan rechtspersonen kaarten of losse bladen te bestemmen, welke normaliter gebruikt worden voor het administreren van voorschotten aan natuurlijke personen. Vanzelfsprekend bestaat daartegen geen be zwaar, mits dergelijke leningen onder de groep lopende rekeningen blijven gerangschikt. Be doelde kaarten en losse bladen zijn in verband met de daarop voorkomende renteberekening kolommen in feite beter geëigend om leningen met de daarbij behorende renteberekening te verantwoorden. Het verstrekken van een voor schotboekje met betrekking tot leningen aan rechtspersonen hebben wij al eens meer aan bevolen. Lokale banken, welke zijn aangesloten bij de „Bedrijfsvereniging voor ongevallenverzekering voor het agrarisch bedrijf" ontvingen dezer dagen een premienota (afrekening) over 1955. De premie bedraagt 0,48 °/o over het voor het jaar 1955 vastgestelde loon, vermeerderd met een bedrag ad 3,als bijdrage in de admi nistratiekosten. Het op deze nota genoteerde premiebedrag moet als verlies worden verantwoord, met omschrijving „Premie ongevallenverzekering 1955". Daar ons gebleken is, dat sommige banken het indertijd gevraagde permanente voorschot als verlies hebben afgeboekt, verzoeken wij de kassiers van deze banken dit bedrag alsnog te aktiveren (uitgaafzijde giroboek: kolommen totaal en rekening-courant met omschrijving „Permanent voorschot ongevallenverzekering" en aan de ontvangstzijde dezelfde kolommen- boeking met omschrijving „Reservefonds Het aldus te boeken bedrag staat zwart omlijnd vermeld onderaan de nota. De nieuw te openen rekening „Permanent voorschot enz." wordt dus gedebiteerd en het reservefonds gecrediteerd (met omschrijving „terugboeking permanent voorschot ongevallen verzekering"). Alle kassiers (en eventueel verder personeel) moeten ongeacht het genoten loon tegen geldelijke gevolgen van ongevallen, hun in verband met hun dienstbetrekking overkomen verzekerd zijn. Het is voorgekomen, dat een lokale bank de premienota van de ongevallenverzekering moest overleggen aan de „Bedrijfsvereniging voor bank- en verzekeringswezen", welke vereniging zoals bekend de W.W.-, K.B.-, Z.W.- en Zie- kenfondsenbesluitpremie incasseert (zie balans circulaire 1955) teneinde restitutie te kunnen verkrijgen van het teveel betaalde bij een ambts halve aanslag. Men ontvangt een ambtshalve aanslag, waarvan het bedrag een veelvoud is van de normale aanslag, indien de kassier ondanks herhaalde aanmaningen in gebreke blijft de bedrijfsvereniging de nodige gegevens te verschaffen. Indien men dus onverhoopt niet verzekerd mocht zijn tegen ongevallen, zal de bank zich ten spoedigste in verbinding moeten stellen met de „Bedrijfsvereniging voor ongevallenverzeke ring voor het agrarisch bedrijf' Singel 126-130 te Amsterdam). 1 33

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1956 | | pagina 19