^Jt/joniek uit eigen kring In de afgelopen maand werden aan onze banken twee circulaires verzonden, welke be trekking hadden op de betaling van de door het Landbouwschap opgelegde heffingen. De eerste circulaire (rubriek VIII no. 2 van 10 februari 1956) gaf een uiteenzetting van de gang van zaken en een aanduiding op welke wijze de diverse boekingen in de administratie moesten worden verricht, benevens enige voorlichting' betreffende de manier, waarop de controle op de te verrichten boekingen kon plaats vinden. De tweede circulaire (ru briek VIII no. 3 van 23 februari 1956) was be doeld om de kassiers te attenderen op de meest eenvoudige boeking van de heffingen, die in contanten zouden worden betaald. Reeds vóórdat de aangekondigde regeling tot uitvoering was gekomen, ontvingen wij van ver schillende kassiers hierop reacties. Het merk waardige van deze reacties is, dat ze van zeer verschillende aard zijn. Een deel van de kassiers, die reageerden, be treurt de voorgestelde regeling, terwijl andere deze juist toejuichen. De tegenstanders van een betaling der hef fingen via de boerenleenbanken voeren ter motivering van hun standpunt aan, dat de kas siers van de boerenleenbanken door deze rege ling een groot aantal extra posten krijgen te verwerken, waarvoor geen redelijke beloning zal worden ontvangen. Wij geven toe, dat de voor de werkzaamheden te ontvangen provisie van cliënten niet hoog is, doch men zal bij de beoordeling daarvan mede in aanmerking moeten nemen, dat zowel de giro-opdracht als de giro-slip, welke bij over making van de gelden naar het Landbouw schap bij de opdracht aan de Centrale Bank moeten worden gevoegd, niet door de bank be hoeven te worden gereedgemaakt, doch kant en klaar van de cliënten worden ontvangen. Bovendien wordt door het slechts éénmaal per maand overboeken van de gegeven opdrachten en verrichte stortingen (dit vindt immers per de 15de van iedere maand plaats) een valuta winst van circa 14 dagen gemaakt over het totale bedrag van de overboekingen naar het Landbouwschap, ongeacht nog de valutawinst op de debitering, waarvan de hoogte afhanke lijk is van het feit of deze debitering in de lopende rekening of in de spaarbank plaats vindt. Wij zijn derhalve van mening dat, gezien het 64 bovenstaande, mag worden aangenomen, dat de kostprijs van de te verrichten handelingen ten naaste bij door de provisie, zijnde 0,10 voor girale overboekingen en 0,25 voor contante posten, zal worden gedekt. In een enkel geval werd de klacht geuit, dat niet vóóraf met de boerenleenbanken overleg was gepleegd, ten einde na te gaan ot de ban ken bereid waren aan het tot stand komen van deze regeling mede te werken. Hiertegen zouden wij willen aanvoeren, dat een dergelijke gang van zaken niet mogelijk moet worden geacht, aangezien dan geen enkele al gemene regeling tot stand zou kunnen komen. Immers er zouden toch zeker wel steeds enkele boerenleenbanken niet direct bereid zijn aan een beoogde regeling mede te werken, terwijl het vaststellen van de vergoedingen steeds een zaak van nader overleg betekent, waarbij van de zijde van de Centrale Bank steeds getracht wordt een voor de boerenleenbanken aanvaard bare regeling te treffen. Voor de enkele banken in onze organisatie, bij welke de kassiersfunctie, gezien de omvang van de bank, slechts enkele uren per week vergt, zou wellicht gedurende enkele weken een be stuurslid de behulpzame hand kunnen bieden. (Immers bij deze zeer kleine banken, waarvan er nog slechts enkele in de organisatie voor komen, zal vermoedelijk het aantal posten een onevenredige stijging vertonen). Iedere medaille heeft echter een keerzijde en het verheugt ons, dat wij ook reacties ontvingen, waarin de getroffen regeling werd toegejuicht. De kassiers, die aldus reageerden, zien hier een welkome gelegenheid om met alle agrariërs in hun werkgebied in contact te komen, dus ook met diegenen, die nog geen rekening in eniger lei vorm bij de boerenleenbank aanhouden. Degenen, die het bedrag van de heffing contant komen storten, kunnen worden gewezen op de voordelen en het gemak, die een rekening bij de bank voor hen kan bieden. Deze „toekom stige" cliënten kunnen worden bewerkt met woord en geschrift. Er ontstaat hier dus ongezocht een gelegenheid voor propaganda, welke in zeer sterke mate een gericht karakter draagt. Immers het pro-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1956 | | pagina 6