Een andere causerie van de heer Van Greve- stein ging over het onderwerp: Internationale samenwerking op het terrein der emigratie Migratie is niet alleen een probleem van onze dagen en evenmin slechts een probleem van ons eigen land. De spanningen in bepaalde groepen der bevolkingen door het ontbreken van vol doende bestaansmogelijkheid, hebben ook in vroegere dagen tot grote landverhuizingen ge leid. Niet alleen economische motieven waren daarvoor de drijfveren. Religieuze en politieke factoren speelden eveneens daarbij hun rol. Zo kregen nieuwe continenten hun aanschijn van vandaag. De toenemende bevolkingsdruk in Europa en elders was later één der aanleidingen tot de vernietigende wereldoorlog, die ons nog zo vers in het geheugen ligt. Na de oorlog 4045 gaf Europa naar zijn bevolking gezien een verwarder, beangstigender beeld dan ooit. Tallozen waren van huis en haard verdreven en wachtten tevergeefs op de mogelijkheid van terugkeer naar hun vaderland. In landen waar het bevolkingsvraagstuk reeds nijpte, werd deze druk verscherpt door de door de oorlog ver veelvoudigde, economische nood. Ik wil hier niet trachten een schets te geven van de problemen, waarvoor Europa zich in dit op zicht gesteld zag. Ik wil ze slechts noemen om niet te doen vergeten, tegen welke achtergrond de internationale samenwerking op migratie- gebied tot stand kwam. Internationaal vervoersoverleg Was in de onmiddellijke na-oorlogse jaren het vluchtelingenprobleem het nijpendst, sinds 1949 nam de vrijwillige emigratie uit Europa zodanig toe, dat het gewenst was hierover ook in inter nationaal verband overleg te plegen. De situatie was immers in die jaren zó, dat onvoldoende vervoersaccommodatie aanwezig was om de aantallen personen, die naar overzeese gebieden wilden emigreren, te kunnen vervoeren. Aan dit vervoersvraagstuk diende het eerst het hoofd te worden geboden, niet alleen waar het betreft het beschikbaar krijgen van accommodatie, maar vooral ook ten einde voor een groot aan tal emigranten de kosten van hun transport te drukken. In het najaar van 1951 nam de regering van de Verenigde Staten van Amerika het initiatief tot een bijeenkomst te Brussel, waarvoor een aan tal belanghebbenden, zowel emigratie- als immigratielanden, alsmede een aantal in dit probleem belangstellende landen werd uitge- 56 nodigd. Uit deze bijeenkomst resulteerde de oprichting van een Voorlopige Intergouverne- mentale Commissie voor het Vervoer van Emi granten uit Europa. Deze Commissie telde bij de oprichting 15 leden. Naast de Verenigde Staten van Amerika werden de belangrijkste emigratielanden, zoals Duitsland, Griekenland, Italië, Nederland en Oostenrijk lid, alsmede de belangrijkste immigratielanden, zoals Canada, Australië, Brazilië en Argentinië. Andere lan den zoals Frankrijk, België, Luxemburg en de Scandinavische landen gaven door hun lid maatschap blijk van hun grote belangstelling voor het Europese migratievraagstuk. (Wordt vervo Igd.) Wereldenergiehulpbronnen Het wereldenergieverbruik is sinds 1800 meer dan 7 maal zo groot geworden en alle factoren wijzen op een nog grotere groei in de toekomst. De meeste oude eneigiebronnen kunnen echter niet worden vernieuwd en enkele zullen in de komende 50 jaar ernstig uitgeput raken. Daar goedkope energie onontbeerlijk is voor de op voering van de produktiviteit en als men boven dien de levensstandaard wil verhogen, dan moet de energie snel groeien. Kunnen vol doende nieuwe hulpbronnen worden ontwik keld? Zon- en atoomenergie Op het ogenblik zijn zon- en atoomenergie be schikbaar, maar de kosten daarvan zijn voor gebruik op grote schaal te hoog. Misschien worden zij nog eens zo goedkoop als kolen en olie. Gedurende de laatste 100 jaar is het energie verbruik in versneld tempo gestegen. Duizen den jaren had de mens alleen energie nodig om in het leven te kunnen blijven. Door de ont dekking van het vuur en het gebruik van het dier steeg het energieverbruik per hoofd tot een equivalent van 1100 pond kolen per jaar. In de eeuw van de machines vloog het verbruik omhoog. In de Verenigde Staten wordt op het ogenblik niet minder dan 18.000 pond kolen per persoon verbruikt. Bovendien zijn er nieuwe energiebronnen ge vonden en nieuwe gebruiksmethoden ont wikkeld. 5het kort

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1956 | | pagina 32