ilomentopnamen Het is niet zeker, dat het Congres het plan aan neemt. De democratische oppositie is er niet dadelijk voor klaar de republikeinen het succes van dit gedurfde voorstel te gunnen. Als zij de politiek voorop stellen en het belang van de boeren nummer twee, dan kunnen zij de be handeling vertragen, zodat de boeren er voor de komende oogst niet meer van profiteren. In de plaats daarvan zullen dan de democratische afgevaardigden trachten de oude prijssteun (90 van de z.g. pariteitsprijs voor de hoofd gewassen) te herstellen en daaronder ook var kens, rundvee en pluimvee (thans uitgesloten van prijssteun) te doen vervallen. Met dit laatste wordt geen genezing, maar wel on middellijke hulp gebracht. Dat telt nog steeds in de politiek. Het bericht, dat de Amerikaanse regering een flinke hoeveelheid boter van de hand gaat doen, heeft hier en daar ongerustheid gewekt (vragen van een Nederlands kamerlid). Deze ongerustheid is volgens het orgaan van de F.N.Z. groter dan door de feiten wordt gerecht vaardigd. Het blad wijst erop, dat in november 1954 het botersurplus in handen van de Ameri kaanse regering 177.400 ton bedroeg. Een jaar later was deze hoeveelheid gedaald tot 50.100 ton! Middelerwijl verminderden de kaasvoor- raden van 180.000 ton tot 127.600 ton en ver dween de voorraad magere melkpoeder bijna geheel. Eind november 1955 was er nog 8300 ton, dat is minder dan de voorraad van het I.V.Z. Opgemerkt wordt, dat de drastische verminde ring van de Amerikaanse voorraden heeft j plaats gevonden zonder dat de wereldmarkt erdoor werd ontwricht. De afzet van de zuivel- exportlanden heeft zich in het afgelopen jaar zeer bevredigend ontwikkeld. Dit heeft plaats gehad, terwijl de Amerikaanse regering bezig was belangrijke partijen voor hetzij uiterst lage prijzen dan wel op krediet of zelfs als geschenk op te ruimen. Hieruit mag worden geconclu deerd, dat de normale handel er vrijwel geen nadeel van heeft ondervonden. De Amerikaanse autoriteiten zijn met grote omzichtigheid te werk gegaan, zij hebben slechts weinig in de normale exporthandel verkocht en het overgrote deel op bijzondere wijze geplaatst bij b.v. het leger of geschonken aan diverse instellingen (ziekenhuizen, scholen) of aan het buitenland. De Amerikanen hebben tot dusverre op tac tische en humane wijze gehandeld. Dat geeft ons vertrouwen in hun politiek voor de toekomst, zegt het blad van de F.N.Z. Stikstof, kali en fosforzuur Het jaarverslag van het Centraal Bureau (Rot terdam) over het boekjaar 1954/1955 bevat be langwekkende bijzonderheden over de afzet van stikstof in ons land. Het totale verbruik aan (zuivere) stikstof in ons land bedraagt per jaar thans 180.000 ton. Wij menen ons te herinneren, dat het in de twintiger jaren ongeveer 30.000 ton bedroeg. De Nederlandse industrie produ ceert momenteel 300.000 ton zuivere stikstof (vóór de oorlog 120.000 ton). Ons land is een van de grootste stikstofproducenten in Europa, waardoor, naast de dekking van de behoeften in het eigen land, op ruime schaal kan worden geëxporteerd. De vraag naar stikstof in ons land is nog steeds stijgende. In het jaar 1954/1955 heeft het verbruik van kalizouten en fosforzuur een teruggang ver toond als gevolg van de zeer ongunstige weers omstandigheden. Er werd 160.000 ton zuivere kali ingevoerd. Aan het einde van het seizoen in mei waren nog vrij belangrijke hoeveelheden bij coöperatie en handel overgebleven. Ook voor het verbruik van fosforzuur was het afgelopen seizoen zeer ongunstig. Flet sterkst is dat tot uiting gekomen in het verbruik van Thomas- meel, in mindere mate in dat van superfosfaat Ook hier echter aan het eind van het seizoen onverkochte voorraden. Zeer belangrijk is dat voor de voornaamste meststoffen prijsregelingen gelden, die een rustig verloop van de markt waarborgen. De producenten maken aan het begin van het be mestingsjaar hun prijzen bekend voor het gehele seizoen. Gedurende het jaar lopen de prijzen langzaam op (staffelprijzen). Hierdoor wordt een zeker bewaarloon gegeven en wordt een regelmatige afname door coöperatie en handel bevorderd. Verenigingen met voldoende opslag ruimte kunnen een voordeel zien in vroegtijdige levering. Wel moet men dan de voorraden ge durende langere tijd financieren, vandaar de grote kredietbehoefte. Met overgehouden hoeveelheden is men echter niet gelukkig. Men gaat dan met een naar ver houding duur produkt het nieuwe seizoen in. Zoals de prijsstelling de laatste jaren geweest is, betekent dat een gevoelig verlies. Het Centraal Bureau zette in 1954/1955 voor bijna 100 miljoen aan meststoffen om. I Boter 31

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1956 | | pagina 7