heid, dringt pas in zijn volle betekenis door als
men in die omstandigheden verkeert. Gaarne
laat ik het over aan hen, die met zo veel toe
wijding en kunde de geestelijke aspecten van
de emigratie tot hun terrein kozen, de emi
granten te wapenen voor deze krachtmeting.
Zij, die gaan emigreren, doen er verstandig aan
de gelegenheden te benutten, die in hun eigen
milieu geboden worden, om zich wat dit betreft
waarlijk voor te bereiden.
Er zijn echter andere gebieden waarop een
goede voorbereiding niet achterwege mag blij
ven. Dan kom ik in de eerste plaats op een
onderwerp, dat ik ben mij daar goed van
bewust als het ware tot vervelens toe bij de
bespreking van emigratieproblemen aan de
orde is gesteld. Helaas is het echter zo, dat het
lijkt alsof al deze aandacht voor dit probleem
maar weinig heeft uitgehaald. U weet al wat ik
hier bedoel: het leren van de taal.
Het is onbegrijpelijk met welk een luchthartig
heid op dit punt duizenden emigranten aan
boord van schepen en vliegtuigen stappen, om
gebracht te worden naar een land waar nie
mand hun moedertaal verstaat.
Iedere bedenking, dat hun start in het nieuwe
land ernstig in gevaar wordt gebracht door het
feit, dat zij zich niet verstaanbaar kunnen ma
ken, wordt door hen weggewuifd. Dat de vrees
voor dit punt gerechtvaardigd is, zullen zij
door schade en schande later moeten ervaren.
Indien men bedenkt, dat de maatschappelijke
organisaties voor de emigratie, te weten de Al
gemene Emigratie Centrale, de Christelijke
Emigratie Centrale en de Katholieke Centrale
Emigratiestichting, op ruime schaal voorberei
dingscursussen organiseren, in welke cursussen
grote aandacht aan het bijbrengen van de
vreemde taal wordt geschonken, dan is het te
meer onbegrijpelijk, dat niet veel meer aan
staande emigranten dan thans het geval is, van
deze mogelijkheden gebruik maken. De kosten
behoeven hier immers geen beletsel te vormen.
Van Rijkswege wordt in deze kosten een bij
drage gegeven ten behoeve van de onvermo
gende emigranten, die aan deze cursussen deel
willen nemen.
Deze curussen dit is in de praktijk be
wezen zijn uiterst waardevol. Behalve de
taal wordt immers veel geleerd over de om
standigheden van het nieuwe land, in lessen
over land en volk.
Wil of kan men niet aan zulk een cursus deel
nemen, dan kan in ieder geval het kantoor
waar de aanmelding geschiedt, alle gewenste
inlichtingen geven over studie- en leesmate
riaal, dat voor de voorbereiding van belang is.
Bij een goede voorbereiding dient, behalve aan
de geestelijke kant van de emigratie en aan de
algemene aspecten zoals de taal en de kennis
van land en volk, die ik zoëven besprak, niet
vergeten te worden, dat het toekomstig succes
mede afhangt van wat de emigrant met zijn
kunnen te bieden heeft.
In het algemeen is het wel zo, dat de wil om
hard te werken misschien wel de belangrijkste
factor voor het materiële welslagen is. Het is
ook zo, dat men dit niet leren kan, noch dat
men leren kan zich snel in te stellen op nieuwe
werkmethoden. Maar het is even waar, dat dit
alles een basis hebben moet. Emigratie betekent
in 99 van de 100 gevallen, zeker in het begin,
het zelf verrichten van handenaibeid. Heeft
men nooit met de handen gewerkt, dan is
emigratie een bittere zaak. Mist men iedere
handigheid om zich zelf te kunnen redden, dan
wacht een moeilijk leven, veel moeilijker dan
in het vaderland.
Hier kan men, wanneer men aan huis of tuin
een karweitje te doen heeft, er van af zijn door
een vakman te laten komen om deze de zaak te
laten opknappen. In de jonge emigratielanden
ligt dit totaal anders. Indien men in de begin
periode gedwongen is veel geld uit te geven
voor iedere kleinigheid, dan kan men beter
thuis blijven.
Ik sprak (J zoëven over de noodzaak van een
basis voor het materiële welslagen. Ten einde
die basis te verkrijgen, kan iedere aspirant
emigrant zich laten scholen. Voor deze scho
ling bestaan, ook voor de onvermogenden, en
kele goede mogelijkheden. Degenen, die zich
b.v. tot de landbouw aangetrokken voelen,
kunnen deelnemen aan de landbouwvormings
cursussen, die worden gegeven onder auspiciën
van de Nederlandse Emigratiedienst, die deze
cursussen verzorgt in nauwe samenwerking met
instanties, werkzaam op het gebied van de
landbouw en de emigratie. Aanmelding voor
deze cursussen kan geschieden bij alle aanmel-
dingsbureau's, de kantoren van de Algemene
en de Christelijke Emigratiecentrales en de
Katholieke Centrale Emigratiestichting.
Doel van deze cursussen is: scholing tot hulp
arbeider in de landbouw zodanig, dat met be
hulp van de verkregen kennis en vaardigheid
een goede toekomst in de landbouw in het im
migratieland kan worden opgebouwd.
Dit doel bleek in de praktijk volledig te kunnen
worden bereikt. Uiteraard is het niet mogelijk
11 3