voor Nieuw-Zeeland sterk afnemen. In het begin van 1955 ter gelegenheid van het bezoek van minister Suurhoff, toonde de Nieuwzee- landse regering weer een grotere bereidheid tot toelating van Nederlanders. Het toen afge sproken streefcijfer van 2 a 3000 is echter in 1955 niet bereikt. Eerst langzaam aan zal het vertrouwen van de aanstaande emi grant in een wat gemakkelijker emigratie naar dit land terugkeren. Naast een vergemakke lijking van de toelating, bleek ook de Nieuw- zeelandse regering bereid tot het dragen van een deel van de emigratiekosten. Hierdoor kon de emigratie naar Nieuw-Zeeland op een zelfde basis gesteld worden als die naar Australië en is voor de emigranten dus goedkoper geworden. De emigratie naar Zuid-Afrika liep in dit jaar iets terug. In 1955 werd een vertrekcijfer be reikt van plus minus 2850 personen tegen ruim 3200 in 1954. Tengevolge van zijn sociale op bouw heeft Zuid-Afrika vrijwel uitsluitend be hoefte aan geschoolde krachten. Deze specifieke omstandigheid beperkt het jaarlijkse emigratie niveau tot slechts enkele duizenden. Ook het aantal emigranten, dat dit jaar naar Brazilië vertrok, liep enigszins terug. In 1955 hebben 425 personen zich in dit land gevestigd, terwijl het cijfer van 1954 578 bedroeg. Naar Brazilië zullen ook wel in de komende jaren niet meer dan enkele honderden Nederlanders vertrekken. Enerzijds zijn dit emigranten, die de daar gevestigde Nederlandse landbouw kolonies Ribeirao en Castrolanda gaan verster ken, anderzijds industriële werkers. Vooral wat deze laatste groep betreft, moeten hoge eisen bij de selectie worden gesteld, in het bijzonder ten aanzien van de kennis van de Portugese taal. Het aantal personen dat naar Rhodesia ver trok, is belangrijk hoger dan het aantal in 1954. In 1954 vestigden zich 140 emigranten in dit jonge land en in 1955 bedraagt dit aantal 425. De emigratiemogelijkheden naar Rhodesia breiden zich gestadig uit. Bijzondere vermelding verdient de afsluiting van een migratie-accoord tussen Nederland en de Federatie van Rhodesia en Nyasaland in het einde van 1955. Alle voorbereidende werkzaamheden voor de selectie voor emigratie naar de Federatie zijn toevertrouwd aan de Nederlandse Emigratie- dienst. De emigratieprocedure werd belangrijk vereenvoudigd en de regering van de Federatie draagt thans in de emigratiekosten bij. Hier door kon de aan de emigranten toe te kennen subsidie vergroot worden. Met vertrouwen kan de ontwikkeling van de Nederlandse emigratie naar de Federatie van Rhodesia en Nyasaland tegemoet worden gezien. In het begin van mijn uiteenzetting maakte ik reeds melding van het feit, dat de uitvoering van het Special Migration Program dit jaar niet aan de verwachtingen beantwoordde. Hier door bleef het emigratiecijfer wat de Ver enigde Staten van Amerika betreft, ver bij de mogelijkheden ten achter. In 1954 vertrokken naar de Verenigde Staten ruim 2700 personen en in 1955 ongeveer 4000. De mogelijkheden van emigratie naar de United States, krachtens de 2 jaar geleden tot stand gekomen Refugee Relief Act, zijn tot nu toe teleurstellend geweest. De uitvoering van deze wet was en is de voortdurende zorg van het Nederlandse emigratie-apparaat, vooral daar vele Nederlanders aanvragen tot emi gratie binnen dit bijzondere quotum indienden. In twee jaar tijds en wel tot 31 december 1956, zouden 17.000 Nederlanders, boven het normale jaarquotum van 3.000, kunnen emigreren. Aanvankelijk waren het vooral de moeilijk heden van de interpretatie van de Refugee Relief Act, die de uitvoering daarvan in de weg stonden. Deze formele bezwaren konden eerst betrekkelijk kort geleden geheel uit de weg worden geruimd, doch inmiddels bleek, dat de vervulling van één der belangrijkste voorwaarden bij deze emigratie op grote moeilijkheden stuitte. De emigratie krachtens de Refugee Relief Act kan immers eerst tot stand worden gebracht indien een Amerikaans staatsburger zich drievoudig garant stelt en wel voor het feit, dat een werkkring voor de bin nenkomende gevonden is, dat huisvesting aan wezig zal zijn en dat betrokkene niet ten laste van de Amerikaanse publieke kas zal komen. De Amerikaanse maatschappelijke organisaties, die bij deze wet erkend werden om bij het ver krijgen van deze garanties te bemiddelen, de z.g. voluntary agencies, verklaarden zich des tijds ten volle bereid al het mogelijke te doen om dit speciale migratie programma voor Nederland tot een succes te maken. Helaas was het aantal binnenkomende assu- rances tot nu toe zeer onbevredigend. Wel kan worden geconstateerd, dat een toenemende activiteit op dit gebied ontwikkeld wordt, doch er zal rekening mede moeten worden gehouden, dat het gewenste aantal assurances niet zal worden bereikt. Het is zeer te hopen, dat 1956 in dit opzicht meer licht zal brengen, zodat het Special Migration Program vóór het einde van het volgende jaar althans een gedeeltelijk succes zal zijn. 55

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1956 | | pagina 31