maakte en uitgegeven door de Contactgroep Opvoering Productiviteit. „De coöperatie is in Amerika vrijgesteld van vennootschapsbelasting, mits zij voldoet aan zekere vereisten, welke overigens voort vloeien uit het wezen van de coöperatie. De Amerikaanse wetgever definieert de zuivere coöperatie ongeveer als volgt: Een zuivere coöperatie is een vereniging van personen, die zich verplicht heeft om aan de leden of aan de patrons1) uit te keren naar de mate, waarin zij aan het bedrijf der coöperatie deelgeno men hebben, alle inkomsten welke de be- drijfsonkosten te boven gaan (onder bedrijfs- onkosten worden hier mede begrepen een matige rente op het in de zaak gestoken kapi taal en de bedragen, nodig voor het vormen van een redelijke reserve); voorts om uit haar boeken te doen blijken voor welk aanwijsbaar deel iedere patron door zijn deelname aan het verkeer met de vereniging heeft medegewerkt aan de opbouw van de reserves, uitgezonderd de bestemmingsreserves. De reserves, uitgezonderd de bestemmings reserves, moeten dus zijn wat de Amerikaan noemt „allocated reserves"; d.w.z. deze moe ten in de boeken der vereniging zodanig zijn geboekt, dat blijken kan tot welk bedrag elke patron in de loop van de jaren tot de opbouw daarvan heeft bijgedragen. Aan de hand van deze definitie van een zui vere coöperatie zijn de vereisten voor vrijdom van vennootschapsbelasting de volgende: a. het dividend of de rente, welke over de nominale waarde van het kapitaal wordt vergoed, mag niet uitgaan boven de wet telijke rente, geldende in de betreffende staat, dan wel als het eerstbedoelde percentage minder is niet hoger zijn dan 8 °/o per jaar; b. de vereniging mag slechts ,,non-allo- cated" niet op naam der leden staande en dus gewone reserves vormen tot het bedrag, dat volgens de wet van de be treffende staat als reserve vereist is, of reserves mits noodzakelijk waarvan het bedrag in een redelijke verhouding staat tot het doel waarvoor zij zijn ge vormd; c. de vereniging moet leden en niet-leden, die zaken met haar doen, op gelijke voet behandelen; d. bij een afzetcoöperatie mag de waarde van de produkten, welke de coöperatie voor niet-leden afzet, de waarde van de produkten, voor de leden afgezet, niet overtreffen; bij een aankoopcoöperatie mag de waarde van de bedrijfsbenodigdheden, welke de vereniging aan niet-leden levert, de waarde van de aan de leden geleverde be drijfsbenodigdheden niet te boven gaan; e. bij een aankoopcoöperatie mag de waarde van de benodigdheden, welke de coöpe ratie levert aan niet-leden, die ook geen agrarische producenten zijn, 15 °/o van de waarde van de totale omzet der vereni ging niet overtreffen. Een coöperatieve vereniging, welke aan deze voorwaarden voldoet, wordt geacht een zui vere coöperatie te zijn en niet op winst-basis te werken. Ad. a. Het doet naar huidige Nederlandse maatstaven wat vreemd aan, dat de Ameri kaan 8 °/o nog als matige rente beschouwt. Over het algemeen trouwens blijft de rente zeer aanzienlijk beneden dit percentage. Ad. b. Dit betekent, dat de allocated reser ves niet belastbaar zijn, zulks in tegenstelling tot de gewone reserves (met gemeld voor behoud). Beide reserves, zowel de allocated reserves als de gewone reserves, zijn eigen vermogen der vereniging. Vandaar dat tegen de niet-belastbaarheid van de allocated reserves uit de kringen, welke de coöpe ratie minder goed gezind zijn, veel verzet is gerezen en nog rijst. Dit komt echter voort uit onvoldoende inzicht in wat er eigenlijk gebeurt. Laten wij als voorbeeld een coöpera tieve zuivelfabriek op aandelen-basis nemen. Die aandelen worden vrijwel alleen door de patrons genomen, omdat deze in de eerste plaats de plicht hebben, gezien het doel der coö]>eratie, haar te financieren, terwijl de aandelen uit beleggingsoogpunt voor ande ren, gezien het meestal lage rendement, niet aantrekkelijk genoeg zijn. Ook het feit, dat het stemrecht niet aan een aandeel vastzit, maar aan het lidmaatschap, maakt dat de kring van belangstellenden voor deze aan delen klein is. Voorzover in de kapitaals behoefte niet wordt voorzien door leningen van banken, is de coöperatie daarvoor dus praktisch aangewezen op de patrons. Daar men de lening gaarne zo spoedig mogelijk aflost en wil vervangen door eigen vermo gen, steken de patrons de nabetalingen voor het overgrote deel weer in de zaak in de Patron betekent letterlijk „klant". Iemand dus, die zaken met de coöperatie doet. Dit kan zowel een lid als een niet-lid zijn. 8

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1956 | | pagina 38