it de praktijk kredieten of van kredieten, die een bepaalde omvang te boven gaan; d. het verbod of de beperking van het ver richten van bepaalde soorten of vormen van beleggingen of van beleggingen, die een bepaalde omvang overtreffen. Hetgeen de richtlijnen kunnen inhouden is praktisch gelijk aan de materie, welke de alge mene voorschriften krachtens de huidige wet kunnen bestrijken. Rest ons ten aanzien van het bedrijfseconomische toezicht nog te vermelden, dat de mogelijkheid blijft bestaan, dat De Nederlandsche Bank dit toezicht delegeert aan een bepaald orgaan, als hoedanig met betrekking tot het toezicht op de boerenleenbanken de Centrale Bank thans is aangewezen. Andere wijzigingen Voor zover voor onze organisatie van belang vermelden wij voorts nog twee punten, waar voor wijzigingen in de bestaande wet worden voorgesteld. De definitie van landbouwkredietbanken is zo danig gewijzigd, dat hieronder ook de boeren leenbanken-handelsverenigingen, voor zover zij althans in belangrijke mate hun bedrijf maken van het aannemen van gelden in deposito of in rekening-courant en van het verlenen van land bouwkrediet, worden begrepen. Volgens de be staande definitie moet de instelling zich geheel of in hoofdzaak toeleggen op het verlenen van landbouwkrediet, wil zij onder de definitie val len. Deze omschrijving bleek in sommige ge vallen te eng te zijn, aldus de memorie van toelichting. Ten slotte wordt voorgesteld de bepaling te schrappen, krachtens welke een bank verplicht kan worden aangesloten te zijn bij of zich onder toezicht te stellen van een door de minister van Financiën aan te wijzen organisatie. (Een niet bij een Centrale Bank aangesloten boerenleen bank zou ingevolge de huidige wet dus verplicht kunnen worden tot aansluiting bij of onder toezichtstelling van die centrale instelling). Wij achten het een verbetering, dat deze mogelijk heid zal vervallen. Organisatiedwang is niet in overeenstemming met de sfeer van vrijwillige samenwerking in het landbouwkredietwezen. Opgedrongen gezelschap is overigens nooit prettig. Wel wordt er in dit verband in de memorie van toelichting op gewezen, dat het bedrijfs economische toezicht op bepaalde groepen van geregistreerde kredietinstellingen geheel of ge deeltelijk kan worden gedelegeerd. Wij menen hiermede de voor onze organisatie belangrijkste wijzigingsvoorstellen in de be staande Wet Toezicht Credietwezen te hebben aangeroerd. Onze indruk is, dat de wijzigingen een soepele toepassing van de wet zullen kun nen bevorderen. Spaarziekte woekert voort Sparen is tot nog toe een deugd geweest. Een begrip, dat ondanks alles verankerd is ge bleven is onze Hollandse volksaard. Maar als we niet oppassen, zal diezelfde deugd zodanig geëxploiteerd worden, dat het een ondeugd gaat worden. De spaarziekte dreigt ons te over weldigen. Wat is er dan aan de hand De psychologen van de verkoop hebben zich op het idee „spa ren" geworpen. Volgens een vast recept gaan ze de mensen vertellen, dat er op huishoude lijke uitgaven ongelooflijk bespaard kan wor den. Er moet eerst wel gekocht worden, maar dan begint het, want dan komen de spaar punten, spaarkaarten, spaarobligaties, spaar- brieven, etc. Sparen, sparen. sparen. Maar eerst kopen en uitgeven. En daarmee alle in uitzicht gestelde besparingen zeil betalen. Regelmatig worden nieuwe methoden gelan ceerd en in één week kwamen onlangsg een zeepfabriek plus een grote kruidenierscombi natie op de spaarmarkt. De zeepfabriek deed het heel simpel met pun ten, zegels en een spaarkaart, waarvoor de zeepgebruikers dan linnengoed kunnen ver werven. De kruidenierscombinatie verkoopt coupons „bij de boodschappen" en belooft een „reuze-rente". Ja, ze spreken zelfs over 25 tot 100 rente. Daar kan natuurlijk geen spaarbank tegen op. De moeilijkheid is echter, dat de klant en dat is bijna altijd de huisvrouw het onder scheidingsvermogen mist in die dingen. Ze lezen en horen over sparen en dat keurt iedere huisvrouw natuurlijk direct goed. Het is daar- 71

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1956 | | pagina 13