voorts medegedeeld, dat de aangesneden aan
gelegenheden onderwerp van studie uitmaakten
in het kader van de voorbereiding der algehele
herziening van het materiële belastingrecht.
Zoals de staatssecretaris van financiën mede
deelde, zal bij die studie tevens overwogen
dienen te worden of er aanleiding is onder
scheid te maken tussen coöperaties, die steun
en aanmoediging van overheidswege verdienen,
en die, waarbij de coöperatieve gedachte op de
achtergrond is geraakt, doordat zij zich in de
laatste jaren in aard en omvang zo ver
verwijderd hebben van de oorspronkelijke op
zet, dat het verschil in functie van de coöperatie
tegenover haar leden, vergeleken met die van
de naamloze vennootschap tegenover haar aan
deelhouders, is vervlakt.
In de Eerste Kamer vond de boven weerge
geven critiek op de fiscale behandeling van de
coöperaties in het algemeen en de boerenleen
banken in het bijzonder een zeer goed gedocu
menteerde bestrijding door prof. dr. W. Rip.
welke werd bijgevallen door de heren mr. F. G.
C. J. M. Teulings en P. J. Kapteijn. Wij komen
daar hieronder nog nader op terug.
In de memorie van antwoord in de Tweede
Kamer is door de minister van financiën terecht
opgemerkt, dat bij de fiscale behandeling van
de coöperatie het leit, dat bij deze onder
nemingsvorm de afnemers of leveranciers (of
althans een zeer belangrijke groep daarvan)
tevens tezamen de ondernemers zijn, een door
slaggevende rol speelt.
In de Eerste Kamer is dit vanuit het Parlement
zelf nog eens naar voren gebracht, waarbij
speciale aandacht werd gewijd aan dit wezens
kenmerk van de coöperatie.
Wij citeren uit het voorlopig verslag van de
Eerste Kamer
,,De functie, welke de coöperatie tegenover
haar leden heeft te vervullen, verschilt zo
zeer van die, welke de naamloze vennoot
schap tegenover haar aandeelhouders heeft,
dat zulks in haar fiscale behandeling tot uit
drukking dient te komen.
Elke coöperatie is in wezen een organisatie
van (natuurlijke of rechts-) personen, die
samenwerken ter verbetering van de voor
ziening in hun bedrijfs-, huishoudelijke of
beroepsbehoeften. Dat zodanige samenwer
king, om in het maatschappelijk verkeer
merkbaar te kunnen zijn, rechtspersoonlijk
heid niet kan ontberen, achten de hier aan
het woord zijnde leden een aangelegenheid,
welke in dit kader niet van belang is. Huns
inziens komt het aan op de verhouding van
de organisatie tot haar leden.
Anders dan bij de aandeelhouders in de
meeste naamloze vennootschappen het geval
is, treedt een lid niet primair tot de coöpe
ratie toe ten einde het ter beschikking ge
stelde of te houden risicodragend kapitaal zo
rendabel mogelijk te maken. Hij wordt im
mers lid omdat hij, zoals b.v. bij de land
bouwcoöperatie, daarvan een verbetering in
de voorziening van zijn bedrijfsbehoeften
verwacht, o.a. betere afzet, voordeliger in
koop, goedkopere dienstverlening e.d.. Het
belang, dat hij heeft bij de coöperatie, loopt
parallel met het belang, dat hij heeft bij een
goed renderend landbouwbedrijf. Deze vorm
van samenwerking sluit aan bij de aard van
die bedrijven, welke het gebruik van andere
concentratiemogelijkheden, aan andere be
drijfstakken ten dienste staande, niet toelaat.
Men kan zich omtrent de juiste liscale behan
deling van de coöperaties slechts een oordeel
vormen, indien men aard en wezen van die
vorm van samenwerking doorgrondt.
Dit hebben de critici in de beide Kamers ken
nelijk niet gedaan.
Het is goed, dat in de Eerste Kamer verschil
lende volksvertegenwoordigers zelf het juiste
licht hebben doen vallen op een aangelegenheid,
welke voor niet-coöperatoren zo uitermate
moeilijk, ja soms zelfs onverteerbaar blijkt
te zijn.
Commentaar op enkele opmerkingen over
de boerenleenbanken
Wij willen thans enig commentaar leveren op
enkele gemaakte opmerkingen. Daarbij willen
wij eerst ingaan op enige onjuistheden, welke
over de boerenleenbanken zijn gezegd, om
daarna de fiscale behandeling van landbouw
coöperaties in het algemeen te bezien, zoals die
behoort te zijn aan de hand van het wezen dezer
ondernemingsvorm.
1. De boerenleenbanken zouden niet beant
woorden aan de coöperatieve gedachte.
Een coöperatie is een vereniging van per
sonen, die, tezamen als ondernemers aan het
maatschappelijk verkeer deelnemende, mid
dels deze samenwerking trachten 61 een zo
hoog mogelijke prijs voor hun produkten te
verkrijgen, dat wil zeggen de verkoopsprijs,
verminderd met de kosten, welke de ge
meenschappelijke afzet met zich mede
brengt, óf zich tegen zo laag mogelijke prijs
n) Bedoeld wordt kennelijk „werkbaar'' hanteerbaar.
Red. RB.
2