roniek uit eigen kring
Tussen de boerenleenbanken en de Centrale
Bank bestaat een regelmatig terugkerende be
hoefte aan contact, een contact, dat door de
Centrale Bank zeer op prijs wordt gesteld en
dat niet genoeg kan worden bevorderd.
Een dergelijk contact kan op verschillende
wijzen tot stand worden gebracht, nl. schriftelijk,
persoonlijk en telefonisch.
Uit den aard der zaak zullen in het merendeel
van de voorkomende geval
len de problemen, waarover
men met de Centrale Bank ^^*"7
overleg wenst te plegen, I f
schriltelijk kunnen worden
afgedaan.
Er zullen zich echter ook ge
vallen voordoen, waarin een
persoonlijk onderhoud de voorkeur verdient
boven een schriftelijke behandeling. Het is dan
zeer gewenst dat men, indien enigszins mogelijk,
vooraf overleg pleegt omtrent datum en uur,
waarop men de Centrale Bank zal bezoeken en
mededeling doet van het onderwerp, dat men
wenst te bespreken.
Door deze wijze van handelen heeft men de
zekerheid, dat de functionaris van de Centrale
Bank, die men wenst te spreken, aanwezig is.
Bovendien kan, als men vooraf een afspraak
maakt, de betrokken functionaris zijn werk
zaamheden regelen naar het bezoek en zich
vooraf op het te bespreken onderwerp oriën
teren en de eventueel benodigde gegevens laten
verzamelen, waardoor een vlotte afwerking
mogelijk wordt.
Bij het opnemen van telefonisch contact met de
Centrale Bank is het wellicht goed er rekening
mede te houden dat de kantoren van de Centrale
Bank gesloten zijn van 12.302 uur 's middags.
Het komt nl. nog zeer veel voor, dat gedurende
genoemde uren telefonisch contact wordt ge
zocht met een der afdelingen van de Centrale
Bank. Doordat dit contact in genoemde periode
niet mogelijk is, wordt men genoodzaakt nog
een tweede maal op te bellen. Een en ander gaat
met extra kosten gepaard, die kunnen worden
voorkomen.
Naar aanleiding van de aan de boerenleen
banken gezonden circulaire betreffende de
betaling van de heffingen van het Landbouw
schap en het in de Raiffeisen-Bode omtrent dit
onderwerp gepubliceerde, bereikte ons van de
zijde van enkele banken nog de vraag hoe te
handelen indien de overboeking door middel
van overschrijving plaats vindt.
De vraag doet zich dan voor ol een afzonder
lijke debetnota moet worden afgegeven of dat
kan worden volstaan met het stellen van een
aantekening op het desbetreffende aanslagbiljet.
Naar onze mening kan in dat geval worden
volstaan met het aanbrengen van het bank-
stempel èn van de datum van overboeking op
het betrokken aanslagbiljet.
Dit zal echter alleen kunnen geschieden, indien
de cliënt zich persoonlijk aan de bank vervoegt
voor het geven van de opdracht tot overboeking.
Indien de opdracht per post binnenkomt en
daarbij slechts de beide linkerstroken worden in
gezonden (dus zonder dat het eigenlijke aanslag
biljet wordt bijgevoegd), zal men genoodzaakt
zijn een afzonderlijke debetopgave te zenden
aan de cliënt, die de giro-opdracht instuurde.
Dat de betaling van de heffingen van het Land
bouwschap de gemoederen nog al bezig houdt,
bleek uit reacties, die wij van de zijde van
enkele boerenleenbanken nog ontvingen.
Hierbij betrof het de wijze, waarop de provisie,
aan de boerenleenbank voor haar bemoeiingen
verschuldigd, moet worden voldaan. Men stelde
daarbij, dat deze provisie wellicht beter door
het Landbouwschap zelf kon worden voldaan
dan door de cliënten, die de heffingen moeten
betalen.
Men zou echter ook kunnen stellen, dat de voor
het Landbouwschap noodzakelijke geldmiddelen
uiteindelijk toch door de landbouw moeten wor
den opgebracht, zodat de agrarische groep van
onze bevolking toch ook de incassokosten voor
haar rekening zal moeten nemen.
Waar van de zijde van het Landbouwschap
vooraf niet te bepalen is op welke wijze de hef
fingen zullen worden voldaan (hetzij door mid
del van overschrijving, hetzij door storting in
contanten), terwijl voor deze verschillende
betalingsmethoden ook verschil in provisie be
staat, achten wij het voldoen van de „incasso
kosten" op de wijze, zoals dit thans geschiedt,
in principe weinig aanvechtbaar.
91