niet in het minst omdat de landen, die het meeste belang bij steun uit dit fonds hebben, soms het minst kunnen betalen. Verreweg de grootste bijdrage aan het operationeel fonds wordt gegeven door de Verenigde Staten van Amerika, welk land op genereuze wijze ieder jaar circa 10 miljoen ter beschikking heeft gesteld. Dit bedrag is circa 45 van de totale bijdragen door de leden-landen. Ondanks de hoge bijdrage van de Amerikaanse regering, kon een tekort op de begroting voor het jaar 1955 niet gedekt worden. Dit tekort leidde tot een verminderd vervoer in dit jaar. In plaats van het aanvankelijk voorgestelde vervoer van 142.000 personen, zullen dit jaar in totaal circa 119.000 personen vervoerd worden. Ook de be groting 1956, in de oktober-zitting van de ICEM ingediend, vertoonde een belangrijk tekort, nl. van circa 3 miljoen. Uitvoerige discussies werden aan de dekking van dit tekort gewijd. Helaas bleek het niet mogelijk tijdens deze najaarszitting de oplossing hiervoor te vinden. ICEM voor Nederland belangrijk Het plan van de ICEM-administratie was aan vankelijk om het transport van circa 143.000 personen uit Europa naar overzeese bestemmin gen te bewerkstelligen. Tijdens deze zitting werd dit streefcijfer terug gebracht tot circa 126.000. Ook dan echter blijft een aanzienlijk tekort bestaan, hetgeen eerst zou kunnen worden weggewerkt indien het programma zou worden teruggebracht tot 96.000. Terugbrenging tot het aantal van 96.000 heeft in het licht van het tekort echter slechts zin indien vooral de dure vervoeren worden beknot. Voor een belangrijk deel is dit het ver voer van Europa naar Australië. Hierdoor zou Nederland eveneens ernstig getroffen worden, daar de financiële voordelen, die Nederland van de ICEM geniet, voor het grootste deel ge baseerd zijn op onze emigratiestroom naar Australië. En, zoals men weet, neemt de emi gratie naar Australië op dit ogenblik voor ons land in het totaal van onze emigratie gezien verreweg de belangrijkste plaats in. De raad van de ICEM achtte een dergelijke oplossing eveneens ongewenst en in strijd met het doel van deze organisatie. Vandaar dat de raad in het begin van 1956 opnieuw zal bij eenkomen, teneinde alsnog naar een oplossing te streven. Voor ons land is het van harte te hopen, dat de huidige financiële moeilijk heden van de ICEM inderdaad zullen kunnen worden overwonnen De financiële voordelen, die Nederland in 1955 86 door zijn lidmaatschap genoot, kunnen be cijferd worden op circa 6 miljoen gulden, het geen waarlijk geen onaanzienlijke bijdrage is in de offers, die ons land zich voor onze emi gratie getroost. Doch niet alleen om financiële redenen is het gewenst, dat de ICEM blijft voortbestaan. Het samengaan in dit internationaal verband heeft het vraagstuk van de Europese bevol kingsdruk voor het forum van de wereld ge bracht. Thans zijn 26 vrije landen lid van deze internationale organisatie. Het is toe te juichen, dat de emigratie nu ook in internationale kring onderwerp van discussie uitmaakt. Datgene, dat het licht niet verdraagt, verdraagt ook geen internationale behandeling. Zo gezien, betekent de behandeling van de emigratie op internationaal niveau tevens een grotere be scherming van de emigrant en zijn gezin. Emigratie naar de Verenigde Staten De commissaris voor de emigratie, de heer mr. ir. B. W. Haveman, hield over bovenstaand onderwerp een radiolezing. Wij ontlenen hieraan het volgende: Er is reeds gedurende geruime tijd enige onge rustheid over de gang van zaken bij het „speciale migratie programma" naar de Ver enigde Staten; het programma, dat mogelijk gemaakt werd door de Amerikaanse vluchte- lingenhulpverleningswet van 1953. Nederland kreeg daarin een extra quotum van 17.000 toegewezen. Zij, die, gebruik makend van dit quotum, naar de Verenigde Staten zouden willen emigreren, moeten vóór 31 de cember van dit jaar hun visum verkregen hebben, want aan het einde van dit jaar eindigt ook de werking van genoemde wet. De toestand is zeer in het kort weergegeven als volgt: Er hebben zich ruim 14.000 personen in Neder land voor deze emigratie aangemeld, ongeveer 5.000 hebben zich sedert hun aanmelding terug getrokken om naar een ander land te emigreren, of onder het normale quotum te vertrekken dan wel hier in Nederland te blijven. Duizend per sonen zijn in 1955 reeds onder de vluchte- lingenwet vertrokken, zodat ongeveer 8.000 as pirant-emigranten nog op het verkrijgen van een visum wachten. Nieuwe aanmeldingen komen nog binnen in een tempo van 100 per sonen per week. De moeilijkheden met dit speciale migratie pro gramma waren van het begin af tweeledig: In de eerste plaats was er de moeilijkheid, dat de wet door zijn formulering eigenlijk alleen gold voor vluchtelingen en verplaatste perso nen. Het heeft ruim U/2 jaar geduurd voordat

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1956 | | pagina 28